Wanneer de lezers van MusicMaker een top 100 zouden samenstellen van de meest inspirerende artiesten aller tijden, lijkt het ons tamelijk onwaarschijnlijk dat op deze lijst Dries Roelvink een top 10 notering krijgt. We durven te vermoeden dat hij niet eens in de lijst voorkomt. No offence.
Toch kan deze sympathieke Amsterdamse schlagerzanger ons tot voorbeeld dienen als het erom gaat hoe en met wie je zaken doet in de muziek.
Een theateragent bood Dries een tournee aan langs 21 theaters. Na enkele besprekingen hadden Dries en zijn manager bedenkingen bij de theaterman. Ze gingen hem “scannen” en kwamen erachter dat hij “wel 50 verschillende firmaatjes bezit en niet in Nederland woont”. Vervolgens hebben Roelvink en zijn kornuiten aan de agent een bankgarantie gevraagd voor de volledige vergoeding die ze zouden ontvangen voor de 21 voorstellingen. Toen de agent zei dat hij deze garantie niet kon geven, hebben Dries en zijn manager hem meegedeeld dat ze van een samenwerking afzagen.
Het is niet helemaal duidelijk hoe ver de onderhandelingen op dat moment waren, maar de agent beweerde dat er een (mondelinge) overeenkomst was gesloten. Er zouden al verschillende theaters zijn geboekt en de arme man zou nu met een schade van 300.000 Euro zitten. Voor hem reden om beslag te laten leggen op (onder meer) het inkomen en de woning van Roelvink. Kort gezegd kwam dit erop neer dat Dries niet meer over zijn salaris kon beschikken en dat zijn huis onverkoopbaar werd.
Roelvink spande een kort geding aan om het beslag te laten opheffen. Die zaak won hij, maar eigenlijk door een administratieve slordigheid aan de kant van de theateragent. De rechter kon – door de chaotische registratie van de agent in het handelsregister – de juistheid van de identiteit van de beslaglegger niet vaststellen. Daardoor bestond er volgens de rechter geen relatie tussen de beslaglegger en Roelvink en had de theateragent dus geen grondslag om beslag te mogen leggen. Aan de vraag of de schadeclaim van de agent terecht was of niet, kwam de rechter niet toe. Misschien heeft Dries wel geluk gehad…
Moraal van het verhaal? Ja, nu komen we bij dat deel van de column waarin we allerlei interessante juridische tips en trucs gaan geven. En het moment dat de meeste muzikanten dus afhaken. Want dat muzikanten een (gezonde) hekel hebben aan geregel en regeltjes, daar hoeven we de rest van de column niet over vol te schrijven. Muzikanten houden meer van muziek maken. Toch gaan we het even hebben over de precontractuele fase. De wat?
Elk boekje of folder dat de juridische aspecten van de muziekindustrie behandelt geeft tips over contracten. Wat staat er bijvoorbeeld in een optreedovereenkomst, zitten er valkuilen in mijn artiestenovereenkomst en is een mondelinge overeenkomst ook bindend? Over de precontractuele fase wordt bijna nooit gesproken. Dat is de (onderhandelings)periode vóórdat de overeenkomst tot stand komt. Die is echter wel degelijk belangrijk. Soms kan een partij waarmee je onderhandelt namelijk al rechten ontlenen aan de fase voorafgaande aan die waarin de definitieve overeenkomst tot stand komt. Stel je onderhandelt al maanden over je optreedovereenkomst en je bent het over bijna alles eens (aantal optredens, waar, de beloning, de geluidsinstallatie, belichting, etc.) en je hebt misschien zelfs al toezeggingen gedaan. Vaak gaan contractpartijen dan al over tot het treffen van voorbereidingen in de veronderstelling dat er een definitieve deal volgt. Wat gebeurt er dan als je het over een laatste (misschien wel heel knullig) detail niet eens wordt? Een rechter zou in zo’n geval de opbrekende contractpartij kunnen veroordelen tot het betalen van een schadevergoeding.
De (top)managers zullen er op letten dat er niet zomaar toezeggingen of (mondelinge) afspraken woren gemaakt. Maar ook zij maken fouten. En als je geen manager heb en je de gages nog niet verdient om een entertainmentadvocaat te betalen? Neem dan in ieder geval één voorzorgsmaatregel. Wijs de ongelukkige aan die in de band opdraait voor de zakelijke lasten en die alles in ieder geval scherp bekijkt en regelt: de “business bob”. Laat de business bob tijdens onderhandelingen duidelijk maken dat er geen deal is (dus dat de andere partij niets hoeft te verwachten) totdat de krabbeltjes onder het definitieve contract staan!
Columns eerder gepubliceerd in MusicMaker
Advocaten intellectueel eigendom Evert van Gelderen en Elise Menkhorst publiceren 6 keer per jaar een column over muziek en recht in vaktijschrift MusicMaker. Lees alle columns hier.
Neem contact op