Het komt met enige regelmaat voor dat bestuurders van een vennootschap die geen verhaal meer biedt, bijvoorbeeld als gevolg van faillissement, aansprakelijk worden gesteld voor de schade die zij door hun handelen aan derden hebben berokkend. In principe is slechts de vennootschap aansprakelijk voor het handelen van haar bestuurders, maar onder omstandigheden kunnen ook de bestuurders in privé aansprakelijk worden gehouden. Daar is wel voor nodig dat de bestuurders in kwestie persoonlijk een ernstig verwijt treft.
In een recente zaak lagen de feiten als volgt. Vennootschap A en vennootschap B kwamen in een “Term Sheet” overeen dat zij een licentieovereenkomst zouden aangaan, inhoudende dat vennootschap B het exclusieve recht kreeg om in Europa en Noord-Amerika het product van vennootschap A te produceren en distribueren. In de Term Sheet stond onder meer vermeld dat B licentievergoedingen vooruit moest betalen.
Voorschotten werden niet terugbetaald
Vervolgens hebben A en B onderhandeld over een definitieve licentieovereenkomst, maar die onderhandelingen zijn op niets uitgelopen. Intussen had B voor een bedrag van maar liefst EUR 1.639.550 voorschotten aan A betaald. Na het vastlopen van de onderhandelingen vroeg B aan A om de voorschotten terug te betalen. In de Term Sheet was immers bepaald dat de voorschotten terugbetaald zouden worden indien er geen definitieve overeenkomst tot stand zou komen.
Er werd evenwel niets terugbetaald, A was daar niet toe in staat. B heeft vervolgens zowel A als haar bestuurders gedagvaard, waarbij zij aanvoerde dat nu A geen verhaal bood, haar bestuurders voor de schade aansprakelijk waren. De rechter in eerste aanleg heeft de vordering tegen A toegewezen, maar de vordering tegen de bestuurders werd afgewezen.
Persoonlijk enstig verwijt bestuurders
In hoger beroep had B meer succes: de bestuurders werden aansprakelijk geacht voor de volledige schade van B. Het gerechtshof ging mee in het verwijt dat B de bestuurders van A maakte, te weten dat zij, in de wetenschap dat vennootschap A moest terugbetalen als er geen overeenkomst tot stand kwam, hebben bewerkstelligd dat A geen verhaal zou bieden voor de vordering van B. De bankrekening waarnaar de voorschotten waren overgemaakt vertoonde een saldo van EUR 0 en voorts konden de bestuurders geen verklaring geven voor het verdwijnen van het bedrag van EUR 1.639.550. Door de gelden naar een andere vennootschap weg te sluizen hebben de bestuurders bewerkstelligd dat vennootschap A haar contractuele terugbetalingsverplichting niet kon nakomen. Volgens het hof treft de bestuurders persoonlijk ter zake een ernstig verwijt, reden waarom het hof de bestuurders in privé veroordeelt de door B geleden schade te vergoeden.
Neem contact op