Het Gerechtshof ‘s-Hertogenbosch heeft in een recente uitspraak geoordeeld dat de bestuurders van een onderneming aansprakelijk zijn voor het maken van misbruik van turboliquidatie. De liquidatie en de voortzetting van de onderneming in een nieuwe vennootschap heeft ertoe geleid dat de vennootschap zijn schuldeisers niet meer kon voldoen. Volgens het hof wisten de bestuurders dat dit het gevolg zou zijn en mag worden aangenomen dat zij dit ook beoogd hadden.
Turboliquidatie
Er is sprake van een turboliquidatie als een rechtspersoon wordt ontbonden zonder het volgen van een vereffeningsprocedure. De Nederlandse wet biedt deze mogelijkheid. Vereist is dat de rechtspersoon geen baten meer heeft op het moment van ontbinding. Hoewel de turboliquidatie een snelle en eenvoudige manier is om te ontbinden, ligt misbruik op de loer. In de betreffende uitspraak leidde een turboliquidatie tot persoonlijke aansprakelijkheid van de bestuurders van de rechtspersoon wegens onrechtmatige daad.
Ontbinding en overdracht exploitatie
In deze zaak exploiteert vennootschap X een uitvaartonderneming. Zij is eerder veroordeeld om aan een schuldeiser een bedrag van € 170.000 te voldoen. X betaalt dit bedrag echter niet, maar richt een nieuwe vennootschap op (vennootschap Y). Korte tijd later wordt X ontbonden door middel van turboliquidatie wegens het ontbreken van bekende baten. De exploitatie van de uitvaartonderneming wordt op diezelfde dag voortgezet in Y. De schuldeiser, die nog steeds niet was betaald, startte hierop een rechtszaak. Hij vorderde schadevergoeding van de (indirecte) bestuurders op grond van bestuurdersaansprakelijkheid.
Bestuurdersaansprakelijkheid
Vast staat dat er inderdaad geen baten meer aanwezig waren in X. Dit is echter het gevolg geweest van onverplichte onttrekkingen uit het vermogen van de vennootschap: vlak voor de ontbinding zijn bepaalde schuldeisers voldaan. Van overtuigende bedrijfseconomische redenen voor ontbinding van de vennootschap is niet gebleken. Het hof oordeelt dat de onderneming daarom zonder noodzaak is geliquideerd, als gevolg waarvan de vordering van de schuldeiser niet is voldaan en de vennootschap ook geen verhaal heeft geboden.
Voor de vraag of de (indirecte) bestuurders hiervoor aansprakelijk kunnen worden gesteld, is van belang of hen persoonlijk een ernstig verwijt kan worden gemaakt. Volgens het hof wisten de bestuurders dat de handelwijze van de vennootschap tot gevolg zou hebben dat zij haar verplichtingen jegens deze schuldeiser niet zou kunnen nakomen. Zij hebben daarom misbruik gemaakt van de mogelijkheid tot turboliquidatie. Dit levert een onrechtmatige daad op jegens de schuldeiser, op grond waarvan de bestuurders worden veroordeeld tot vergoeding van schade.
Uit deze uitspraak volgt dat het gebruik van turboliquidatie niet zonder risico’s is. Hoewel dit niet eenvoudig is, kan een benadeelde schuldeiser mogelijk de bestuurders van een via turboliquidatie ontbonden rechtspersoon aanspreken. Hiervoor is wel vereist dat de bestuurders onrechtmatig hebben gehandeld. Om dat aan te tonen zal de schuldeiser aannemelijk moeten maken dat er in de rechtspersoon wel degelijk baten aanwezig waren of vooruitzicht daarop bestond.
Heeft u vragen over dit onderwerp, neem dan contact op met het team Ondernemingsrecht.
Neem contact op