Velen, waaronder de schrijver dezes, komt de COVID-19 pandemie behoorlijk de neus uit. Zorgen over kwetsbare familieleden en bekenden, sociale afstand, stress vanwege jongleren met kinderen, werk en – indien nog over – vrije tijd, een langzame thuis-printer, zorgen over een komende recessie, rijen voor de winkels, een ras slinkende voorraad wc-papier en ga zo maar door. En dat is dan de situatie wanneer je eigenlijk niet mag klagen omdat je niet ziek bent, je niet in Noord-Korea woont en je (schoon)ouders de dans tot dusver lijken te ontspringen.
Voor velen klinkt een Corona-app op de mobiele telefoon dan ook als muziek in de oren. Want, zo leeft het idee, met zo’n app keren we vast weer snel terug naar mooie tijden als het jaar 2019, of zelfs januari 2020. Tijden waarin we ons geen (of in ieder geval minder) zorgen hoefden te maken over onze gezondheid, de eenzaamheid van opa, oma of de buurvrouw en waarin we ons niet hoefden af te vragen of we – als we ernstige COVID-19 complicaties zouden krijgen – mogelijk een IC-bed voor een ander onbereikbaar maken. Halleluja dus: terug naar soort-van-normaal met de Corona-app. Want met de app op je telefoon, tja… wat gebeurt er eigenlijk met zo’n app?
De werking van een Corona-app
Vooropgesteld: een app zorgt er uiteraard niet voor dat men veilig is voor een COVID-19 besmetting. Het maakt ook geen Corona-radar van je mobiele telefoon. Een Corona-app waarschuwt de gebruiker als deze gedurende enige tijd binnen een bepaalde straal van een persoon is geweest die positief getest is op COVID-19. De gebruiker van de app kan dan maatregelen nemen (zoals thuisisolatie) om te voorkomen – mocht de gebruiker van de app inderdaad besmet zijn – dat deze op zijn of haar beurt het virus verder verspreidt. Feitelijk doet of helpt een Corona-app bij het “bron en contactonderzoek” dat zonder de app door de GGD zou worden gedaan. Inclusief een mogelijkheid om makkelijk een alert te zenden naar-personen die wellicht het Corona-virus zouden kunnen hebben opgelopen. De app zend uitsluitend een alert na het invoeren van een door de GGD ter beschikking gestelde code. Deze code wordt verstrekt nadat iemand positief getest is op COVID-19.
Het proces
Om op korte termijn tot een app te kunnen komen heeft het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (WVS) bedrijven en deskundigen op 11 april 2020 uitgenodigd om voorstellen te doen voor apps die een bijdrage kunnen leveren aan bron- en contactopsporing. Uit de ongeveer 700 ingediende voorstellen heeft WVS 7 voorstellen geselecteerd die mogelijk verder zouden kunnen worden ontwikkeld. Het tijdpad is ontzagwekkend kort: de uitvraag was op 11 april 2020, de indieningstermijn 14 april 2020 en de nadere toelichting door de overgebleven 7 app-bouwers vond plaats tijdens de “appathon” in het weekend van 18 en 19 april 2020.
Op 22 mei deelde minister Hugo de Jonge mee niet verder te gaan met de ingediende voorstellen. In plaats daarvan wordt een nieuw team samengebracht om te kijken naar een mogelijke toekomstige ontwikkeling.
Het proces en de gang van zaken rond de opstart van de ontwikkeling van een Corona-app zijn buitengewoon leerzaam en interessant. En bovendien erg inzichtelijk omdat men erg open is geweest. Ik verwijs graag naar het debat in de tweede kamer over de app (met toelichting van deskundigen) die in woord en beeld te volgen is.
Kort samengevat de leerpunten van het Corona-app experiment:
- de app wordt teveel gezien als doel op zich en minder als middel. Daardoor worden fundamentele vragen overgeslagen: wat willen we precies bereiken en is een app daarvoor eigenlijk wel het geschikte middel?
- men is te gehaast van start gegaan: er is geen duidelijke visie op het te behalen eindresultaat. Daardoor heeft het ministerie ook geen duidelijke kaders aan kunnen geven met betrekking tot het gebruik en de functionaliteiten van de app;
- Er valt nog veel na te denken en te experimenteren met de veiligheid en betrouwbaarheid van de uiteindelijk voor de app te gebruiken technologie;
- Ook over de maatschappelijke en psychologische effecten van het gebruik van een app moet nog worden nagedacht. Eventuele problemen of nadelen die worden voorzien moeten zo goed mogelijk ondervangen worden met voorlichting en een goede publiekscampagne;
- Om een inbreuk (ook een vrijwillige) op privacy te kunnen legitimeren moet (amongst others) sprake zijn van effectiviteit van de app. Zaken als een geringe testcapaciteit (er wordt nog steeds heel terughoudend getest op COVID-19) en het vereiste van een dekkingsgraad van minimaal 60% voor betrouwbaarheid en effectiviteit kunnen hieraan in de weg staan;
- Er bestaat het risico dat de app langer gebruikt wordt dan men nu eigenlijk voor ogen heeft. Er moet over nagedacht worden hoe gewaarborgd wordt dat het gebruik van de app stopt zodra dit niet meer nodig is voor het verwezenlijken van het doel van de app.
Beoordeling van privacyaspecten door de Autoriteit Persoonsgegevens
Ook de Autoriteit Persoonsgegevens was gevraagd om een actieve rol te spelen bij de ontwikkeling van de apps. In dat kader heeft deze onderzoek gedaan naar of de apps voldoen aan de kaders die de privacywetgeving stelt.
De algemene conclusie van het onderzoek van 20 april 2020 is dat goed onderzoek niet mogelijk was. Dit kwam onder meer vanwege de onduidelijke kaders en uitgangspunten van WVS.
Het volledige rapport van de Autoriteit Persoonsgegevens vindt u hier.
Was het onderzoek nu voor niets? Nee, in ieder geval weten we nu dat er nog flink werk aan de winkel is in de privacy-hoek en ook dat de AP zeer kritisch meekijkt. En dat is – uiteraard – van harte toe te juichen. In het onderzoeksrapport onderstreept de AP (nog eens) dat:
“de inzet van contact tracing apps een vergaande en zeer ingrijpende inbreuk oplevert op het grondrecht op privéleven van burgers. […] De AP is zich overigens bewust van het algemene belang van de bescherming van de volksgezondheid en de bestrijding van infectieziekten. Dat raakt ook aan andere grondrechten van burgers, zoals het recht op leven. […] Kernvraag vanuit het gezichtspunt van de AP is wat de noodzaak is voor een vergaande en ingrijpende inbreuk op het grondrecht op privéleven van burgers. Op het punt van de noodzaak en de effectiviteit heeft de AP in het onderzoek geen documentatie aangetroffen. Voor de volledigheid merkt de AP op dat die noodzakelijkheid er ook moet zijn indien de app op basis van vrijwillige toestemming van betrokkenen wordt gebruikt.”
en:
“Het ministerie heeft voorts geen afweging aangeleverd waarin de noodzaak van bron- en opsporingsapps is aangetoond. Denk hierbij aan de afweging van alternatieven en het aantonen van de proportionaliteit. Ook is van belang dat helder wordt gemaakt waarvoor de app wordt ingezet. De sociaal-maatschappelijke gevolgen kunnen immers groot zijn. Het mag niet zo zij dat wanneer iemand geen gebruik kan of wil maken van een app, toegang tot werk, school of bijvoorbeeld een supermarkt wordt geweigerd.”
Vragen?
Kortom, we zijn er nog niet met de Corona-app. Dit gaat nog even duren. Afleiding nodig? Lees dan onze eerdere berichten over Corona. Of print ze eerst rustig uit, op die fijne snelle thuisprinter…. Heeft u vragen over de privacyrechtelijke aspecten van de corona crisis, neem dan gerust contact op met één van onze specialisten van de sectie Privacy.
Neem contact op