Een zorgaanbieder kan niet zomaar een zorgovereenkomst met een cliënt opzeggen. Dit kan alleen in geval van gewichtige redenen. Terecht, daar een cliënt vrijwel altijd in een kwetsbare situatie zit en in zekere zin afhankelijk is van de zorg en/of de begeleiding van de zorgaanbieder. Als zorgaanbieder dient er zorg gedragen te worden voor de continuïteit van de zorg of begeleiding van de cliënt en dus voor een aansluitend passend alternatief bij een andere zorgaanbieder. Dat niet snel sprake is van een gewichtige reden die opzegging van de zorgovereenkomst rechtvaardigt werd onlangs bevestigd in een kort geding arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.
Wat speelde er in deze zaak?
De cliënt is ernstig gehandicapt als gevolg van een hoge dwarslaesie. Hij woont, met zijn gezin, zelfstandig, maar is onder meer rolstoelafhankelijk en aangewezen op intensieve zorg voor algemene dagelijkse levensverrichtingen. De cliënt ontvangt al vanaf 1988 zorg op basis van een zorgovereenkomst met een zorgaanbieder. Eind 2017 is de zorgaanbieder tot opzegging van de zorgovereenkomst overgegaan. Reden hiervoor is dat voorzetting volgens haar naar aanleiding van een reeks incidenten, waaronder ongewenst gedrag richting zorgverleners, niet meer gevergd kan worden.
Rechter in kort geding: gewichtige reden tot opzegging zorgovereenkomst
De cliënt heeft in eerste instantie een kortgeding procedure aanhangig gemaakt tegen de opzegging van de zorgovereenkomst. In eerste aanleg heeft de voorzieningenrechter geoordeeld dat voldoende aannemelijk is dat in een bodemprocedure zal worden geoordeeld dat sprake is van gewichtige redenen voor de zorgaanbieder om de zorgovereenkomst op te zeggen. De appelrechter oordeelt hier echter anders over.
Rechter in hoger beroep: hoge eisen aan gewichtige reden voor opzeggen zorgovereenkomst
De appelrechter meent dat de vraag wat een gewichtige reden voor een opzegging is, afhankelijk is van de omstandigheden van het geval. Wanneer de zorgontvanger (lees: de cliënt) in hoge mate afhankelijk is van de geboden zorg en hij deze zorg niet van een ander kan krijgen, dienen hoge eisen te worden gesteld aan het bestaan van een gewichtige reden, zeker wanneer sprake is van een langdurige relatie tussen de zorgaanbieder en de zorgontvanger.
Gevolgde procedure is ook van belang
Volgens de appelrechter hebben de eisen niet alleen betrekking op de inhoud van de gewichtige reden, maar ook op de procedure die is gevolgd door de zorgaanbieder voordat op grond van een gewichtige reden is opgezegd. Indien de gewichtige reden (mede) gelegen is in het gedrag van de zorgontvanger mag van de zorgaanbieder in beginsel verwacht worden dat hij alvorens tot opzegging over te gaan de zorgontvanger concreet gewezen heeft op diens ongewenste gedrag, op wijziging van dat gedrag heeft aangedrongen, de zorgontvanger ook de gelegenheid heeft geboden diens gedrag te wijzigen en ook heeft aangegeven dat indien dat niet gebeurt de overeenkomst zal worden opgezegd.
Het gerechtshof lijkt hier veel gewicht toe te kennen aan gebrekkige dossiervorming zijdes de zorginstelling en doet de zaak vervolgens op grond van de door de zorgaanbieder gevolgde procedure af. Hetgeen nader zal worden toegelicht.
Zorgaanbieder heeft cliënt niet duidelijk aangesproken op incidenten
Dat partijen een moeizame relatie hadden staat vast. Uit de stukken die in het geding zijn gebracht volgt dat in 2002 en 2008 besprekingen hebben plaatsgevonden waarin de knelpunten en ook de ergernissen van de zorgaanbieder over het gedrag van cliënt zijn benoemd die uiteindelijk ook ten grondslag zijn gelegd aan de opzegging van de zorgovereenkomst. Nadien hebben diverse incidenten plaatsgevonden. Echter, deze incidenten hebben niet geleid tot een evaluatie tussen zorgaanbieder en cliënt over het gedrag van cliënt. Begin 2017 hebben partijen wel over de incidenten gesproken, maar enig gesprekverslag ontbreekt. Incidenten nadien zijn evenmin vastgelegd.
Het Gerechtshof maakt hier korte metten mee. Indien de zorgaanbieder meende dat het gedrag van cliënt onacceptabel was, dan heeft zij dit niet op de van “haar te verwachte transparante wijze” kenbaar gemaakt en heeft zij de cliënt eveneens “niet gevraagd of uitgenodigd te reflecteren op diens door haar kennelijk als onwenselijk beoordeelde gedrag”.
Het gerechtshof acht het aannemelijk dat een aantal incidenten het gevolg is van de niet voldoende respectvolle, mogelijk zelfs respectloze manier waarop de cliënt zorgmedewerkers van de zorgaanbieder bejegende. De zorgaanbieder heeft de cliënt daar begin januari 2017 dan ook terecht op aangesproken. Echter, dat cliënt zijn gedrag nadien niet in positieve zin heeft aangepast, heeft de zorgaanbieder naar voorlopig oordeel van het gerechtshof onvoldoende aannemelijk gemaakt. Het gerechtshof veroordeelt zorgaanbieder dan ook tot nakoming van zorgovereenkomst.
Lessen voor de praktijk ?
Deze uitspraak bevestigt (nogmaals) de bedachtzaamheid waarmee een zorgaanbieder te werk dient te gaan bij het opzeggen van een zorgovereenkomst. Niet alleen dient er sprake te zijn van een gewichtige reden. Ook dient de procedure die wordt gevolgd om tot opzegging over te gaan zeer zorgvuldig te zijn ingestoken. Het is daarbij aan de zorgaanbieder om te bewijzen dat er gewichtige redenen zijn om tot opzegging over te gaan.
Meer weten?
Neem gerust vrijblijvend contact op met Geke Bosch.
Neem contact op