Zo af en toe horen wij de stelling dat men altijd de eigen voor- of achternaam mag gebruiken, ook voor zijn onderneming of om producten en diensten te verhandelen. Dat is echter een misverstand, want zo’n algemene regel komt in het Nederlandse recht niet voor. Sterker nog, onlangs werd in hoger beroep bevestigd dat het gebruik van de eigen naam zelfs inbreuk kan opleveren. De bekende sieradenontwerper Rodrigo Otazu mocht zijn eigen nieuwe lijn daarom niet ‘Rodrigo New York’ noemen.
Manieren van gebruik van de eigen naam
In het intellectueel eigendomsrecht kan kort gezegd onderscheid worden gemaakt tussen drie soorten gebruik van een naam: (1) als naam van een onderneming (dus als handelsnaam), (2) ter onderscheiding van producten of diensten (dus als merknaam) en (3) als persoonsnaam.
Het handelsnaamrecht en merkenrecht zien in principe niet op die derde categorie. Iemand kan dus niet op basis van een handelsnaam of merkrecht worden verboden om zijn/haar eigen naam te gebruiken als eigen naam. Dit wordt zelfs expliciet bevestigd in het Benelux-Verdrag inzake de Intellectuele Eigendom:
“Een merk verleent de houder niet het recht een derde te verbieden om in het economisch verkeer gebruik te maken van: a. de naam of het adres van die derde, indien het om een natuurlijk persoon gaat (onderstreping Clairfort)”
Goed nieuws dus voor dames die Mercedes of Chanel heten. Zij hoeven niet bang te zijn dat ze direct een sommatiebrief ontvangen zodra ze hun naam noemen.
Maar een dergelijke regel geldt niet voor het gebruik van de eigen naam volgens de eerste en tweede categorie, dus als handelsnaam of merknaam. Daar kwam de bekende sieradenontwerper Rodrigo Otazu onlangs achter.
De zaak van Otazu in het kort
In 2008 raakte de onderneming van Rodrigo Otazu in financiële problemen. Daarom ging de ontwerper een overeenkomst aan met een partij die in de uitspraak [Y] wordt genoemd. Op basis van die overeenkomst werden de merken overgedragen aan een onderneming van [Y]. Daartoe behoorden ook merken met de elementen ‘Rodrigo’ en/of ‘Otazu’.
Enige tijd later ontstond onenigheid tussen Otazu en [Y] c.s. In de procedure die daarop volgde, stelden partijen over en weer vorderingen tegen elkaar in. Eén van de vorderingen van [Y] c.s. was dat Otazu moest stoppen met het gebruik van de naam ‘Rodrigo New York’ voor zijn nieuwe sieradenlijn.
Gerechtshof: gebruik eigen naam levert inbreuk op
Volgens het gerechtshof Amsterdam is het element ‘Rodrigo’ gelijk aan de merken van [Y] c.s. en wordt de toevoeging ‘New York’ enkel gezien als een geografische aanduiding. Daarom kan er verwarring ontstaan over de herkomst van de producten. Door de naam ‘Rodrigo New York’ te voeren maakt Otazu dus inbreuk op de rechten van [Y] c.s.
Het feit dat de ontwerper de naam ‘Rodrigo Otazu’ al lange tijd als persoonsnaam voert (kennelijk is het niet zijn echte naam) geeft hem volgens het gerechtshof niet het recht om die naam te voeren als aanduiding van zijn producten te gebruiken nu een ander de merkrechten op die naam heeft.
Mag de onderneming de persoonsnaam van de ontwerper blijven gebruiken?
Ook kwam de vraag aan de orde of [Y] c.s. de merken wel mocht voeren, nu de ontwerper niet langer bij de onderneming betrokken is. In dat kader verwees het gerechtshof naar een uitspraak uit 2006 van het Hof van Justitie, tussen de mode-ontwerpster Elizabeth Florence Emanuel (die onder andere verantwoordelijk was voor de bruidsjurk van prinses Diana) en de onderneming die over de merkrechten op die naam beschikte. Het Hof van Justitie oordeelde toen dat de onderneming die de merkrechten had overgenomen, die naam in principe mocht blijven gebruiken. Dit ondanks dat de ontwerpster niet meer bij het maken van de ontwerpen betrokken was. Dat zou alleen anders zijn als er sprake was van bedrieglijk gedrag van de merkhouder, die het publiek doet geloven dat de ontwerpster nog steeds betrokken was bij het ontwerp.
In dit geval had Otazu gesteld dat daar sprake van was maar het gerechtshof volgde dat standpunt niet. De bekendheid van Otazu en het gebruik van (foto)materiaal waarop hij te zien is, waren volgens het gerechtshof niet voldoende daarvoor.
En bovendien, zo oordeelt het gerechtshof, zou dat enkel betekenen dat [Y] c.s. onrechtmatig zou handelen maar niet dat Otazu dan alsnog zelf gebruik mag maken van de naam ‘Rodrigo New York’.
Eerdere blog
Lees ook onze eerdere blog ‘Mag de eigen (achter)naam altijd als handelsnaam worden gebruikt?’ over een loodgietersbedrijf dat de eigen achternaam niet in de handelsnaam mocht gebruiken.
Meer weten?
Heeft u een vraag over het gebruik van namen? Onze specialisten op het gebied van handelsnaamrecht en merkenrecht helpen u daar graag bij.
Neem contact op