In het kort
De EU wil de toegang voor Europese bedrijven tot overheidsopdrachten in derde-landen verbeteren. Hiervoor roept de EU het ‘International Procurement Instrument’ (hierna; ‘het IPI’) in het leven. Met het IPI krijgt de Europese Commissie offensieve bevoegdheden om maatregelen te nemen tegen niet-EU-bedrijven die afkomstig zijn uit een land dat geen vergelijkbare toegang biedt tot overheidsopdrachten voor EU-bedrijven. Het IPI heeft als doel om wederkerigheid op de markt voor overheidsopdrachten af te dwingen, zodat EU-bedrijven betere toegang krijgen tot aanbestedingen in derde landen.
Als gevolg van het IPI kunnen bedrijven uit derde-landen geconfronteerd worden met een hogere (fictieve) prijsopslag op EU-aanbestedingen of zelfs van EU-aanbestedingen worden uitgesloten.
Achtergrond
Europese bedrijven hebben buiten de EU veelal te maken met discriminatie wanneer zij hun producten of diensten proberen aan te bieden aan buitenlandse overheidsinstanties. Dergelijke beperkingen hebben gevolgen voor verschillende Europese sectoren, zoals de bouw, het openbaar vervoer, en de handel in medische apparatuur en farmaceutische producten. Slechts een kwart van de wereldeconomieën staan open voor internationale concurrentie (zonder restricties). Uit de handelsstrategie van de Europese Commissie volgt dat de Commissie inzet op een gelijk speelveld en zich verzet tegen corruptie.
De IPI-maatregelen
Op basis van het huidige voorstel van het IPI krijgt de Commissie de bevoegdheid een onderzoek te starten naar en een consultatie (al dan niet in de vorm van (al lopende) onderhandelingen m.b.t internationale verdragen) aan te gaan met landen waar een mogelijk gebrek aan wederkerigheid in de toegang tot overheidsopdrachten wordt geconstateerd. Wanneer deze situatie niet verbetert, kan de Commissie een IPI-maatregel aannemen. Er worden twee mogelijke maatregelen voorgesteld die aanbestedende diensten in de lidstaten verplicht moeten gaan toepassen op producten/diensten afkomstig uit een land waar een gebrek aan wederkerigheid onopgelost blijft. De eerste maatregel is het toepassen van een fictieve prijsopslag op aanbiedingen van bedrijven uit het betreffende land, zodat biedingen 20% duurder uitvallen. De tweede maatregel is het geheel uitsluiten van bedrijven uit het betreffende land. De IPI-maatregelen gelden voor overheidsopdrachten met een waarde boven een grens van €10 miljoen voor werken en concessies en €5 miljoen voor de levering van goederen en diensten. In het voorstel wordt voorzien in de volgende uitzonderingen; ten eerste als alle inschrijvingen zijn gedaan door bedrijven uit landen waarvoor IPI-maatregelen gelden en, ten tweede, als het algemeen belang (zoals volksgezondheid en milieubescherming) prevaleert boven de IPI-overwegingen. Daarnaast zal er een vrijstelling worden geboden voor bedrijven uit kwetsbare landen.
Momenteel wordt er onderhandeld binnen de EU over het IPI. Clairfort houdt u op de hoogte van de verdere ontwikkelingen omtrent het IPI.
Vragen
Heeft u vragen over bovenstaande of andere vragen, neem dan gerust contact op met één van onze advocaten.
Neem contact op