De arbeidsovereenkomst kan op verschillende gronden rechtsgeldig worden beëindigd. Ook gedragingen buiten de werksfeer kunnen leiden tot ontslag. In deze blog wordt ingegaan op een werknemer die op nationale televisie werd beticht van het niet terugbetalen van geleende geldbedragen. De werkgever stelt dat de arbeidsovereenkomst tot stand is gekomen onder invloed van een wilsgebrek en heeft de arbeidsovereenkomst buitengerechtelijk vernietigd op grond van bedrog, dan wel dwaling. Voor zover nog een arbeidsovereenkomst tussen partijen bestaat, heeft de werkgever de kantonrechter verzocht deze arbeidsovereenkomst op de kortst mogelijke termijn te ontbinden. Op 6 februari 2023 heeft de rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in deze zaak.
Casus
In onderhavige casus gaat het om een werknemer die op 1 augustus 2022 als docent in dienst is getreden bij een middelbare school. Op 28 augustus 2022 verschijnt de werknemer in het tv-programma ‘Undercover in Nederland’ van programmamaker Alberto Stegeman. De werknemer wordt verweten dat hij van verschillende vrouwen geld heeft geleend en hen vervolgens niet heeft terugbetaald. Op 29 augustus 2022 staat de plenaire opening van het schooljaar gepland. Vanwege de openbare beschuldigingen aan het adres van werknemer, verzoekt de werkgever de werknemer hierbij afwezig te zijn.
Werkgever is van mening dat bij de totstandkoming van de arbeidsovereenkomst sprake is geweest van bedrog en/of dwaling. Werknemer heeft tijdens de sollicitatieprocedure de school niet geïnformeerd over het feit dat hij gedurende langere tijd is gevolgd door, en ondervraagd voor, het programma Undercover in Nederland. Werkgever stelt dat in geval zij dit wel had geweten, zij de arbeidsovereenkomst niet was aangegaan en heeft op 19 september 2022 aan werknemer te kennen gegeven de arbeidsovereenkomst buitengerechtelijke te vernietigen. De werkgever heeft na de vernietiging van het dienstverband, zekerheidshalve voorwaardelijke ontbinding van de arbeidsovereenkomst verzocht. Dit houdt in dat, in het geval de buitengerechtelijke vernietiging geen stand houdt, de rechter wordt verzocht om de arbeidsovereenkomst alsnog te ontbinden.
De werknemer heeft zich in rechte verweerd. Hij heeft gesteld dat de verzochte ontbinding moet worden afgewezen en dat de werkgever de arbeidsovereenkomst ten onrechte buitengerechtelijk heeft vernietigd. Werknemer heeft in zijn tegenverzoek betaling van het overeengekomen loon verzocht. Voor zover de ontbinding zou worden toegewezen, heeft werknemer subsidiair verzocht om aan hem de transitievergoeding en een billijke vergoeding toe te kennen.
Oordeel rechter
Buitengerechtelijke vernietiging
Een overeenkomst kan buitengerechtelijke worden vernietigd als deze onder invloed van een wilsgebrek tot stand is gekomen. Bijvoorbeeld als gevolg van bedrog of dwaling. Bedrog is aanwezig wanneer a) iemand een ander tot het verrichten van een bepaalde rechtshandeling beweegt door enige opzettelijk daartoe gedane onjuiste mededeling, b) door het opzettelijk daartoe verzwijgen van enig feit dat de ‘verzwijger’ verplicht was mee te delen of c) door een andere kunstgreep. Een overeenkomst die tot stand is gekomen onder invloed van dwaling en bij een juiste voorstelling van zaken niet zou zijn gesloten is vernietigbaar indien, kort gezegd, (a) de dwaling is te wijten aan een inlichting van de wederpartij, (b) de dwaling is te wijten aan het zwijgen van de wederpartij of (c) beide partijen van dezelfde onjuiste veronderstelling zijn uitgegaan. De bewijslast dat sprake is van dwaling of bedrog ligt bij de werkgever. Echter, een beroep op een wilsgebrek mag niet in strijd komen met het systeem of de strekking van het ontslagrecht en mag er dus niet toe leiden dat de werknemersbescherming wordt aangetast of ondermijnd. Het voorgaande brengt mee dat aan een beroep op (vernietiging wegens) bedrog of dwaling dezelfde strenge eisen worden gesteld als aan een om diezelfde reden gegeven ontslag op staande voet.
Naar het oordeel van de kantonrechter is geen sprake van bedrog. De werkgever heeft onvoldoende gemotiveerd gesteld dat de werknemer opzettelijk heeft verzwegen dat hij onderwerp zou zijn van de tv-uitzending van Undercover in Nederland. Ten aanzien van het beroep op dwaling heeft de werkgever gesteld dat op de werknemer ten tijde van de sollicitatiegesprekken een spreekplicht rustte. Deze spreekplicht is gebaseerd op het goed werknemerschap en de tijdens de precontractuele fase in acht te nemen redelijkheid en billijkheid. Echter, de werknemer heeft naar het oordeel van de kantonrechter daarentegen voldoende gemotiveerd aangevoerd dat hij ervan uitging dat één en ander een privékwestie betrof, die geen implicaties zou hebben voor zijn functioneren als docent. De rechter heeft tevens geoordeeld dat de werknemer voldoende heeft gemotiveerd dat hij tijdens de sollicitatiegesprekken niet wist of de opnames uitgezonden zouden gaan worden en indien dat wel het geval zou zijn, hij dacht geanonimiseerd in beeld te komen.
Concluderend, de kantonrechter oordeelt dat geen sprake is van dwaling of bedrog. De buitengerechtelijke vernietiging van de arbeidsovereenkomst houdt geen stand.
Ontbinding van de arbeidsovereenkomst
Nu de buitengerechtelijke vernietiging van de arbeidsovereenkomst geen stand houdt, betekent dit dat de arbeidsovereenkomst nog bestaat. De rechter gaat derhalve in op het voorwaardelijke verzoek om de arbeidsovereenkomst te ontbinden. Ontbinding op de h-grond slaagt. Onder deze ontslaggrond wordt verstaan: ‘andere omstandigheden, die zodanig zijn dat de werkgever in redelijkheid niet kan worden gevergd de arbeidsovereenkomst te laten voortduren’. Deze ontslaggrond wordt als restgrond gebruikt.
De rechter heeft haar oordeel gebaseerd op de gezags- en afhankelijkheidsrelatie tussen leerling en docent. De docent heeft immers een voorbeeldfunctie. Van een school mag niet worden verlangd dat zij een docent tewerk stelt als de vrees bestaat dat door de aanwezigheid van de docent, het pedagogisch-didactisch klimaat en/of het vertrouwen van de ouders en leerlingen in de school wordt aangetast. Daarnaast wordt volgens de rechter de kerncompetenties van het leraarschap aangetast, inhoudende integriteit, betrouwbaarheid en geloofwaardigheid.
Tot slot kan vanwege het in de uitzending geschetste beeld van werknemer, in redelijkheid van werkgever niet worden verlangd dat zij de arbeidsovereenkomst met werknemer laat voortduren door werknemer proefondervindelijk als docent voor de klas te zetten. De arbeidsovereenkomst eindigt per 1 april 2023. Dat is de datum waarop de arbeidsovereenkomst bij regelmatige opzegging zou zijn geëindigd. De duur van de procedure is hierop in mindering gebracht. Het verzoek van werknemer tot betaling van het salaris met terugwerkende kracht tot de einddatum en het betalen van transitievergoeding wordt toegekend. Het verzoek van werknemer tot betaling van een billijke vergoeding wordt afgewezen. Naar het oordeel van de rechter is geen sprake van ernstig verwijtbaar handelen van de werkgever.
Conclusie
Er bestaan verschillende mogelijkheden om de arbeidsovereenkomst te beëindigen. Het is daarbij van belang om de voor- en nadelen in kaart te brengen, zodat een weloverwogen keuze kan worden gemaakt. Daarbij geldt dat aan de buitengerechtelijke vernietiging van de arbeidsovereenkomst strenge voorwaarden zijn verbonden en dit slechts zeer zelden stand houdt.
Vragen
Heeft u vragen over bovenstaande of andere vragen over het arbeidsrecht, neem dan gerust contact op met één van onze advocaten van het Team Arbeidsrecht.
Neem contact op