Op basis van de Algemene Wet Gelijke Behandeling (hierna: AWGB) is het verboden om direct onderscheid te maken bij het al dan niet aanbieden van een dienstverband. De Rechtbank Den Haag heeft recent een oordeel gegeven over een zaak waarin de werkgever besloot een sollicitant geen dienstverband aan te bieden, nadat zij kenbaar had gemaakt dat zij zwanger was. Uit de uitspraak blijkt dat de werkgever, door het maken van direct onderscheid, onrechtmatig jegens de sollicitant heeft gehandeld. De werkgever wordt dan ook veroordeeld tot vergoeding van de schade die door de sollicitant is geleden.
Casus
Een sollicitant heeft bij de werkgever gesolliciteerd naar de functie van Case Manager. Zij wordt naar aanleiding daarvan uitgenodigd voor een sollicitatiegesprek. Een maand later volgt een tweede sollicitatiegesprek. De sollicitant heeft aan het einde van het tweede gesprek aangegeven dat zij zwanger is. De werkgever heeft vervolgens aangegeven dat dit de zaak verandert.
Een dag later heeft een telefonisch gesprek tussen partijen plaatsgevonden. Daarin heeft de werkgever medegedeeld dat de sollicitant, vanwege de zwangerschap geen dienstverband zal worden aangeboden. Daarnaast heeft de werkgever aangegeven dat de sollicitant zich na haar bevalling opnieuw bij het bedrijf mocht melden. Dit gesprek heeft de sollicitant opgenomen.
De sollicitant heeft zich vervolgens na haar zwangerschap bij de werkgever gemeld. Daarop is haar te kennen gegeven dat zij opnieuw geen dienstverband aangeboden zal krijgen, vanwege een personeelsstop. De sollicitant is van mening dat de werkgever haar onrechtmatig heeft benadeeld door het niet aanbieden van een arbeidsovereenkomst wegens zwangerschap. De sollicitant eist een schadevergoeding ter hoogte van twee jaar loon, gelijk aan een bedrag van € 77.000,–.
College voor de Rechten van de Mens
Voordat de sollicitant de zaak aanhangig maakt bij de rechtbank Den Haag, heeft de sollicitant een klacht ingediend bij het College voor de Rechten van de Mens. Het College heeft daarop geoordeeld dat de werkgever een verboden onderscheid heeft gemaakt op grond van geslacht.
Oordeel rechtbank Den Haag
De kantonrechter oordeelt dat uit het telefoongesprek blijkt dat de werkgever direct onderscheid heeft gemaakt. Dit onderscheid is gelegen in het feit dat de werkgever geen arbeidsovereenkomst heeft aangeboden omdat de sollicitant zwanger was. Dat is een verboden onderscheid op grond van de AWGB. De kantonrechter oordeelt dat de werkgever om die reden onrechtmatig heeft gehandeld jegens de sollicitant. Zij dient de hierdoor geleden schade te vergoeden.
De sollicitant heeft een schadevergoeding gevorderd die gelijk staat aan het salaris over een periode van twee jaar. De kantonrechter acht echter niet aannemelijk dat het dienstverband twee jaar zou hebben geduurd. De kantonrechter acht een dienstverband van één jaar met een arbeidsduur van 32 uur per week wel aannemelijk. De sollicitant had deze voorkeur namelijk aangegeven in de sollicitatiebrief. De rechter kent dan ook een schadevergoeding ter hoogte van € 37.077,– toe. Daarnaast krijgt de sollicitant de advocaatkosten, de buitenrechtelijke kosten en de kosten van het geding vergoed.
Conclusie
Op grond van de AWGB is het verboden direct onderscheid te maken bij het al dan niet aanbieden van een dienstverband. Maakt een werkgever toch verboden onderscheid, dan kan sprake zijn van onrechtmatig handelen door de werkgever. De werkgever zal dan gehouden zijn de geleden schade te vergoeden.
Vragen?
Heeft u vragen of wenst u meer informatie over verboden onderscheid? Neem dan gerust contact op met de advocaten van ons team Arbeidsrecht.
De uitspraak is hier te lezen.
Neem contact op