Terwijl het kwik stijgt, werd er bij de rechtbank in Den Haag een uitspraak gewezen over barbecues. Of liever gezegd over de standaard waar een keramische barbecue op kan worden geplaatst. Uit deze “standaardzaak” vallen twee tips af te leiden voor rechthebbenden: (1) dien een verzoek in bij de Douane om inbreukmakende producten bij de grens tegen te houden en (2) onderzoek tijdig de mogelijkheid van een modelregistratie. De rechthebbende in deze procedure had aan beide punten voldaan. In dit weblog wordt dit toegelicht.
De zaak in het kort
De procedure speelde tussen Global en Outtrade. Beide partijen verhandelen keramische barbecues, ook wel kamado’s genoemd. Global verkoopt deze aan Xenos en Outtrade levert ze aan Blokker.
Global heeft een modelregistratie verricht voor een standaard waar een kamado op kan worden geplaatst. Die modelregistratie ziet er als volgt uit:
Global stelde zich op het standpunt dat Outtrade inbreuk maakt op haar geregistreerde en niet-geregistreerde modelrechten doordat er een kamado aan Blokker is geleverd met een standaard die te veel met haar model overeenstemt. De standaard van Outtrade ziet er als volgt uit:
Optreden door de Douane tegen inbreuk
De zaak kwam aan het rollen toen de Nederlandse Douane een zending standaarden van Outtrade tegenhield bij de grens. De standaarden waren voor Blokker bestemd.
Bij de Douane in Nederland is namelijk een speciaal team actief dat ‘inbreuk aan de grens’ bestrijdt: het Team Intellectuele Eigendomsrechten (afgekort IER). Onze ervaring is dat de leden van dit team net zo gepassioneerd zijn over het intellectuele eigendomsrecht als ons eigen “Clairfort-team IER”. Het Douane-team controleert zendingen op namaakproducten die direct een gevaar vormen voor de volksgezondheid (zoals medicijnen en apparaten die niet aan de veiligheidsnormen voldoen), maar let ook op andere soorten producten.
Een rechthebbende kan een verzoek doen aan de Douane om een oogje in het zeil te houden ten aanzien van zijn rechten. In zo’n Verzoek tot Douaneoptreden kan onder meer worden aangegeven wie de producent is van de oorspronkelijke producten, welke route de producten normaal gesproken volgen en wie er op de zwarte lijst staan. Als de Douane dan een zending aantreft waarvan zij vermoedt dat deze inbreuk maakt, geeft zij de rechthebbende een seintje. Ook Global had zo’n verzoek gedaan.
Tijdige registratie van modelrechten
Vervolgens ontstond er tussen partijen discussie of de door Outtrade verhandelde standaard inbreuk maakt op de modelrechten van Global. Tussen partijen was niet in geschil dat de standaard van Outtrade identiek was aan de modelregistratie en de standaard van Global. Wel had Outtrade aangevoerd dat het model van Global niet aan de vereisten voor bescherming voldoet.
Nadat een product eenmaal aan het publiek is getoond, gaat er in Europa een termijn lopen van 12 maanden om een model aan te vragen. Dit wordt ook wel de respijttermijn of de terme de grâce genoemd. Als er langer wordt gewacht, dan kan worden verzocht om het model nietig te verklaren. De rechtbank oordeelt echter dat Global het model tijdig had gedeponeerd.
Drempel voor modelbescherming
Ook beoordeelt de rechtbank of het model van Global nieuw is en een eigen karakter heeft. Kort gezegd mogen er niet al eerder identieke modellen voor het publiek beschikbaar zijn gesteld of modellen die dezelfde algemene indruk wekken. Die oudere modellen worden ook wel het ‘vormgevingserfgoed’ genoemd.
De rechtbank kijkt naar oudere standaarden van The Big Green Egg, de Bastard en TopQ en komt tot het oordeel dat deze niet aan de geldigheid van het model van Global in de weg staan. Dit omdat de armen afwijken en de poten in een andere hoek zijn geplaatst. We kunnen ons voorstellen dat er ook anders kan worden gedacht of dit voldoende is voor een andere algemene indruk.
Wel merkt de rechtbank op dat de afstand tussen het vormgevingserfgoed en het model van Global niet groot is. Dat is één van de redenen waarom wij cliënten vaak adviseren om (tijdig) een modelregistratie te verrichten. Uit een eerdere uitspraak over fietsmanden viel op te maken dat de drempel voor bescherming op grond van het modelrecht lager kan zijn dan die van het auteursrecht. Als er kan worden gediscussieerd of het oorspronkelijke product voldoende afwijkt van het vormgevingserfgoed, en zeker bij producten als de onderhavige die aan technische en praktische eisen moeten voldoen, kan het beschikken over een modelregistratie een voordeel opleveren. Het is de vraag of Global het ook had gered als zij zich (enkel) op auteursrechten had beroepen.
Meer weten?
Meer weten over een Verzoek tot Douaneoptreden of de bescherming van design via intellectuele eigendomsrechten? Neem dan contact op met de IE-specialisten van ons kantoor.
Neem contact op