In verband met de corona crisis riep de overheid in maart 2020 op om zoveel mogelijk thuis te werken. Veel werknemers werken sinds dat dan ook vanuit huis. De vraag is echter of de werkgever verplicht is om haar werknemers thuis te laten werken. Deze vraag kwam recent aan bod in een uitspraak van de Rechtbank Gelderland. Uit deze uitspraak volgt dat de oproep van de overheid om zoveel mogelijk thuis te werken in de verhouding tussen werkgever en werknemer geen recht op thuiswerken oplevert. In dit geval heeft werkgever voldoende aannemelijk gemaakt dat zij belang bij heeft bij het verrichten van werkzaamheden vanuit kantoor. Werknemer heeft in dit geval geen ‘recht’ op thuiswerken.
Casus
Werknemer is als medewerker commerciële binnendienst / service coördinator in dienst bij een keukenleverancier. Op 15 maart 2020 kondigt werkgever aan dat tot nader orde zal worden thuisgewerkt. Op 11 april 2020 ontvangen de werknemers van werkgever het bericht dat werken op kantoor per 14 april 2020 weer wordt aangevangen. Daarbij wordt ook vermeld welke maatregelen zijn genomen om eventuele verspreiding van het virus onder werknemers te voorkomen. In reactie hierop verzoekt werknemer tot 1 september 2020 thuis te mogen werken. Werkgever stemt hiermee in, onder de voorwaarde dat zij naar haar werkplek zal komen als dit noodzakelijk is. Vervolgens wordt op 6 mei 2020 aan werknemer verzocht om haar werkzaamheden op kantoor te hervatten. Hierop geeft de werknemer aan dat zij – conform het advies van de overheid – tot 1 september 2020 haar werkzaamheden thuis wenst te verrichten. Er ontstaat een discussie tussen partijen over de plaats waar de werkzaamheden moeten worden verricht. Partijen komen niet tot een oplossing. Om die reden wendt de werknemer zich op 29 mei 2020 tot de rechter. Zij vordert in kort geding werkgever te verplichten toe te staan dat werknemer tot 1 september 2020 thuis haar werkzaamheden zal verrichten.
Oordeel van de rechter
De rechter oordeelt dat het algemene advies van de overheid om zoveel mogelijk thuis te werken geen recht oplevert in de specifieke verhouding tussen werkgever en werknemer. Werkgever heeft in dit geval aangevoerd dat maatregelen zijn getroffen om de veiligheid op de werkplek te waarborgen. Daarnaast heeft werkgever aannemelijk gemaakt dat zij er belang bij heeft werknemer – gezien de aard van haar werkzaamheden – op de werkplek werkzaamheden te laten verrichten. De werkzaamheden van werknemer omvatten onder meer het aannemen van pakketten, het verwerken en verpakken van bestellingen (binnen één dag) en het begeleiden van een collega. Deze werkzaamheden kunnen niet eenvoudig vanaf huis worden verricht. Het belang van werkgever bij het verrichten van werkzaamheden op de werkplek en de getroffen maatregelen zijn door werknemer onvoldoende weersproken. De rechter is dan ook van oordeel dat van de werknemer kan worden gevergd haar werkzaamheden op kantoor te hervatten.
Conclusie
Uit het advies van de overheid om zoveel mogelijk thuis te werken, vloeit niet het recht op thuiswerken voort. Werkgevers zijn echter wel verplicht om maatregelen te treffen om een veilige werkomgeving te creëren. Heeft u vragen over thuiswerken of de te nemen maatregelen of de werkplek, neem dan gerust contact op met een van de specialisten van de sectie Arbeidsrecht.
Neem contact op