Bij de bouw van een tunnel wordt de methode van persing gebruikt. Als gevolg van een afwijkende bodemstructuur ten opzichte van de bekend zijnde informatie over de bodem loopt de pers vast, als gevolg waarvan de bouw wordt stilgelegd. Komt de termijnverlenging (en eventuele kostenverhogende omstandigheden) in dat geval voor rekening van de opdrachtgever of de opdrachtnemer (onder de UAV-gc)?
Dat is niet zonder meer te zeggen. In de aanbestedingsstukken kunnen zinsneden zijn opgenomen als ‘’… de bodemvreemde materialen als puin, steenbestorting, e.d. zijn voor rekening van de opdrachtnemer’’. Er zijn vervolgens verschillende vragen te stellen.
Beschikte de aannemer over de benodigde informatie over de bodem (geotechnisch onderzoek bijvoorbeeld)? Kunnen de voor de inschrijving verrichte onderzoeken naar de bodem in redelijkheid als voldoende worden aangemerkt? Zouden er diepgaandere onderzoeken naar de afwijkende bodemstructuur verricht moeten worden? Heeft de aannemer de opdrachtgever gewaarschuwd voor onjuistheden in de informatie? Heeft de opdrachtnemer alle voorzorgsmaatregelen genomen de werkzaamheden op de bodemgesteldheid af te stemmen?
Kortom, aannemers moeten over voldoende informatie beschikken om een verantwoorde inschrijving te kunnen doen en de werkzaamheden op een juiste wijze uit te kunnen voeren. Afhankelijk van de omstandigheden, correspondentie en de contractstukken kan bepaald worden voor wiens risico de vertraging c.q. stagnatie dient te komen.
De advocaten en projectjuristen van Clairfort kunnen u hierin adviseren.
Neem contact op