Kan een gemeente een tekort in de grondexploitatie voor haar rekening nemen,omdat anders een maatschappelijk gewenste ontwikkeling niet te realiseren blijkt? Het komt vaak voor, dat gemeentes worden geconfronteerd met ontwikkelingskansen uit de markt, die nog net een extra (financieel) zetje nodig hebben, om ook echt gerealiseerd te kunnen worden. Vaak gaan deze ontwikkelingen echter gepaard met een tekort, een zogenaamde onrendabele top. De gemeente wordt dan benaderd met het verzoek, om deze onrendabele top op te vangen, bijvoorbeeld door subsidies, maar eventueel ook door de grond-exploitatie voor haar rekening te nemen en dan een perceel (met verlies) door te verkopen of door gunstige leningen of garanties te verstrekken. Maar kan dat zomaar?
Een vliegveld of haven, een nieuwe bibliotheek of theater op de plek waar winkelleegstand de leefbaarheid van het centrum aantast, een modern sportcomplex, waar de lokale voetbalclub een nieuw thuis kan vinden en tevens aanvullende bedrijfsruimte, winkels of een gezondheidscentrum gerealiseerd kunnen worden, om maar wat voorbeelden te noemen. Allemaal kansen, die (ook) in het belang van de gemeente zijn, die de werkgelegenheid ten goede komen en die een verhoging van de leefbaarheid pleveren.
Staatssteun?
In dat soort gevallen kan sprake zijn van ongeoorloofde staatssteun. Door met overheidsgeld een bepaalde ontwikkeling te steunen, die zonder deze steun niet gerealiseerd zou kunnen worden, wordt de werking van de vrije markt verstoord. Immers concurreren de met staatsmiddelen gesteunde bedrijven en projecten met andere bedrijven en projecten, die niet met overheidsgeld gesteund worden, en genieten daardoor een door de overheid gefinancierd voordeel. Dat kan door niet gesteunde bedrijven worden ervaren als oneerlijke concurrentie en dat wil het staatssteunrecht voorkomen. Het staatssteunrecht is van oorsprong Europees recht, dat bindend is voor alle lidstaten en overheidsinstanties, en wordt bewaakt door de Europese Commissie. Indien door een gemeente wordt overwogen, een steun¬maatregel toe te kennen, moet dat eerst bij de Europese Commissie ter toetsing worden aangemeld (meldplicht) en worden goedgekeurd, voordat het project verder kan.
Maar is dat wel altijd nodig? Niet iedere steunmaatregel is ook automatisch ongeoorloofde staatssteun. Zo is er bijvoorbeeld nooit sprake van staatssteun, als een transactie door een gemeente (of andere overheids¬instantie) onder dezelfde voorwaarden ook door een particuliere investeerder zou worden gedaan, bijvoorbeeld aankoop of verkoop tegen normale marktwaarde. Een gemeente mag gewoon deelnemen aan de markt, van staatssteun kan alleen sprake zijn, als zij dat doet tegen voor-waarden, die niet marktconform zijn. Van staatssteun is ook geen sprake, als de investeringen betrekking hebben op typische overheidstaken (bijvoorbeeld politietaken, luchtverkeersveiligheid, maar ook verkeers¬infrastructuur of de inrichting van openbare ruimte) of als de investeringen zien op diensten van algemeen economisch belang (daeb). Typische voorbeelden voor het laatste zijn openbaar vervoer of sociale woningbouw. Ook zijn er een groot aantal vrijstellingsverordeningen en gelden er drempelbedragen. Ten slotte kan een gemeente ook gewoon een goede reden hebben, om een bepaalde activiteit te steunen. Dat moet dan weliswaar als steunmaatregelen worden gemeld, maar een goed onderbouwde melding leidt in de meeste gevallen tot een goedkeuring. Er is dan wel sprake van staatssteun, maar van geoorloofde staatssteun.
Een staatssteuntoets is dus geen overbodige luxe, om niet met alle goede bedoeling voor werkgelegenheid, opwaardering van het centrum of ontwikkeling van een culturele inrichting niet uiteindelijk onrechtmatig te handelen, wat niet alleen imagoschade oplevert. Het voorkomen van ongeoorloofde staatssteun is ook, en misschien wel nog meer, in het belang van de onderneming, die met de overheidsinstantie contracteert: ongeoorloofde staatssteun moet altijd worden terugbetaald – voor veel ondernemingen kan op die manier een project met maatschappelijk belang jaren later tot een zware kluif worden.
Neem contact op