Wanneer een werknemer een vaststellingsovereenkomst wordt aangeboden, kan met wederzijds goedvinden een beëindiging van het dienstverband worden overeengekomen. In een vaststellingsovereenkomst worden de voorwaarden met betrekking tot de uitdiensttreding vastgelegd. Een element dat vrijwel altijd in een vaststellingsovereenkomst wordt opgenomen, is een finaal kwijtingsbeding. In deze blog wordt het concept van een finaal kwijtingsbeding nader toegelicht. Aan de hand van een praktijkvoorbeeld wordt bovendien geïllustreerd dat de gevolgen van een dergelijk beding niet onderschat mogen worden.
Wat is finale kwijting?
Finale kwijting houdt in dat partijen na ondertekening van de vaststellingsovereenkomst over en weer niets meer van elkaar hebben te vorderen. Hiermee verklaren partijen in beginsel dat alle kwesties die zij willen regelen, zijn besproken en in de vaststellingsovereenkomst zijn opgenomen. Dit betekent dat na ondertekening van de vaststellingsovereenkomst geen van de partijen nog aanspraak kan maken op iets van de ander.
Met een finaal kwijtingsbeding spreken partijen af dat ze alles definitief met elkaar hebben geregeld en niets meer van elkaar kunnen vorderen in de toekomst.
Finaal kwijtingsbeding en loonvordering
In een recente uitspraak van het gerechtshof Amsterdam wordt duidelijk benadrukt dat de impact van een finaal kwijtingsbeding niet mag worden onderschat. In deze zaak is werkneemster werkzaam bij KLM. Binnen KLM is een reorganisatie doorgevoerd. Door de reorganisatie is de functie van werkneemster (Teamleider Airside) komen te vervallen. KLM heeft werkneemster niet herplaatst in de nieuwe functie van Shiftleader. Gelijktijdig is bij de Hoge Raad een andere procedure tussen een groep werknemers en KLM gevoerd over de vraag of de functies Teamleider Airside en Shiftleader met elkaar uitwisselbaar zijn. Dit houdt in dat de functies vergelijkbaar en gelijkwaardig met elkaar zijn. De Hoge Raad heeft vastgesteld dat de functies uitwisselbaar zijn. Werkneemster was echter geen partij in de procedures bij het gerechtshof en de Hoge Raad. Zij heeft zich uit de hoger beroepsprocedure teruggetrokken, nadat zij had gesolliciteerd naar een nieuwe functie van Cabin Attendant.
Na het arrest van de Hoge Raad heeft werkneemster in een reeks e-mailberichten aan KLM kenbaar gemaakt dat zij aanspraak maakt op de onregelmatigheidstoeslag en op de functie van Shiftleader, dan wel een volledig gelijkwaardige functie met behoud van anciënniteit en financiële voorwaarden. KLM heeft aan deze verzoeken van werkneemster geen medewerking verleend.
Uiteindelijk hebben partijen gesproken over beëindiging van de arbeidsovereenkomst en een vaststellingsovereenkomst met elkaar gesloten. In deze vaststellingsovereenkomst is een finale kwijting overeengekomen. In de vaststellingsovereenkomst wordt als volgt vermeld:
‘’Tussen Partijen is een geschil ontstaan over de vraag of de vorige (vervallen) functie van Werkneemster (Teamleider Airside) uitwisselbaar is met de functie Shiftleader Passenger Services, of Werkneemster al dan niet terecht door KLM boventallig is verklaard en of Werkneemster geplaatst zou moeten zijn of worden in de functie van Shiftleader Passenger Services (hierna: ‘het geschil’). Hierover zijn in kort geding procedures gevoerd. Deze kort geding procedures hebben niet tot een oplossing van het geschil geleid. Partijen blijven van mening verschillen over het geschil en de uitkomsten van de procedures over het geschil.
Ter beëindiging van dit geschil heeft KLM Werkneemster een voorstel voor een regeling in der minne gedaan, welk voorstel door Werkneemster is aanvaard;’’
Het finaal kwijtingsbeding is in de vaststellingsovereenkomst als volgt geformuleerd:
‘’Partijen verklaren dat zij, behoudens het bepaalde in deze overeenkomst, met betrekking tot het geschil, de daarover gevoerde en eventueel nog door andere medewerkers te voeren toekomstige procedures en de beëindiging van het geschil niets meer van elkaar te vorderen hebben. Met inachtneming van de inhoud van deze overeenkomst, zijn Partijen derhalve jegens elkaar met betrekking tot het geschil finaal gekweten.’’
Werkneemster concludeert op basis van de formulering van de vaststellingsovereenkomst en de daarin opgenomen finale kwijting dat de discussie over haar plaatsing in de functie van Shiftleader weliswaar is beëindigd, maar dat dit niet geldt voor de kwestie over het gemiste salaris dat bij die functie hoort. Werkneemster vordert achterstallig salaris van KLM dat hoort bij de functie Shiftleader. De kantonrechter heeft de vorderingen van werkneemster afgewezen, waarop werkneemster hoger beroep bij het gerechtshof Amsterdam heeft ingesteld.
Het gerechtshof Amsterdam oordeelt dat uit de tekst van de vaststellingsovereenkomst en het daarin opgenomen finale kwijtingsbeding niet zonder meer valt af te leiden dat het geschil uitsluitend betrekking heeft op de discussie over de boventalligverklaring, en niet op het bij de geclaimde functie behorende salaris. Bij de uitleg van de vaststellingsovereenkomst gaat het niet alleen om de letterlijke tekst, maar ook om de zin die partijen daaraan redelijkerwijs mochten toekennen en hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten. KLM wenste, blijkens correspondentie tussen partijen, beide geschillen middels een vaststellingsovereenkomst te beslechten. Niet is gebleken dat werkneemster op enig moment nadien en voorafgaand aan het sluiten van de vaststellingsovereenkomst aan KLM expliciet en ondubbelzinnig kenbaar heeft gemaakt door middel van de vaststellingsovereenkomst wel het eerste geschilpunt, maar niet het tweede geschilpunt te willen regelen. Indien werkneemster bedoelde met die vaststellingsovereenkomst uitsluitend het eerste geschilpunt te willen oplossen, dan had verwacht mogen worden dat zij dit expliciet aan KLM kenbaar had gemaakt, wat niet is gebeurd.
Naar het oordeel van het gerechtshof Amsterdam is de uitleg die partijen redelijkerwijs aan de omvang van de finale kwijting moeten toekennen als volgt: de finale kwijting ziet zowel op de discussie over de herplaatsing als op de financiële gevolgen hiervan in de zin van het door werkneemster mogelijkerwijs gederfde loon. Dat betekent dat de finale kwijting aan de vorderingen van werkneemster in de weg staat.
Conclusie
Om met succes een beroep te kunnen doen op een finaal kwijtingsbeding in de vaststellingsovereenkomst zal duidelijk moeten zijn wat wel en niet onder het beding valt. Er wordt onder andere gekeken naar de tekstuele uitleg, maar ook naar de bedoeling van partijen. We raden derhalve aan om het finaal kwijtingsbeding zo zorgvuldig en concreet mogelijk te formuleren. Op die manier is duidelijk welke onderwerpen zijn besproken en derhalve onderdeel vormen van de finale kwijting.
Laat u derhalve goed adviseren voordat u een vaststellingsovereenkomst sluit.
Vragen voor onze advocaten arbeidsrecht
Heeft u vragen over een finaal kwijtingsbeding of andere vragen over het arbeidsrecht, neem dan gerust contact op met één van onze advocaten van het Team Arbeidsrecht.
Neem contact op