Aandeelhouders kunnen om verschillende redenen besluiten de samenwerking met een medeaandeelhouder te beëindigen. Sinds 1989 biedt de Nederlandse wetgeving een geschillenregeling om conflicten tussen aandeelhouders op te lossen en de samenwerking te beëindigen. In de praktijk wordt deze regeling echter zelden gebruikt vanwege de lange en inefficiënte procedure.
De “Wet aanpassing geschillenregeling en verduidelijking ontvankelijkheidseisen enquêteprocedure” (Hierna: Wagevoe) treedt op 1 januari 2025 in werking. Deze wet heeft onder meer als doel de geschillenregeling efficiënter en toegankelijker te maken. In deze blog bespreken we eerst de huidige geschillenregeling en vervolgens de belangrijkste wijzigingen van de Wagevoe.
De huidige geschillenregeling kent twee verschillende procedures die afhankelijk van de situatie gebruikt kunnen worden; de uittredingsprocedure en de uitstotingsprocedure.
Uittredingsprocedure
Deze procedure stelt een aandeelhouder die door medeaandeelhouders is benadeeld in staat om via de rechtbank te eisen dat zijn of haar aandelen worden overgenomen. De aandeelhouder moet daarvoor kunnen aantonen dat zijn of haar rechten of belangen zodanig zijn geschaad dat redelijkerwijs niet langer kan worden verwacht dat hij of zij aandeelhouder blijft.
Hoewel elke aandeelhouder deze regeling kan gebruiken, is de procedure vooral kansrijk voor minderheidsaandeelhouders. Zij hebben meestal geen doorslaggevende stem in de algemene vergadering van aandeelhouders (AVA) en kunnen daardoor benadeeld worden door meerderheidsaandeelhouders. Essentieel is dat de belangen van de aandeelhouder moeten zijn geschaad. Dit betekent bij voorbeeld dat het schaden van een belang als bestuurder (van iemand die zowel aandeelhouder als bestuurder is) dus niet voldoende is om de uittredingsprocedure te kunnen starten.
Voorbeelden van situaties die kunnen leiden tot een succesvolle uittredingsvordering zijn:
- een zeer ongunstig dividendbeleid.
- belangen van de vennootschap worden ondergeschikt gemaakt aan die van de meerderheidsaandeelhouder, die niet bereid is de aandelen van de minderheidsaandeelhouder vrijwillig over te nemen;
- ontslag van een aandeelhouder die tevens bestuurder is, vaak met bijkomende omstandigheden; en
- het niet verstrekken van noodzakelijke informatie aan de aandeelhouder.
Uitstotingsprocedure
Bij de uitstotingsprocedure eisen medeaandeelhouders dat een aandeelhouder zijn of haar aandelen overdraagt vanwege gedragingen van die aandeelhouder die het vennootschappelijk belang schaden. Voorbeelden zijn het bewust dwarsliggen bij besluitvorming en het blokkeren van noodzakelijke financiering. Een uitstotingsvordering kan worden ingesteld door aandeelhouders die samen minstens een derde van het geplaatste kapitaal bezitten.
De rechter houdt bij het toewijzen van de vordering vooral rekening met het vennootschappelijk belang. Als beëindiging van het aandeelhouderschap grote nadelige gevolgen heeft voor de vennootschap, bijvoorbeeld omdat daardoor een belangrijk licentiecontract van de vennootschap kan worden beëindigd, wordt het verzoek niet gehonoreerd. De uitstotingsprocedure beschermt namelijk geen individuele belangen, maar richt zich op het belang van de onderneming als geheel.
Een aparte variant die nog moet worden genoemd, betreft de zogenoemde uitkoopprocedure. Deze procedure geeft een groot aandeelhouder die minimaal 95% van het geplaatste kapitaal houdt de mogelijkheid om de aandelen van de minderheidsaandeelhouder(s) te kopen. Een rechter wijst een dergelijk verzoek alleen af als:
- een minderheidsaandeelhouder ernstige stoffelijke schade zou lijden door de overdracht;
- het gaat om aandelen met bijzonder zeggenschap; of
- de grootaandeelhouder afstand heeft gedaan van zijn bevoegdheid om een dergelijke vordering in te stellen.
Door deze procedure wordt een groot aandeelhouder in staat gesteld om zijn/haar aandeelhouderschap efficiënter vorm te geven door een kleine minderheidsaandeelhouder uit te kopen. Hierdoor hoeft er geen rekening meer te worden gehouden met deze aandeelhouder en zijn er minder formaliteiten/administratie waarmee de grootaandeelhouder rekening hoeft te houden.
In een uitstotingsprocedure wordt de prijs van de aandelen bepaald door een deskundige die door de rechter wordt aangewezen. Deze deskundige stelt de waarde van de aandelen vast op basis van de economische waarde daarvan op een specifieke peildatum. De rechter gebruikt het rapport van de deskundige om de koopprijs vast te stellen.
Wagevoe
Omdat in de praktijk bleek dat de geschillenregeling nauwelijks werd gebruikt vanwege de complexiteit en duur van de procedure, is de Wagevoe ontworpen met als doel om de bestaande geschillenregeling efficiënter en toegankelijker te maken.
Een belangrijke wijziging is de verruiming van de norm voor uitstoting bij de uitstotingsprocedure. Onder de huidige wetgeving kunnen alleen handelingen die zijn verricht in de rol van aandeelhouder leiden tot uitstoting. De Wagevoe bepaalt dat ook handelingen van een aandeelhouder in een andere hoedanigheid (bijvoorbeeld als bestuurder) door de rechter kunnen worden meegenomen in de belangenafweging. Deze aanpassing brengt het criterium voor uitstoting in lijn met dat voor uittreding, waarbij een aandeelhouder verzoekt uit te treden op basis van de handelingen van een medeaandeelhouder.
Het voorstel bepaalt voorts dat een uittredingsvordering niet wordt toegewezen wanneer er al een redelijk bod is uitgebracht op de aandelen van de aandeelhouder. Dit moet er voor zorgen dat aandeelhouders sneller tot een onderlinge oplossing komen.
Het toepassingsbereik van de geschillenregeling verandert ook. Deels wordt het toepassingsbereik beperkt en deels uitgebreid. Voorheen was de regeling van toepassing op alle besloten vennootschappen, maar na de wetswijziging vallen beursgenoteerde vennootschappen hier niet meer onder. Daar staat tegenover dat de Wagevoe nu wel van toepassing is op certificaathouders wiens positie vergelijkbaar is met die van aandeelhouders.
De aandeelhoudersovereenkomst en de statuten
De wettelijke geschillenregeling heeft een subsidiair karakter, wat betekent dat zelf overeengekomen geschillenregelingen in een aandeelhoudersovereenkomst of de statuten voorrang hebben. In de praktijk nemen aandeelhouders in hun aandeelhoudersovereenkomst vaak een regeling op die aangeeft hoe zij omgaan met geschillen c.q. in welke gevallen een aandeelhouder geen aandeelhouder meer mag blijven. Vaak kiezen aandeelhouders voor een aanbiedingsregeling die aangeeft in welke gevallen een aandeelhouder verplicht is zijn/haar aandelen aan te bieden waardoor de samenwerking automatisch eindigt. Zo kan een aanbiedingsplicht ontstaan wanneer een aandeelhouder bepaalde verplichtingen niet nakomt, niet langer werkzaam is voor de vennootschap of indien de stemmen staken.
Hoewel de Wagevoe beoogt om de wettelijke geschillenregeling aantrekkelijker te maken, biedt een contractuele regeling nog meer mogelijkheden om tailor made oplossingen te kiezen die aansluiten bij de specifieke situatie. Vanwege de geldende contractsvrijheid is er op dit punt veel mogelijk en is het voor aandeelhouders die willen gaan samenwerken zinvol om zich hierop vooraf te oriënteren.
Meer weten?
Heeft u vragen over de Wagevoe, het opstellen van een aandeelhoudersovereenkomst of deze blog? Neem dan gerust contact op met één van onze specialisten van het Team Ondernemingsrecht en M&A.
Neem contact op