Sinds de inwerkingtreding van de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (“Wkb”) per 1 januari 2024 verwijst de wet herhaaldelijk naar het begrip “bouwwerk”. Een duidelijke definitie van dit begrip ontbreekt echter. In deze blog gaan we dieper in op de reikwijdte van het begrip, de juridische spanningen tussen het omgevingsrecht en het privaatrecht, en de belangrijke inzichten uit het recente IBR-rapport.
De Wet kwaliteitsborging voor het bouwen
Het doel van de Wkb is om de bouwkwaliteit te verhogen door intensiever toezicht en een striktere aansprakelijkheidsregeling. De nieuwe wet introduceert onder meer het concept van een gecertificeerde kwaliteitsborger, die tijdens het bouwproces controleert of een bouwwerk voldoet aan alle technische eisen.
Met de komst van de Wkb wordt in verschillende bepalingen van de titel van aanneming van werk in het Burgerlijk Wetboek (“BW”) verwezen naar het begrip “bouwwerk”. Bijvoorbeeld in artikel 7:754 lid 2 BW (vormvereisten en waarschuwingsplicht), artikel 7:757a BW (opleverdossier) en artikel 7:758 lid 4 BW (aansprakelijkheid na oplevering). In de Wkb ontbreekt echter een duidelijke definitie van dit kernbegrip en de reikwijdte ervan.
Deze onduidelijk heeft in de praktijk tot vragen geleid. Uit het eerste evaluatierapport over de inwerkingtreding van de Wkb blijkt dat betrokken partijen bij het bouwproces worstelen met de vraag welke werkzaamheden onder het begrip bouwwerk vallen en welke niet. Op 7 april 2025 heeft de minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening vragen van de Eerste Kamer over deze stand van zaken beantwoord. Ook heeft de minister onderzoek laten verrichten naar wat binnen het begrip bouwwerk valt.
Rapport IBR
Op verzoek van de minister heeft het Instituut voor Bouwrecht (“IBR”) de opdracht gekregen om te onderzoeken hoe het begrip “bouwwerk” dient te worden geduid. Dit leverde het rapport De betekenis van het begrip ‘bouwwerk’ op, dat de basis vormt voor deze blog.
Aansluiting bij de Omgevingswet
In de Wkb is het begrip bouwwerk niet afzonderlijk gedefinieerd. De wetgever heeft het voldoende geacht om aan te sluiten bij de definitie zoals opgenomen in de Omgevingswet. Deze luidt:
“Een constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van bestemming hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren, met inbegrip van de daarvan deel uitmakende bouwwerkgebonden installaties.”
Een ogenschijnlijk duidelijke omschrijving, maar in de praktijk blijkt dat deze definitie niet toereikend is voor alle bouwactiviteiten in de sector.
Beperkingen in het omgevingsrecht
De definitie uit de Omgevingswet sluit bepaalde activiteiten uit die in de bouwsector wel degelijk als ‘bouwen’ worden ervaren. Een treffend voorbeeld: schilderwerkzaamheden vallen volgens de definitie in de Omgevingswet niet onder het bouwen van een bouwwerk, omdat dit naar zijn aard niet het aanbrengen van een constructieve voorziening is (stucwerk daarentegen dan weer wel). Ook infrastructurele werken zoals het aanleggen van wegen vallen buiten het bereik, terwijl kunstwerken zoals bruggen wél weer binnen de definitie vallen.
Vanuit omgevingsrechtelijk oogpunt is dit geen probleem: voor werkzaamheden die niet als ‘bouwwerk’ kwalificeren is geen omgevingsvergunning benodigd, maar kan een andere vergunningsplicht gelden zoals bijvoorbeeld een aanlegvergunning. Privaatrechtelijk ligt dit complexer.
Een juridisch spanningsveld
Het ontbreken van een eenduidige definitie die aansluit bij de praktijk leidt tot juridische onduidelijkheden. Met de invoering van de Wkb is het aansprakelijkheidsregime voor gebreken na oplevering een tweedeling gemaakt tussen aanneming van bouwwerken en niet-bouwwerken (artikel 7:758 lid 3 en 4 BW). Een risico dat daarmee ontstaat is dat binnen één bouwcontract of één bouwproject verschillende aansprakelijkheidsregimes van toepassing zijn: sommige onderdelen vallen wél onder de (ruimere) regeling van artikel 7:758 lid 4 BW, andere niet. Dit kan ook tot gevolg hebben dat artikel 7:758 lid 3 naast lid 4 in de bouw blijft bestaan, hetgeen gezien het doel van de Wkb juist niet de bedoeling van de wetgever is geweest.
Het oordeel van het IBR
Het IBR concludeert dat de wetgever zich bij de totstandkoming van de Wkb onvoldoende heeft gerealiseerd dat het bouwwerkbegrip in het privaatrecht een andere reikwijdte heeft dan in het omgevingsrecht. Daarbij wijst het IBR erop dat de term bouwwerk al eerder voorkwam in het BW, bijvoorbeeld in artikel 7:761 lid 2 BW over de verjaring van rechtsvorderingen. Uit de wetsgeschiedenis van dat artikel blijkt dat de wetgever daar vooral het onderscheid wilde markeren tussen aanneming van werk in de bouw, en andere vormen van aannemingen aanneming van werk (denk aan de fietsenmaker, automonteur of de kleermaker).
Vanuit die invalshoek komt het IBR tot de conclusie: de term bouwwerk in het BW heeft een ruimere betekenis dan in de Omgevingswet. Het privaatrechtelijke bouwwerkbegrip omvat dus méér dan alleen de constructies zoals bedoeld in het omgevingsrecht.
Wat valt er dan allemaal onder?
In ieder geval vallen onder het privaatrechtelijke bouwwerkbegrip de bouwwerken zoals gedefinieerd in de Omgevingswet. Het IBR noemt daarnaast expliciet dat ook infrastructuur zoals wegen, maar ook energie-infrastructuur, waterstaatswerken en watersystemen onder het privaatrechtelijke bouwwerkbegrip vallen. De civiele bouwpraktijk kent immers een bredere werkelijkheid dan die van het vergunningenstelsel in het omgevingsrecht.
Conclusie
De conclusie is helder: bouwwerk betekent niet in elke context hetzelfde. De Wkb sluit aan bij het omgevingsrecht, maar de praktijk van het bouwen vraagt om een bredere blik. De duiding van het begrip door middel van het IBR-rapport is daarmee een waardevolle bijdrage in de discussie over de privaatrechtelijke duiding van het begrip bouwwerk. Voor bouwprofessionals en opdrachtgevers is het belangrijk om zich bewust te zijn van deze verschillen in interpretatie en het toepassingsbereik en waar nodig hiermee rekening te houden in hun contractering.
Onze vastgoed advocaten houden de ontwikkelingen rond de Wkb nauwgezet bij. Bezoek regelmatig onze website voor actuele informatie en andere relevante updates.




Neem contact op