Geregeld versturen wij sommatiebrieven naar partijen die inbreuk maken op de intellectuele eigendomsrechten van onze cliënten. Daar volgen soms erg interessante en creatieve reacties op. In elk geval zit er meer creatieve arbeid in dan de namaakproducten die worden verhandeld. Inmiddels beschikken wij dan ook over een lange lijst van ‘inbreuksmoezen’. Speciaal voor Wonen360 hebben wij een Smoezen Top 5 samengesteld. En we hebben ook gelijk aangegeven waarom ze geen stand houden.
1. Het was de stagiair!
Als wij wederpartijen mogen geloven, dan zijn er bovengemiddeld veel stagiairs die intellectuele eigendomsrechten schenden zonder dat hun werkgevers daar ook maar iets van afweten.
Deze stelling vinden wij niet altijd even geloofwaardig. Dat een ‘marketing-stagiair’ eigenhandig verantwoordelijk is voor de inbreukmakende afbeeldingen in een folder is al weinig geloofwaardig, laat staan dat de stagiair van de designafdeling een nieuwe (inbreukmakende) meubellijn introduceert.
Hoe dan ook, in ieder geval houdt deze smoes juridisch geen stand. Een onderneming is in beginsel verantwoordelijk voor het handelen van zijn werknemers en stagiaires. En als het inbreukmakende werk wordt aangeboden, dan kan de onderneming worden aangesproken. Ongeacht of een stagiair is betrokken of dat de CEO het product heeft ‘ontworpen’.
2. Er stond geen © bij
In een belangrijk verdrag over het auteursrecht, de Berner Conventie, is bepaald dat er geen formaliteiten gelden voor het ontstaan van auteursrechten. Alle lidstaten van de EU zijn toegetreden tot dit verdrag.
Een copyright notice, zoals de © ook wel wordt genoemd, is hier dus geen voorwaarde om op te kunnen treden. Wel kan het handig zijn als signaal voor derden dat ze niet zomaar gebruik mogen maken van een werk.
3. Ik wist niet dat ik inbreuk maakte
Helaas voor de partijen die hier een beroep op doen, maar de inbreuk moet ook worden gestaakt als men niet wist dat het verkopen van een product inbreuk oplevert. Opzet of kwade trouw zijn dus niet vereist. Dit nog los van het feit dat in de rechtspraak vaak wordt geoordeeld dat van professionele handelaren verwacht mag worden dat zij weten wat er speelt in de branche en eerst zelf onderzoek doen.
Als het echt zo is dat men niet van het inbreukmakende karakter op de hoogte was (en dat ook redelijkerwijs niet hoefde te zijn), dan kan dit wel invloed hebben op de financiële compensatie die kan worden gevorderd.
4. Ik heb er niets mee verdiend
Ook het feit dat er niets is verdiend, is niet relevant voor de vraag of er sprake is van inbreuk.
Dat betekent bovendien dat ook stichtingen, verenigingen en (overige) charitatieve instellingen aangesproken kunnen worden.
5. Het is eigenlijk een compliment
Wij hebben al heel wat bewoordingen voorbij horen komen om het handelen van een inbreukmakende partij te omschrijven, maar het woord ‘compliment’ zat daar tot nu toe nog niet tussen. Maar in ieder geval is het juridisch geen argument om inbreuk te mogen maken.
Meer weten?
Meer weten over de inbreuk op intellectuele eigendomsrechten? Ons team van intellectuele eigendomsrechtspecialisten staat voor u klaar.
Dit artikel werd geschreven voor Wonen360.nl, hét nieuwsplatform voor B2B interieur- en woonprofessionals.
Neem contact op