Vanaf 3 december 2018 is discriminatie bij verkoop op grond van nationaliteit verboden. Dit is geregeld in de Europese Geoblocking Verordening (Verordening 2018/302/EU) van 28 februari 2018. Het verbod is van belang omdat internetverkoop een grote vlucht heeft genomen en klanten (consumenten of bedrijven die eindgebruiker zijn) in de praktijk bij online verkoop gediscrimineerd worden op basis van nationaliteit of verblijfplaats.
Het gaat bijvoorbeeld om het re-routen (omleiden) van bezoekers van websites naar een lokale website of weigeringen om bestellingen te accepteren van bezoekers met een buitenlands IP-adres, leveringsadres of betaalmiddel. De verordening is onderdeel van een Communautair pakket van maatregelen om een digitale Europese markt te waarborgen.
Verbod Geoblocking
De Verordening verbiedt niet alleen het blokkeren van toegang van klanten tot online interfaces of het beperken daarvan op grond van nationaliteit, woonplaats of vestiging van de klant en het omleiden van klanten zonder toestemming naar een andere website. Ook het hanteren van verschillende algemene voorwaarden en van verschillende betalingsvoorwaarden op basis nationaliteit, woon- of verblijfplaats valt in beginsel onder het verbod. De Verordening gaat echter bijvoorbeeld niet zo ver dat internetaanbieders worden verplicht om aflevering van producten in andere lidstaten te faciliteren, wanneer een klant daar zelf niet voor zorgt. Voor meer informatie over de verordening, zie de vragen en antwoorden (Q&A), die de Europese Commissie op 20 september 2018 publiceerde hier.
Handhaving verbod Geoblocking
Het Geoblocking verbod kan door klanten in een procedure voor de Nederlandse rechter worden gehandhaafd. Daarnaast voorziet de Verordening in handhaving door de lidstaten: klanten kunnen ook bij een nationale toezichthouder klagen. Voor praktische ondersteuning kunnen zij terecht bij het Europees Consumenten Centrum (ECC) in Den Haag. De lidstaten mogen zelf bepalen welke autoriteit de verboden zal handhaven. In Nederland is daarvoor de Autoriteit Consument en Markt (ACM) aangewezen, die boetes kan opleggen van EUR 900.000 of maximaal 1% van de omzet van een onderneming die het verbod overtreedt. In Duitsland is het toezicht anders ingevuld. Daar is voor toezicht en handhaving niet voor de mededingingsautoriteit, maar voor de telecomautoriteit gekozen.
Mededingingsrecht
De Verordening ziet met name op eenzijdige gedragingen van handelaren bij on-line verkoop. Maar ook uit distributieovereenkomsten kan discriminatie voortvloeien. Distributieafspraken kunnen eenzelfde effect hebben als eenzijdige gedragingen. Op overeenkomsten tussen leveranciers en distributeurs is het kartelverbod van toepassing. Een actieve benadering van klanten in andere EU lidstaten (o.a. via media of op internet) kan onder omstandigheden door een leverancier verboden worden, maar niet de passieve verkoop (d.w.z. de reactie op ongevraagde verzoeken van klanten). Bij een selectief distributiesysteem kunnen weer wel onder omstandigheden kwaliteitseisen aan klanten gesteld worden. Denkbaar is dat het geoblocking verbod tot een conflict kan leiden met afspraken die in het mededingingsrecht zijn toegestaan. In geval van een conflict met het mededingingsrecht zal de Geoblocking Verordening in de regel voorrang krijgen, maar bijvoorbeeld het recht van leveranciers om beperkingen te stellen aan actieve verkoop wordt door de Geoblocking Verordening niet geraakt.
Handhaving mededingingsverbod via de rechter
Beperkingen van distributeurs bij online verkoop hebben in diverse landen tot rechtszaken geleid. Bijvoorbeeld bij de door distributeurs gehanteerde prijzen of bij de klanten aan wie zij leverden. De handhaving van het kartelverbod bij online verkoop liep bij Nederlandse rechters vaak spaak. Zo oordeelde de Rechtbank Amsterdam (ECLI:NL:RBAMS:2017:7282) dat een weigering van Nike om aan een Italiaanse sportartikelenwinkel (Action Sport) via het web-platform van Nike bestelde artikelen te leveren, toelaatbaar was. Action Sport had in strijd met de door Nike gehanteerde voorwaarden gehandeld door Nikeproducten via Amazon aan te bieden. Nike had Action Sport er in e-mails en brieven op gewezen dat de verkoop via Amazon in strijd was met deze voorwaarden en het beleid van Nike inzake selectieve distributie. De Rechtbank gaf Nike gelijk en oordeelde dat het hier ging om luxeproducten waarvoor de door het systeem opgelegde beperkingen niet bezwaarlijker waren dan voor een doeltreffende handhaving van kwaliteitseisen noodzakelijk is.
Handhaving mededingingsverbod via ACM
Ook de handhaving van het kartelverbod via de ACM verliep bij verticale beperkingen moeizaam. De ACM gaf aan het optreden tegen verboden verticale beperkingen geen prioriteit. Dit gaat echter veranderen. In de Agenda 2018-2019 van de ACM wordt de digitale economie als speerpunt genoemd. De ACM wil zich daarbij vooral gaan richten i) op goede en open infrastructuur voor een snel en betaalbaar internet, ii) op de macht van bedrijven door gebruik van data en algoritmes en iii) op duidelijke informatie en keuzevrijheid voor online consumenten. Bovendien wordt van de onlangs aangetreden voorzitter van de Raad van Bestuur van de ACM verwacht dat hij meer oog zal hebben voor verticale beperkingen en de nieuwe uitdagingen van de digitale economie dan zijn voorganger.
Neem contact op