Eén van de IE-zaken die de afgelopen jaren veel aandacht heeft gekregen in de media, is die tussen Picnic en Max Verstappen over het reclamefilmpje met een Verstappen lookalike. Daar waar de rechtbank in 2017 oordeelde dat de online supermarkt inbreuk maakte, komt het gerechtshof nu tot een andere conclusie. In dit weblog zetten wij de uitspraak uiteen.
Het reclamefilmpje van Picnic
De procedure draait om een filmpje van 32 seconden dat Picnic in september 2016 op haar Facebookpagina plaatste. Daarin was een lookalike van Max Verstappen te zien die in raceoutfit in een bestelbusje van de online supermarkt stapt en gas geeft. Dat zijn al verwijzingen genoeg naar de bekende coureur zou je zeggen, maar het filmpje had ook nog eens verdacht veel weg van de reclame waarin de echte Verstappen in zijn Formule 1-auto boodschappen bezorgt voor Jumbo. Picnic bracht zelfs een bestelbus van Jumbo prominent in beeld.
Verstappen en Mavic, die zijn zakelijke belangen behartigt, stuurden direct een sommatiebrief waarin ze vorderden het filmpje offline te halen en een schadevergoeding te betalen. Picnic haalde het filmpje inderdaad offline, maar in de tussentijd was het al honderdduizenden keren online bekeken en gedeeld, stond het op de websites van landelijke dagbladen en werd het getoond in programma’s als RTL Boulevard en Shownieuws.
Omdat partijen er samen niet uitkwamen, volgde een procedure.
Waar gaat het juridisch over? Portretrecht en een lookalike
In bepaalde gevallen kan op grond van artikel 21 van de Auteurswet een beroep op het portretrecht worden gedaan, namelijk als de geportretteerde een redelijk belang heeft. Bekende personen hebben vaak een ‘commercieel portretrecht’, ook wel aangeduid als ‘verzilverbare populariteit’. Op basis daarvan hoeven ze in beginsel niet te dulden dat iemand hun portret gebruikt in een reclame-uiting zonder dat ze daar een redelijke vergoeding voor krijgen.
De zaak is juridisch extra interessant omdat het niet de echte Max Verstappen was die in het Picnicbusje stapte, maar een lookalike. Kan dat ook onder het portretrecht worden geschaard?
Uitspraak van de rechtbank: inbreuk portretrecht, 1-0 voor Verstappen
De rechtbank kwam tot het oordeel dat dit inderdaad het geval was. Volgens haar had Picnic onrechtmatig gehandeld jegens Verstappen door de openbaarmaking van zijn portret. Zij veroordeelde Picnic tot het betalen van een schadevergoeding van € 150.000. De vordering van Mavic werd afgewezen.
Het zal waarschijnlijk niet hebben geholpen dat één van de oprichters van Picnic in RTL Boulevard had gezegd dat ze in de webshop van Max zelf een pet hadden gekocht en die op hadden gezet bij een lookalike die ze via via tegenkwamen. En dat het toen “best wel viraal” was gegaan.
Na de uitspraak werd IE-advocaat Evert van Gelderen van Clairfort geïnterviewd door BNR over de zaak. Luister het fragment hier.
Hoger beroep: geen schending portretrechten
Alle partijen gingen in beroep tegen het oordeel van de rechtbank. Het gerechtshof oordeelt allereerst dat de rechtbank de vorderingen van Mavic terecht heeft afgewezen, omdat op grond van het portretrecht de persoon Verstappen (en bij diens overlijden zijn eventuele nabestaanden) tegen ongeoorloofde openbaarmaking van zijn portret wordt beschermd en niet door zijn management Mavic.
Portretrecht helpt niet tegen duidelijke lookalike
Verder oordeelt het gerechtshof dat het filmpje met de lookalike niet als portret van Verstappen in de zin van artikel 21 van de Auteurswet kan worden beschouwd. Hoewel het beeld van Verstappen wordt opgeroepen, is het vanwege de verschillen duidelijk voor het publiek dat het niet om de coureur zelf gaat maar om een persiflage. Zo zijn de gelaatstrekken van de lookalike gelijkend maar zeker niet identiek en rijdt hij in een smal elektrisch bestelbusje in plaats van een Formule 1 racewagen. Verstappen zelf wordt niet in beeld gebracht. Volgens het gerechtshof kan er onder die omstandigheden geen beroep worden gedaan op het portretrecht:
“De bescherming van een persoon tegen de openbaarmaking van zijn portret ingevolge artikel 21 Aw gaat niet zo ver dat zij zich uitstrekt tot verspreiding van beeldmateriaal waarin bepaalde kenmerken van de verschijning van een persoon door een ander worden uitgebeeld en/of nagespeeld of nagebootst, doch er geen redelijke twijfel bestaat – bijvoorbeeld door het persiflerende of verwijzende karakter van de beelden – dat het niet de persoon zelf betreft doch slechts iemand die op hem lijkt. Dat geldt ook als de associatie met opzet wordt gewekt.”
Ook geen onrechtmatig handelen
Ook van onrechtmatig handelen is volgens het gerechtshof geen sprake. Het betreft (in de woorden van het hof) geen diffamerende uiting, zodat Verstappen niet in zijn eer en goede naam wordt aangetast en de uitingsvrijheid van Picnic daar niet voor hoeft te wijken. Het publiek zal niet menen dat Verstappen de diensten van Picnic ondersteunt.
Het nabootsen van een bekende persoon is niet zonder meer onrechtmatig, zo benadrukt het gerechtshof. Ook niet als Picnic in commercieel opzicht belang heeft bij de filmpje vanwege de grote aandacht die het heeft gekregen en dat voordeel ook heeft beoogd. Om de post toch onrechtmatig te achten, zijn bijkomende omstandigheden vereist. In dit geval ontbreken die.
Dat Jumbo mogelijk nog iets kan doen tegen de nabootsing van haar commercial, maakt volgens het gerechtshof ook niet dat het filmpje onrechtmatig is. Het staat vast dat Jumbo er de humor wel van inzag en bovendien heeft Jumbo het contract met Verstappen kort na openbaarmaking van de film van Picnic verlengd. Al met al is het volgens het gerechtshof dan ook niet aannemelijk dat Verstappen in zijn zakelijke belangen is geschaad.
Tot slot
Hoewel het juridisch geen gewonnen race was voor de supermarkt, komt Picnic toch als winnaar over de eindstreep bij het gerechtshof. Maar of de geblokte vlag die het einde van de race aanduidt al in zicht is? Partijen kunnen de zaak nog voorleggen aan Hoge Raad.
Naar onze mening had de uitkomst van de zaak ook anders kunnen zijn. In 1970 oordeelde de Hoge Raad al in het Ja Zuster, Nee Zuster-arrest dat het portretrecht ook beschermde tegen het gebruik van poppetjes van karakters van de populaire serie. Daar ging het dus evenmin om de personen zelf, maar werden wel hun commerciële belangen beschermd.
Meer weten over portretrechten? Neem dan contact op met onze specialisten van de sectie intellectueel eigendomsrecht.
Neem contact op