Onlangs kreeg een vrouwelijke beurshandelaar een vertrekpremie van ruim € 413.000,- toegewezen door de kantonrechter wegens de vrouwonvriendelijke bedrijfscultuur bij haar werkgever. Zo werd tijdens trainingen gehandeld in dick pics, het salaris van vrouwelijke pornosterren en de duurste beha.
Casus
In de onderhavige zaak is een 29-jarige vrouwelijke beurshandelaar vanaf 2014 in dienst van Optiver. Optiver houdt zich als werkgever bezig met de effectenhandel op de beurs, waarbij handelaars met behulp van speciale technologieën en algoritmes anticiperen op koersveranderingen.
Van de 121 beurshandelaren/trainees bij werkgever is naast werkneemster één vrouwelijke trainee in dienst. Werkneemster heeft als beurshandelaar een basissalaris van € 75.000,- bruto per jaar, exclusief vakantietoeslag en overige beloningen. Jaarlijks komt werkneemster in aanmerking voor een bonus. Over 2017 bedroeg deze bonus € 179.795,- bruto, over 2018 € 340.365,- en over 2019 € 230.800,- bruto.
Tijdens de eerste dienstjaren promoveerde werkneemster meerdere keren. Vanaf 2018 kreeg werkneemster echter minder goede beoordelingen. In dat jaar stelde werkneemster ook de vrouwonvriendelijke bedrijfscultuur aan de kaak bij werkgever. Zo werd tijdens trainingen gehandeld in dick pics, het salaris van vrouwelijke pornosterren en de duurste beha. Daarnaast werd bij succesvolle deals muziek gedraaid met seksueel getinte teksten zoals Jerk it Out, Sexylady en Bitch2. Ook in WhatsApp-groepen met collega’s werden meermaals seksueel getinte opmerkingen gemaakt en afbeeldingen van vrouwen gedeeld.
Werkneemster heeft vervolgens begin 2020 om een vertrekregeling verzocht vanwege seksuele intimidatie en discriminatie op de werkvloer. Werkgever is hierop een intern onderzoek gestart naar één van de door werkneemster genoemde incidenten, te weten een gestelde poging tot verkrachting in augustus 2016 en de stelling dat zij dit bij werkgever heeft gemeld. Na het afronden van het intern onderzoek hebben partijen geprobeerd om aan de hand van mediation tot een oplossing te komen. Dit is echter niet gelukt, waarna werkgever een vertrekregeling heeft aangeboden met een beëindigingsvergoeding ter hoogte van € 277.556,03 bruto, inclusief transitievergoeding. Werkneemster heeft dit aanbod niet geaccepteerd en de kantonrechter verzocht om ontbinding van de arbeidsovereenkomst op grond van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van werkgever, het in strijd handelen met het gelijke behandelingsprincipe en het handelen in strijd met goed werkgeverschap. Volgens werkneemster heeft werkgever onvoldoende gedaan om de seksuele intimidatie en het gebruik van ongewenste omgangsvormen door de medewerkers te voorkomen en heeft werkgever onderscheid gemaakt tussen mannen en vrouwen ten aanzien van de arbeidsomstandigheden.
De procedure
In de ontbindingsprocedure verzoekt werkneemster de arbeidsovereenkomst te ontbinden en werkgever te veroordelen tot betaling van de volgende vergoedingen:
- een billijke vergoeding ter hoogte van € 699.400,- bruto;
- de transitievergoeding ter hoogte van € 61.811,- bruto;
- een schadevergoeding van € 1.222.600,- bruto.
Volgens de kantonrechter heerst er bij werkgever een harde en competitieve bedrijfscultuur. De werknemers presteren onder hoge druk, waarbij de risico’s groot zijn en de beloningen hoog. Hierdoor worden als uitlaatklep losse omgangsvormen gehanteerd op de werkvloer, waarbij sprake is van grensoverschrijdend gedrag.
Tot 2016 was er bij werkgever geen duidelijk klachtprocedure, het jaar waarin werkneemster buiten werktijd beweerd te zijn lastig gevallen door een toenmalige medewerker. Duidelijk is geworden dat werkneemster vanaf eind 2018 op verschillende manieren bij werkgever aandacht heeft gevraagd voor de seksueel beladen en vrouwonvriendelijke bedrijfscultuur. Volgens de kantonrechter kan geen enkele werkgever het zich permitteren om een dergelijke situatie lang voor te laten bestaan in een tijd als deze. Het is veelzeggend dat pas recent een verbeterde klachtprocedure is ingevoerd en een vertrouwenspersoon is aangesteld. Het handelen van werkgever is nadelig geweest voor werkneemster als vrouwelijke beurshandelaar. Het feit dat bijna alle vrouwelijke beurshandelaren die bij werkgever werkzaam waren, voortijdig zijn vertrokken ondersteunt dit.
Het oordeel
Werkgever is tekortgeschoten in haar verplichtingen om als werkgever zorg te dragen voor een veilige werkomgeving. Duidelijk is geworden dat te lichtvaardig is omgegaan met de belangen van vrouwelijke medewerkers. Volgens de kantonrechter was werkgever op de hoogte van de misstanden, maar ondernam onvoldoende om de situatie te verbeteren, waardoor sprake is van ernstig verwijtbaar handelen.
Door het ernstig verwijtbaar handelen is werkgever een billijke vergoeding verschuldigd aan werkneemster. Werkneemster dient gecompenseerd te worden voor het verlies van haar inkomen inclusief bonussen en de breuk in haar carrière. De billijke vergoeding wordt door de kantonrechter begroot op € 350.000,- bruto. Daarnaast wordt werkgever veroordeeld tot betaling van de transitievergoeding. De gevorderde schadevergoeding wordt afgewezen bij een gebrek aan voldoende onderbouwing.
Vragen
Heeft u vragen over bovenstaande of andere vragen over het arbeidsrecht, neem dan gerust contact op met één van onze advocaten van het Team Arbeidsrecht.
Neem contact op