Op 27 oktober 2020 is het wetsvoorstel betaald ouderschapsverlof ingediend bij de Tweede Kamer. Dit wetsvoorstel ziet op een wijziging van de Wet arbeid en zorg, de Wet flexibel werken en nog een aantal wetten gerelateerd aan de implementatie van de Europese Richtlijn (EU) 2019/1158 en de intrekking van de Europese Richtlijn 2010/18/EU. Voornoemd wetsvoorstel beoogt dat werknemers meer ruimte krijgen om te bepalen hoe zij werk en zorg willen combineren.
Huidige en toekomstige situatie
Op dit moment hebben werknemers recht op 26 weken ouderschapsverlof in de eerste acht levensjaren van hun kind. Dit betreft in beginsel een onbetaalde verlofvorm. Echter, hiervan kan worden afgeweken in de CAO of individuele arbeidsovereenkomst. Met het nieuwe wetsvoorstel is het de bedoeling dat ouders vanaf augustus 2022 in het eerste levensjaar van hun kind, de eerste 9 van de 26 weken, betaald ouderschapsverlof kunnen krijgen. Het UWV is verantwoordelijk voor de betaling van deze 9 weken verlof. De hoogte van de doorbetaling gedurende het verlof bedraagt 50% van het salaris, dan wel 50% van het maximum dagloon indien het salaris hoger is. Binnen het bedrijf of in de cao kan een aanvulling op dit percentage worden afgesproken. De werkgever is verantwoordelijk voor het aanvragen van de uitkering na afloop van het verlof.
Aanvraag
De werknemer dient uiterlijk twee maanden van tevoren het verlof aan te vragen. De werkgever heeft hierna de mogelijkheid om het verlof te wijzigen wegens een zwaarwegend bedrijfs- of dienstbelang. Dit kan uiterlijk tot vier weken voor de ingang van het verlof en na overleg met de werknemer. De wijziging mag er niet voor zorgen dat de werknemer niet meer in staat is negen weken verlof op te nemen in het eerste jaar. Indien deze situatie zich toch dreigt voor te doen, dienen de zwaarwegende belangen te wijken voor de verlofaanvraag.
De betaalde ouderschapsverlofdagen kunnen slechts aangevraagd worden voor één of meerdere (hele) weken. Het is niet mogelijk om dit betaald verlof aan te vragen voor een enkele dag.
Aanpassing arbeidsduur, werktijd of arbeidsplaats
Met het wetsvoorstel wordt het mogelijk gemaakt dat in het licht van de Wet flexibel werken de overeengekomen arbeidsduur, de werktijd of de arbeidsplaats kan worden aangepast. De werknemer kan bij de werkgever een verzoek in dienen om al dan niet tijdelijk, deze aanpassing door te voeren. De aanpassingsmogelijkheid is in het leven geroepen voor een werknemer die zorg draagt voor een kind tot 8 jaar of mantelzorger is.
Op dit moment is dit slechts mogelijk voor bedrijven met meer dan 10 werknemers. Het wetsvoorstel maakt het ook mogelijk voor werknemers bij bedrijven met minder dan 10 werknemers. De werknemer heeft aan het einde van de overeengekomen aangepaste periode, het recht terug te keren naar het oorspronkelijke werkpatroon.
Aanvullend geboorteverlof
Tot slot regelt het wetsvoorstel dat niet-verzekerde werknemers, die op basis van een arbeidsovereenkomst of publiekrechtelijke aanstelling arbeid verrichten, aanspraak kunnen maken op aanvullend geboorteverlof. Hierbij kan gedacht worden aan directeuren-grootaandeelhouders en huishoudelijk personeel. De uitkering komt tot stand op basis van de Wet arbeid en zorg en bedraagt maximaal 70% van het wettelijk minimumloon. De werkgever dient deze uitkering aan te vragen bij het UWV.
Vragen
Heeft u vragen over bovenstaande of andere vragen met betrekking tot verlof of ouderschapsverlof, neem dan gerust contact op met één van onze advocaten van het Team Arbeidsrecht.
Neem contact op