In 2012 vertelde ik een journalist van de Telegraaf in een kort commentaar dat het mij niet verbaasde dat minister Schippers een wetsvoorstel had ingediend om winstuitkeringen in de zorgsector onder voorwaarden mogelijk te maken. De zorgkosten rezen immers de pan uit en investeerders waren bereid om ook deze complexe sector van kapitaal te voorzien. Ondanks het feit dat er genoeg redenen waren om dit wetsvoorstel te implementeren heeft minister Bruins het wetsvoorstel, dat door de Tweede Kamer was goedgekeurd, eind 2019 ingetrokken. Blijkbaar durft niemand zijn vingers aan dit gevoelige dossier te branden. De vraag is of dit verstandig is.
Huidige situatie
Voor de meeste instellingen in de intramurale zorg (zoals ziekenhuizen en verpleeghuizen) is het verboden om winst uit te keren aan verschaffers van kapitaal. Dit betekent dat deze instellingen voor hun financiering grotendeels afhankelijk zijn van vreemd vermogen in de vorm van bij voorbeeld bancaire financiering. Vanwege de exploitatierisico’s die veel zorginstellingen lopen is deze bancaire financiering vaak moeilijk of tegen zeer ongunstige voorwaarden te verkrijgen. Een en ander is extra problematisch omdat de intramurale zorg vaak erg kapitaalsintensief is. In de extramurale zorg (bijvoorbeeld de thuiszorg) zijn winstuitkeringen wel toegestaan. Een valide argument voor dit onderscheid is er mijns inziens niet.
Het voorgaande betekent echter niet dat er in de praktijk geen winstuitkeringen plaatsvinden in de intramurale zorg. Met behulp van advocaten zijn er tal van constructies opgetuigd waarmee het verbod tot uitkering van winst wordt omzeild. In de basis komen deze constructies er vaak op neer dat de (wettelijk) toegelaten zorginstelling een deel van de taken uitbesteedt aan een andere rechtspersoon (die mede door haar wordt gecontroleerd) en waarvan de investeerder aandeelhouder is. In deze additionele rechtspersoon kan wel winst worden gemaakt die dan vervolgens aan de investeerder kan worden uitgekeerd. Uiteraard zijn deze constructies niet altijd even transparant.
Wetsvoorstel vergroten investeringsmogelijkheden in medisch-specialistische zorg
Mede vanwege het gebrek aan transparantie dat verbonden is aan de constructies uit de praktijk, was het wetsvoorstel ‘vergroten investeringsmogelijkheden in medisch-specialistische zorg’ wat mij betreft een goede zet. Wellicht had het wetsvoorstel op onderdelen nog verbeterd kunnen worden maar in de kern had het voorstel de elementen in zich die nodig waren voor verantwoorde investeringen in de zorg. Zo werden korte termijn investeerders ontmoedigd door de bepaling dat winsten pas na drie jaar kunnen worden uitgekeerd en was er tevens een extern orgaan aangewezen (Inspectie Gezondheidszorg) dat toestemming diende te verlenen aan winstuitkeringen om zo onverantwoorde onttrekkingen tegen te gaan.
Overigens zouden veel zorginstellingen na implementatie van het wetsvoorstel nog niet direct winst kunnen uitkeren omdat zij veelal in de vorm van een stichting worden gedreven. De rechtspersoon stichting voorziet niet in de mogelijkheid om winst uit te keren aan kapitaalverschaffers. Dit betekent dat deze instellingen, om überhaupt winst te kunnen uitkeren, hun rechtsvorm moeten omzetten van een stichting in een besloten vennootschap via een daartoe bestemde wettelijke procedure die tamelijk ingewikkeld is. Ik beschreef deze procedure eerder samen met mr. Lauran Vissers in het Tijdschrift Onderneming & Financiering.
De toekomst
De vraag is nu of het intrekken van het wetsvoorstel ertoe gaat leiden dat investeerders hun animo voor investeringen in de zorg zullen gaan verliezen. Gelet op het feit dat er de afgelopen jaren ondanks de in dit artikel beschreven obstakels vele investeringen in de zorgsector hebben plaatsgevonden, verwacht ik niet dat investeerders hun interesse in deze sector onmiddellijk zullen verliezen. Het is echter wel de vraag of investeerders zich eindeloos willen blijven bedienen van niet transparante en vaak complexe vennootschapsrechtelijke structuren. Het lijkt mij daarom zinvol dat de wetgever alsnog de handschoen oppakt en zorgt dat er een wettelijke regeling komt die duurzame investeerders in staat stelt om op verantwoorde wijze te investeren in een wezenlijke sector. Een dergelijke regeling zal een goed evenwicht moeten bieden tussen de bijzondere belangen die in deze sector beschermd moeten worden en de noodzaak voor investeerders om een vorm van rendement te maken. Indien er bij het ontwerpen van de regeling gefocust wordt op duurzame investeerders met een geschikte investeringsstrategie dan moet het naar mijn mening mogelijk zijn om, mede met behulp van de kennis en kunde die dergelijke investeerders vaak meebrengen, te komen tot een gebalanceerde regeling waarin het belang van alle betrokkenen wordt gediend.
Alleen op deze wijze is het naar mijn mening mogelijk om de zorgsector, die door toenemende vergrijzing en technologische vernieuwingen in de komende decennia alleen maar behoefte zal krijgen aan meer kapitaal, duurzaam te financieren. Om een dergelijke regeling tot stand te brengen is echter wel vereist dat politieke partijen over hun schaduw heenstappen en gezamenlijk kijken naar een manier waarop deze regeling het beste tot stand kan komen.
Vragen?
Heeft u vragen over dit onderwerp, neem dan contact op met Krijn Keukens.
Neem contact op