Nederland heeft zich ten doel gesteld om in 2050 volledig circulair te zijn. De circulaire economie biedt een antwoord op de grote uitdaging in de 21ste eeuw om veel efficiënter om te gaan met grondstoffen. Om de mensheid blijvend te kunnen voeden en voorzien van noodzakelijke goederen en om een menswaardig bestaan te garanderen, is een fundamenteel anders omgaan met grondstoffen nodig. Het gaat om een economie die voorziet in behoeften zonder onaanvaardbare milieudruk en zonder uitputting van natuurlijke hulpbronnen. Deze opgave vraagt om veranderingen in brede zin. Een verandering in het bouw(contracten)recht is daar één van. Daarbij doet zich uit oogpunt van rechtszekerheid de vraag voor welke (semi)dwingende bepalingen van toepassing moeten zijn. Die vraag staat centraal in twee blogs over bouwcontracten in de circulaire economie.
De eerste blog over bouwcontracten in de circulaire economie leest u hier.
Product as a service draagt bij aan de circulaire economie. In de lineaire economie belanden producten vaak bij het afval. In de circulaire economie mag dit niet meer. Bij product as a service gaat het product aan het einde van de levensduur terug naar de leverancier. Ook is de leverancier verantwoordelijk voor het repareren van een kapot product. Deze dienst (product as a service) zorgt er uiteindelijk voor dat de leverancier kwalitatief uitstekende producten levert, want dan hoeft hij minder vaak langs te komen en gaan de producten langer mee. Daarnaast zal hij voor producten kiezen die makkelijk uit elkaar te halen zijn, waarna de onderdelen en basisgrondstoffen zo goed mogelijk herbruikbaar zijn. Het is juridisch van belang om deze dienstverlening te kwalificeren, zodat overzien kan worden welke juridische consequenties en risico´s er zijn.
Product as a service
Product as a service is niet nieuw. Philips biedt lighting as a service aan onder de naam Philips Circular lighting en Schiphol maakt gebruik van display as a service. Deze laatste contracteert een leverancier die merkonafhankelijke display oplossingen levert, waarbij zij die als een dienst aanbieden. Het eigendom van de producten blijft bij de leverancier. Philips Circular lighting biedt licht aan als een dienst. De gebruiker betaalt alleen voor het licht en niet voor de lampen. Philips Lighting blijft eigenaar van de verlichting bij het einde van het contract en zorgt ervoor dat de verlichting tijdig wordt gerepareerd of vervangen.
Juridische kwalificatie
Een product is te kwalificeren als een roerende zaak, zoals bedoeld in art. 3:2 j 3:3 lid 2 BW. Mijns inziens valt product as a service te kwalificeren als een operational lease overeenkomst. De leaseovereenkomst als zodanig kent geen wettelijke definitie of kwalificatie. De operational lease overeenkomst valt daarom op zichzelf weer juridisch te kwalificeren als een huurovereenkomst (art. 7:201 BW). Een kwalificatie van huurkoop van producten (art. 7:84 e.v. BW) behoort in deze niet tot de mogelijkheden, nu er vanuit het circulaire gedachtegoed geen sprake kan zijn van koop na afloop van de leasetermijn. Het product wordt immers na einde levensduur weer terug genomen door de leverancier en hergebruikt.
Bij operational lease staat het gebruik van het leaseobject centraal. De lessor draagt het economisch risico van het leaseobject.
De huurovereenkomst is een overeenkomst waarbij de ene partij zich verbindt aan de andere partij een zaak of een gedeelte daarvan in gebruik te verstrekken en de andere partij zich verbindt tot een tegenprestatie (art. 7:201 lid 1 BW). De huurtitel is in beginsel van toepassing op iedere overeenkomst waarbij de ene partij zich verbindt aan de andere partij tegen een vergoeding een zaak of gedeelte daarvan in gebruik te verstrekken. De huurovereenkomst is een verbintenisscheppende overeenkomst zoals bedoeld in art. 6:213 BW. Hierop zijn ook de algemene bepalingen van het overeenkomsten- en verbintenissenrecht uit Boek 3 en 6 BW van toepassing. De inhoud van de huurovereenkomst wordt voor een groot gedeelte bepaald door bepalingen van dwingend en semidwingend recht. Dit betekent dat, indien er sprake is van wilsovereenstemming over de kenmerken van art. 7:201 BW, de verhouding tussen partijen in de regel wordt aangemerkt als een huurovereenkomst. Dat geldt ongeacht of partijen zich ervan bewust zijn dat hun rechtsverhouding onder de wettelijke omschrijving van huur valt of dat zij de toepasselijkheid daarvan wensen. Ook de naam die partijen aan de ingebruikgeving hebben gegeven is niet bepalend voor de rechtsverhouding. In de overeenkomst kan wilsovereenstemming over alle elementen van een huurovereenkomst besloten liggen, hoewel zij onder een andere naam is aangegaan, bijvoorbeeld lease.
Uiteraard kan de kwalificatie van een specifieke vorm van product as a service hiervan afwijken.
Circulaire economie
Het is niet ondenkbaar dat in de geest der tijd er sprake kan gaan zijn van andere kenmerken dan die van alleen huur. In een dergelijk geval kan er sprake zijn van een overeenkomst met een gemengd karakter. Een uitkomst hiervoor is gelegen in art. 6:125 BW. In geval van een gemengde overeenkomst zijn de bepalingen voor beide soorten overeenkomsten naast elkaar van toepassing, tenzij die bepalingen niet met elkaar verenigbaar zijn of de strekking daarvan zich in verband met de aard van de overeenkomst tegen toepassing verzet. De (semi)dwingende bepalingen van de huurovereenkomst krijgen in geval van strijdigheid vaak voorrang.
Neem contact op