Het komt meer dan eens voor dat een werknemer zich ziek meldt met spanningsklachten, terwijl in werkelijkheid mogelijk sprake is van een arbeidsconflict. De Nederlandse Vereniging voor Arbeids- en Bedrijfsgeneeskunde heeft speciaal voor bedrijfsartsen de ‘Richtlijn conflicten in de werksituatie’ ontwikkeld. Doel daarvan is het voorkomen van conflicten in de werksituatie en in het geval van een conflict te komen tot een constructieve oplossing.
Fases van een conflict
In voornoemde richtlijn worden onder meer de verschillende fases van een conflict uitgewerkt en de interventies die daarbij mogelijk c.q. nodig zijn. Indien er sprake is van een conflict stelt de bedrijfsarts vast in welke mate het conflict geëscaleerd is. Kort gezegd kan een conflict in de volgende drie fases worden verdeeld:
“Fase 1: onenigheid, voornamelijk over feiten, geleidelijke verharding van standpunten, bereidheid tot constructief overleg nog aanwezig
Fase 2: het conflict gaat in toenemende mate gepaard met emoties, het vertrouwen is laag, de partijen denken in kampen, bereidheid tot constructief overleg is sterk verminderd
Fase 3: het doel is winnen, zelfs als dat ten koste gaat van zichzelf, de andere partij wordt ‘ontmenselijkt’, er is geen bereidheid meer tot constructief overleg.”
Daarnaast stelt de bedrijfsarts vast wat de conflictmanagementstijl is van beide partijen. Daarin zijn grofweg vijf stijlen te onderscheiden: vermijdend, toegevend, forcerend, samenwerkend en compromis sluitend. Vervolgens zal de bedrijfsarts beoordelen in hoeverre het conflict invloed heeft op de gezondheidssituatie en of er mogelijk sprake is van overspanning of burn-out.
Overspanning
Voor het vaststellen van overspanning of burn-out maakt een bedrijfsarts gebruik van de ‘Richtlijn Psychische problemen’, waaruit volgt:
“De bedrijfsarts gebruikt de diagnostische criteria voor overspanning, waarbij aan alle vier
onderstaande criteria (A t/m D) moet worden voldaan:A. Ten minste drie van de volgende klachten zijn aanwezig:
• moeheid
• gestoorde of onrustige slaap
• prikkelbaarheid
• niet tegen drukte/herrie kunnen
• emotionele labiliteit
• piekeren
• zich gejaagd voelen
• concentratieproblemen en/of vergeetachtigheid.
B. Gevoelens van controleverlies en/of machteloosheid treden op als reactie op het
niet meer kunnen hanteren van stressoren in het dagelijks functioneren. De stresshantering
schiet tekort; de persoon kan het niet meer aan en heeft het gevoel de grip
te verliezen.
C. Er bestaan significante beperkingen in het beroepsmatig en/of sociaal functioneren.
D. De distress, het controleverlies en het disfunctioneren zijn niet uitsluitend het directe
gevolg van een psychiatrische stoornis.”
Burn-out
Er is sprake van burn-out als voldaan is aan alle drie onderstaande criteria:
“A. Er is sprake van overspanning.
B. De klachten zijn meer dan 6 maanden geleden begonnen.
C. Gevoelens van moeheid en uitputting staan sterk op de voorgrond.”
Interventies
Naar aanleiding van bovengenoemde criteria zal de bedrijfsarts vaststellen of daadwerkelijk sprake is van arbeidsongeschiktheid. Is dat niet het geval, dan zal de bedrijfsarts, na een eventuele time-out en afhankelijk van de fase waar het conflict zich in bevindt, zo spoedig mogelijk een interventie inzetten. Deze interventie kan plaatsvinden in aanwezigheid van een onafhankelijke collega, van een bedrijfsmaatschappelijk werker of een mediator en heeft het doel om tot een oplossing van het conflict te komen.
Na twee tot vier weken zal de bedrijfsarts evalueren in hoeverre de werknemer in staat is het conflict op te lossen en/of er aanvullende acties c.q. interventies nodig zijn.
Heeft u vragen over deze richtlijnen of heeft u binnen uw organisatie te maken met een soortgelijke situatie, neemt dan gerust contact op met één van onze advocaten van het Team Arbeidsrecht.
Neem contact op