Mystery repeats van Pete Philly & Perquisite, Fascination van Alphabeat, Bitter sweet symphony van de Verve, the Dandy Warhols met Bohemian like you en James Brown met Sexmachine. Wat deze liedjes met elkaar gemeen hebben? Ze zijn allemaal ooit gebruikt in reclames. In deze gevallen was dat respectievelijk in die van de Karwei, van Coca Cola, van Opel, van de Citroën C4 en van de Nescafe Dolce Gusto.
Het komt regelmatig voor dat bekende muzieknummers gebruikt worden in reclames. Omgekeerd kan het overigens ook: door haar deuntjes in de kaasreclames van Slankie werd Miss Montreal zo bekend, dat ze onlangs zelfs haar eerste cd uitbracht. Maar hoe zit het eigenlijk met het gebruik van muziek in reclames? Mag je zomaar alle muziek gebruiken? Schend je daarmee auteursrechten? Of andere rechten? Moet je daarvoor toestemming hebben van de rechthebbende?
Dat er auteursrecht rust op muziek, zal niemand verbazen. De componist heeft immers creatieve keuzes moeten maken bij het op papier zetten van de noten. Ook de tekstdichter heeft – mits zijn teksten natuurlijk het “sjalalalalaniveau” ontstijgen – auteursrecht op de lyrics. Maar dan zijn we er nog niet. De zogenaamde naburige rechten beschermen tot slot de uitvoerende artiest en de platenproducent. Ook die hebben immers in het muziekstuk geïnvesteerd.
Op grond van het auteursrecht heeft een auteur als enige het recht om zijn werk openbaar te maken of te verveelvoudigen. Wil een derde het muziekstuk gebruiken, dan zal hij daarvoor toestemming moeten vragen aan de auteur. Dat geldt ook voor muziek die wordt gebruikt in reclames. Zo bepaalt de auteur zelf of zijn muziek in de reclame wordt gebruikt of niet.
Zeker als het nummer een beetje bekend is, zal de auteur daar vaak een hoge vergoeding voor vragen. Zo kregen the Rolling Stones voor het gebruik van Start me up voor de nieuwe versie van Windows ’95 bijvoorbeeld maar liefst 12 miljoen dollar. Maar dat hoeft niet altijd: Radiohead bood een paar maanden geleden het Britse goede doel Shelter gratis hun nummer Videotape aan voor reclamedoeleinden.
Voor de zanger en de platenmaatschappij geldt een andere regel. In de Wet op de Naburige Rechten (WNR) staat dat een voor commerciële doeleinden uitgebracht fonogram zonder toestemming van de rechthebbende mag worden uitgezonden of openbaar gemaakt, mits daarvoor een billijke vergoeding wordt betaald. Die billijke vergoeding wordt dan betaald aan de SENA, de Stichting ter Exploitatie van de Naburige Rechten.
Maar is er dan als artiest helemaal niets wat je kunt doen als Hugh Hefner besluit op te treden in een spotje over de opening van een nieuwe Playboy mansion, in badjas, en dansend op jouw nummer? Toch wel, als het gebruik van het nummer op die wijze afbreuk doet aan het nummer. Of, om het juridisch te zeggen: je hebt het recht je te verzetten tegen iedere misvorming, verminking of andere aantasting van de uitvoering, die nadeel zou kunnen toebrengen aan de eer of de naam van jou als uitvoerende kunstenaar of aan je waarde in deze hoedanigheid. Bijvoorbeeld als jouw nummer wordt gebruikt in de campagne van een politieke partij, terwijl jij helemaal niets met politiek (of met hen) te maken wilt hebben.
Ook als jouw uitvoering van een nummer plots weerklinkt in een Playboyreclame, kun je dus je degens scherpen en ten strijde trekken. Voor de civiele rechter kun je Hugh Hefner dan verbieden gebruik te maken van jouw nummer en eventueel zelfs een schadevergoeding eisen. Want dat is toch van de konijnen?
Columns eerder gepubliceerd in MusicMaker
Advocaten intellectueel eigendom Evert van Gelderen en Elise Menkhorst publiceren 6 keer per jaar een column over muziek en recht in vaktijschrift MusicMaker. Lees alle columns hier.
Neem contact op