Stel je voor, je bent zanger en hebt in 1978 voor het eerst een overeenkomst gesloten met een bepaalde muziekuitgeverij. Hierin is bepaald dat de auteursrechten op jouw muziek worden overgedragen aan de muziekuitgeverij en dat de ander zich dan bezighoudt met de exploitatie ervan. Daarna sluit je tot 2006 nog 6 overeenkomsten en breng je zo’n 40 albums uit, maar de tekst van de eerste overeenkomst wordt nooit ingrijpend gewijzigd.
Dat gaat jaren goed, totdat op een dag ineens de vraag in je opkomt: hoe zit het eigenlijk met mijn naburige rechten? Dit laatste overkwam niemand minder dan Julio Iglesias. Al zal hij zich deze vraag in het Spaans hebben gesteld, maar dat terzijde.
Pas in 1993 werd in Nederland de Wet op de Naburige Rechten (WNR) ingevoerd. Vanaf dat moment heeft de uitvoerend kunstenaar (de zanger, maar ook de bassist en de drummer) naburige rechten op zijn vertolking van het muziekstuk. Hij heeft dan een exclusief recht op het opnemen, reproduceren of verspreiden van de opname. Tenzij het nou gaat om de openbaarmaking van een commercieel uitgebracht fonogram (kort gezegd een geluidsopname); dan heeft de uitvoerend kunstenaar in plaats daarvan recht op een billijke vergoeding.
Dat in zijn contracten met Sony BMG tot 1993 niets over de naburige rechten stond, spreekt voor zich. Maar ook daarna zwegen zij hierover in alle talen. Eind mei 2009 boog de rechtbank Amsterdam zich in een geschil tussen Julio en Sony BMG dan ook over de volgende twee vragen: (1) zijn met het auteursrecht ook de naburige rechten van Julio overgedragen? en (2) zo nee, kan Julio ze dan tegen Sony gebruiken?
Voor de overdracht van de naburige rechten moet je volgens de WNR een akte opstellen. Dat is een schriftelijk stuk ondertekend door beide partijen waarin zij duidelijk verklaren de rechten over te willen dragen. Omdat door Julio en Sony nooit over de naburige rechten was gesproken, was er dus ook geen sprake van een akte. Julio was – ondanks dat hij zijn auteursrecht wel had overgedragen – volgens de rechtbank gewoon rechthebbende gebleven op de naburige rechten.
Veel schoot hij er echter niet mee op. Toen de rechter bij vraag 2 aankwam, oordeelde hij dat Sony op grond van de overeenkomsten onbeperkte mogelijkheden had om de muziek exclusief te exploiteren. Die rechten mochten niet ineens beperkt worden door de naburige rechten en dus werd Sony volgens de rechter geacht een onbeperkte en exclusieve licentie op de naburige rechten te hebben gekregen.
Dus, beste zanger, bassist, drummer en al diegenen die ook voor 1993 al muziek maakten. Tijd voor een contractencheck?
Columns eerder gepubliceerd in MusicMaker
Advocaten intellectueel eigendom Evert van Gelderen en Elise Menkhorst publiceren 6 keer per jaar een column over muziek en recht in vaktijschrift MusicMaker. Lees alle columns hier.
Neem contact op