Als artiest is het niet alleen leuk als je eeuwige eer en roem krijgt voor je muzikale werk; een financiële vergoeding is ook meegenomen. Daarom is het erg vervelend als jouw muziekuitgever al je songs in een grote la stopt, die hard dichtgooit en vervolgens vergeet dat ze daar liggen. Er kan zo jarenlang helemaal niks met je muziek gebeuren. Kun je daar als artiest nog iets tegen doen?
Die vraag heeft componist en producer Hans van Hemert zich waarschijnlijk ook gesteld. Niet voor de eerste keer trouwens, want toen we onze archieven indoken, vonden we onze eerdere column terug uit een Musicmaker van 2008. In de rechtszaak waar we toen over schreven, had een muziekuitgever een deel van de songs van Van Hemert in handen. Er gebeurde alleen niet zo veel met die muziek. De rechter was toen van mening dat de muziekuitgever een zekere exploitatieverplichting heeft, zelfs als dat niet in het contract staat. De overeenkomst kon worden ontbonden omdat de uitgever te weinig deed. Van Hemert kreeg zijn rechten terug.
Zo’n drie jaar later deed zich een soortgelijk geschil voor, maar dan met een andere muziekuitgever. Kort gezegd had Van Hemert de rechten van een groot aantal andere songs overgedragen aan een onderneming. Die onderneming was overgenomen door BMG, en BMG was op haar beurt weer overgenomen door Universal. Gevolg: van 2003 tot 2009 was er bijna niks met de songs gedaan. Uit de uitspraak van de rechter maken we op dat Universal ook geen idéé had dat zij überhaupt over die rechten beschikte.
Dus wilde Van Hemert (net als de vorige keer) de rechten weer terug. Universal ging daar niet mee akkoord en bood “spontaan” aan om weer met de songs aan de slag te gaan. Om een lang verhaal kort te maken: van Hemert stelde tot twee maal toe een deadline voor het daadwerkelijk ontbinden van de overeenkomst uit en Universal deed een dappere poging om de muziek aan de man te brengen. Vooral het nummer ‘Als je haar maar goed zit’ bleek favoriet, want dat stuurden ze niet alleen naar de kappersbranche met het verzoek het in een commercial te gebruiken, maar bovendien naar TV Tokyo toen die om een “powerful epic Olympic song” vroegen. (Wat is ‘haar’ eigenlijk in het Japans?)
De rechter oordeelt deze keer dat Universal, doordat de ontbinding van de overeenkomst tot twee keer toe was uitgesteld, er vanuit mocht gaan dat zij alsnog met de muziek aan de slag mocht. Een uitspraak in de categorie don’t try this at home dus, want als Van Hemert in deze zaak zijn beroep op ontbinding gelijk had doorgezet, dan had de uitspraak er misschien heel anders uitgezien. Als jouw muziekuitgever steken laat vallen, dan is het dus zaak om voortvarend te werk te gaan. Of, volgens het aloude adagium: van uitstel komt afstel.
Nog zo’n wijze raad: voorkomen blijft beter dan genezen. Probeer altijd een bepaling in je artiestencontract te fietsen waarin staat dat de muziekuitgever zich actief moet inspannen om jouw werk te promoten. En die jou het recht geeft om, mocht dit onverhoopt niet het geval zijn, de overeenkomst weer te beëindigen.
Overigens heeft ook de wetgever ingezien dat het “grote-la-fenomeen” een probleem kan zijn voor musicmakers. Daarom is er een wetsvoorstel in de maak waarin staat dat je je rechten weer terugkrijgt als de muziekuitgever je songs niet voldoende exploiteert.
Het is nu te hopen dat Universal haar inspanningen doorzet, want na ruim veertig jaar heeft Van Hemert toch een mooi repertoire opgebouwd, met grote namen als Liesbeth List, Ramses Shaffy, Luv, Jerney Kaagman, Vulcano, Glennis Grace en André Hazes. Met die laatste nam hij ‘Wij houden van Oranje’ op.
Wij houden trouwens ook van Oranje. Maar ook een beetje van de muziek van Hans.
Columns eerder gepubliceerd in MusicMaker
Advocaten intellectueel eigendom Evert van Gelderen en Elise Menkhorst publiceren 6 keer per jaar een column over muziek en recht in vaktijschrift MusicMaker. Lees alle columns hier.
Neem contact op