De knappe kapper kapt knap, en een beetje kapper doet dat onder het genot van een leuk muziekje. Zo ook kapper Bijvoet uit Volendam. Als hij aan het werk was in zijn kapperszaak, zette hij de radio aan, of draaide hij een cd. Dat ging een tijd goed, tot Buma hem laatst de rekening presenteerde. Het kwam tot een geschil.
Buma drong aan op betaling van een vergoeding voor het afspelen van de muziek in de kapperszaak. Bijvoet weigerde dit principieel. Hij stelde al auteursrechten te betalen via de inkomstenbelasting, want hij betaalde kijk- en luistergeld. Buma stelt zich volgens Bijvoet op als alleenheerser en monopolist. Bovendien verdient Bijvoet zijn geld met knippen en niet met het draaien van muziek en vond hij dat de Auteurswet, waarin de monopoliepositie van de auteursrechtenorganisatie wordt geregeld, niet meer van deze tijd was.
Dat laatste argument nemen veel intellectuele eigendomsjuristen hem ongetwijfeld kwalijk. Kom je aan de Auteurswet, dan kom je aan ons. En dat terwijl de wet, die tot een paar maanden geleden nog ‘Auteurswet 1912’ heette, onlangs door een wijzigingswet werd ontdaan van het jaartal waarin hij was ingevoerd. Reden daarvoor is dat de wet sinds 1912 regelmatig is aangepast.
In artikel 1 bepaalt de Auteurswet dat alleen de maker van het werk of diens rechtverkrijgenden dit werk openbaar mogen maken of mogen verveelvoudigen. Buma, de afkorting van ‘Bureau voor Muziekauteursrecht’, ziet toe op het openbaar maken van muziek. De wetgever bepaalde in 1932 dat een bedrijf dat bemiddelt inzake auteursrecht daarvoor een vergunning nodig heeft. Deze vergunning werd vervolgens alleen aan Buma verleend. Een monopoliepositie was geboren.
Tegenwoordig zijn er zo’n 16.000 Nederlandse componisten, tekstschrijvers en muziekuitgeverijen bij Buma aangesloten. Voor hen behartigt Buma de exploitatie van hun werk. De bedrijven die in het openbaar muziek draaien, betalen daarvoor een vergoeding aan Buma. Die keert op haar beurt deze vergoeding aan haar leden uit. Het kan heel praktisch zijn om je aan te sluiten bij een organisatie als Buma, want zo hoef je als auteursrechthebbende niet zelf langs de deuren te gaan van het ontelbare aantal winkels, restaurants, radiostations, etc. die jouw muziek in het openbaar afspelen.
Ook bij kapperszaken waar muziek wordt afgespeeld klopt Buma dus op de deur. Zo kwam ook kapper Bijvoet aan de beurt. De kapper uit Volendam trok aan het kortste eind. De rechter was niet overtuigd van zijn argument over de Auteurswet, maar ook zijn andere verweren overtuigden de rechter niet. Voor het draaien van muziek in een kapperszaak is toestemming nodig van de rechthebbenden. Buma verleent namens de rechthebbenden onder bepaalde voorwaarden toestemming, waaronder het betalen van een vergoeding, aldus de Rechter.
Bijvoet stelde nog dat hij de muziek alleen voor zijn eigen genoegen draaide en niet voor zijn klanten. Dat werd door de rechter ook verworpen.
Bijvoet heeft aangekondigd in hoger beroep te gaan en desnoods tot het Europese Hof te procederen om zijn gelijk te krijgen. Tot die tijd heeft Buma het laatste woord. Zo valt sinds de uitspraak triomfantelijk op haar website te lezen: “Opnieuw is door deze rechterlijke uitspraak aangetoond, dat Buma op een juiste en legitieme wijze de gerechtvaardigde belangen van auteurs, componisten en muziekuitgevers vertegenwoordigt.”
Kortom, Buma knipt en scheert de muziekdraaiende kappers!
Columns eerder gepubliceerd in MusicMaker
Advocaten intellectueel eigendom Evert van Gelderen en Elise Menkhorst publiceren 6 keer per jaar een column over muziek en recht in vaktijschrift MusicMaker. Lees alle columns hier.
Neem contact op