Soms is het moeilijk wijs worden uit alle verschillende wetten en regels. Voor al diegenen die af en toe door de juridische bomen het bos niet meer zien: jullie bevinden je in goed gezelschap. Ook rechters weten het af en toe niet meer.
Zo ook de Duitse rechter in een geschil over cd’s van Bob Dylan. Falcon gaf in Duitsland twee cd’s uit van Bob Dylan met de titels ‘Blowin’ in the Wind’ en ‘Gates of Eden’. Op deze cd’s stonden verschillende nummers van zijn albums ‘Bringing It All Back Home’, ‘The Times They Are A-Changin’ en ‘Highway 61 Revisited’. Sony, die de rechten van deze opnamen bezit (na een overname van een Amerikaanse platenmaatschappij), vroeg de Duitse rechter om Falcon te verbieden inbreuk te maken op haar intellectuele eigendomsrechten.
Sony deed een beroep op zogenaamde naburige rechten. De twee cd’s die door Falcon werden vervaardigd, heten volgens de wet ‘fonogrammen’. Artikel 1 sub c van de Wet Naburige Rechten (WNR) geeft een definitie: ‘iedere opname van uitsluitend geluiden van een uitvoering of andere geluiden’. Een fonogram bevat dus slechts geluiden, geen beelden. Een fonogram valt onder de bescherming van de naburige rechten. En niet alleen de geluiden van de uitvoering worden beschermd, maar bijvoorbeeld ook geluidseffecten of natuurgeluiden.
Het probleem in deze zaak was dat de naburige rechten in Duitsland voor 1966 nog niet bestonden. Het internationale verdrag dat de naburige rechten regelt, de Overeenkomst van Genève, doet dit pas sinds 1 januari 1966 en ook de Duitse auteurswet kende aan opnamen van voor die tijd geen rechten toe. Kun je nu eigenlijk wel optreden tegen iets wat toen het in 1964 en 1965 door Bob Dylan werd opgenomen, in Duitsland niet eens werd beschermd?
Sony vindt van wel. En nu wordt het qua wetten en regels pas echt ingewikkeld. Want Sony doet een beroep op een Europese richtlijn die de beschermingstermijn van naburige rechten voor heel Europa regelt. Wat dat te maken heeft met de bescherming van de opnamens van Bob Dylan? The answer, moet de Duitse rechter hebben gedacht, is blowin’ in the wind.
Speciaal voor dergelijke gevallen, wanneer regelgeving met elkaar dreigt te botsen, nationale rechters vragen stellen aan het Europese Hof van Justitie. Het Hof oordeelt dan hoe de Europese regelgeving moeten worden toegepast. Het is namelijk van groot belang dat het Europees recht in, zeg, Duitsland niet anders wordt toegepast dan in Nederland. Er zou dan rechtsongelijkheid ontstaan en wordt het doel van één gezamenlijk Europees recht voorbijgeschoten.
En dat werd de redding van Sony. Volgens het Hof is het doel van de richtlijn namelijk het gelijktrekken van de beschermingstermijnen van naburige rechten voor heel de Europese Gemeenschap: alles moet overal precies even lang worden beschermd. De opnamen van Bob Dylan waren in een andere Europees land, namelijk Engeland, wél beschermd op basis van het Engelse recht. En omdat ze in Engeland zijn beschermd, moeten ze dat volgens het Hof in verband met die gelijktrekking in Duitsland ook zijn. 1-0 voor Sony.
Met de gevolgen van de uitspraak van het Hof in het achterhoofd, zal de Duitse rechter zich opnieuw over de inbreukvraag moeten buigen. En die gevolgen zijn aanzienlijk, want dankzij deze uitkomst kan ook een groot aantal werken dat dateert van voor de inwerkingtreding van het verdrag van Genève, toch worden beschermd. Gelukkig maar. Want inbreuk, daar moet tegen op getreden kunnen worden. Zeker in deze economisch onzekere tijden. Want ja, the times, they are a-changing!
Columns eerder gepubliceerd in MusicMaker
Advocaten intellectueel eigendom Evert van Gelderen en Elise Menkhorst publiceren 6 keer per jaar een column over muziek en recht in vaktijschrift MusicMaker. Lees alle columns hier.
Neem contact op