De meeste mensen zullen bij het portretrecht vooral denken aan afbeeldingen van boeven met een zwart balkje voor de ogen. Maar er zijn veel meer zaken die daar onder kunnen vallen. Ook voetballers als Johan Cruijff en Marco van Basten hebben in het verleden dankbaar gebruik gemaakt van hun portretrechten. En goed nieuws voor de artiest: ook André Rieu heeft er onlangs met succes een beroep op gedaan. Boeven, voetballers en artiesten; dat is een willekeurig rijtje.
De hoofdregel in het portretrecht is dat als je op eigen initiatief een foto’s maakt van personen, deze in principe gewoon mogen worden afgebeeld in kranten, tijdschriften en op de televisie. Dit wordt volgens de wet pas anders als er een redelijk belang wordt geschonden. In eerste instantie was daar sprake van als de privacy van een persoon in het geding kwam. Zo zullen mensen wiens foto ten onrechte wordt afgebeeld bij Opsporing Verzocht (al dan niet met balkje) daar graag tegen op willen treden.
Het was Teddy Scholten die daar in 1959 verandering in bracht. Na haar glorieuze overwinning op het Eurovisiesongfestival in Cannes, kreeg zij een sponsorcontract aangeboden door een schoenpoetsfabrikant, op voorwaarde dat zij voor niemand anders reclame zou maken. Er was alleen één probleem: de Overzeese Sigaretten Handelsmaatschappij had zonder haar medeweten Teddy’s foto gebruikt voor het aanprijzen van sigaretten. De rechter bepaalde toen voor het eerst in de geschiedenis dat ook een zuiver financieel belang een redelijk belang kon zijn in de zin van de wet. Later werd dit in de rechtspraak bekend als de zogenaamde ‘verzilverbare populariteit’.
Terug naar André Rieu. Eind 2009 bracht een uitgever een glossy uit met de titel: ‘André Rieu – van koorknaap tot vioolidool – ode aan ’s werelds grootste artiest’. Voor €5,95 kreeg de koper 131 pagina’s met foto’s van de violist. André Rieu wist echter van niets, en spande een kort geding aan tegen de uitgever.
Volgens de uitgever moest het gewoon zijn toegestaan dat zij het tijdschrift op de markt bracht. Zij had al betaald voor de foto’s aan verschillende persagentschappen en bovendien beriep ze zich op haar recht van vrije nieuwsgaring. De rechter was het hier echter niet mee eens. Volgens hem ziet de vergoeding aan de persagentschappen enkel op de toestemming van degene die de auteursrechten op de foto heeft en niet (tevens) op die van de artiest (de afgebeelde persoon). In een tijdperk waarin de cd-verkoop afneemt en artiesten door het downloaden inkomsten mislopen, wordt merchandising steeds belangrijker. Daarom heeft André Rieu volgens de rechter op grond van zijn verzilverbare populariteit een redelijk belang om op te treden tegen de uitgever als die hem geen vergoeding heeft betaald voor de glossy.
Kort samengevat: een beetje bekende band of zanger zal waarschijnlijk dus met succes op kunnen treden als hij ineens zijn portret op mokken, dekbedovertrekken of T-shirts tegenkomt. Ook een spotje op de televisie waarin het portret wordt afgebeeld, zal vermoedelijk niet zijn toegestaan als de artiest daar niet eerst zijn toestemming voor heeft gegeven. Dat is dus een handig iets, die verzilverbare populariteit.
En voor diegenen die denken er toch mee weg te kunnen komen: de rechter bepaalde ooit dat het afbeelden van een portret met zo’n zwart balkje dus niet helpt. Bij het zien van zo’n balkje denkt iedereen juist dat die persoon iets op zijn kerfstok heeft. Zelfs bij gemoedelijke violisten met een zachte g (majeur).
Columns eerder gepubliceerd in MusicMaker
Advocaten intellectueel eigendom Evert van Gelderen en Elise Menkhorst publiceren 6 keer per jaar een column over muziek en recht in vaktijschrift MusicMaker. Lees alle columns hier.
Neem contact op