Het was 28 jaar gelden sinds ze het nummer uit hadden gebracht, inmiddels was de band al een keer of tien van samenstelling veranderd en zelfs een poosje helemaal gestopt. Toen niemand het meer verwachtte, werden ze voor de rechter gedaagd. De reden: het nummer Down Under, één van de bekendste hits van Men at Work, zou inbreuk maken op het Australische liedje Kookaburra.
Het ging om de eerste twee maten van een liedje van in totaal vier maten: ‘Kookaburra sits in the old gum tree, Merry merry king of the bush is he.’ (Door een enkele Australiër steevast verbasterd tot ‘Kookaburra sits on electric wire, jumping up and down with his pants on fire.’) Het fluitriffje in Down Under (dat 1 keer in de versie uit 1979 voorkomt en 3 keer in de versie uit 1981) zou identiek zijn aan deze twee maten.
Er is altijd een aantal stappen dat de rechter moet doorlopen om te beoordelen of iets auteursrechtinbreuk is of niet. In de eerste plaats moet er natuurlijk sprake zijn van een auteursrechtelijk beschermd werk. Zo moet het nummer voldoende origineel zijn en bovendien moet de duur van het auteursrecht nog niet verlopen zijn.
Kookaburra is in 1932 door Marion Sinclair geschreven. Ze zat op zondagochtend in de kerk toen ze plots een vlaag van inspiratie kreeg en direct naar huis is gehold om het vast te leggen, zo verhaalt de historie. Over het algemeen zal een nummer – als het tenminste niet is overgenomen van andere nummers – al snel auteursrechtelijk beschermd zijn. Zo ook Kookaburra.
Het auteursrecht duurt tot 70 jaar na de dood van de maker. In 1988 is Marion Sinclair overleden, waarna haar auteursrechten overgingen op Larrikin Music. De Australische rechter concludeerde dan ook dat Larrikin nog aanspraak kan maken op de auteursrechten.
Dan de tweede – en belangrijkste – vraag: lijkt het wel genoeg? Daartoe vergeleek de rechter de notenbalken van de beide nummers. Volgens een door de rechter ingeschakelde muziekexpert bestaat het riffje van Men at Work uit wat hij de ‘basic hook’ noemt (vijf steeds terugkerende noten), dan de eerste maat uit Kookaburra, dan weer de basic hook en tot slot de tweede maat uit Kookaburra. Die twee maten waren op exact dezelfde wijze overgenomen en bovendien werd Down Under in hetzelfde tempo gespeeld als Kookaburra normaal gesproken op het schoolplein gezongen werd (als expert moet je van alle markten thuis zijn). Op die paar noten van de basic hook na, waren ze dus identiek.
De derde vraag: is het fluitriffje in Down Under van Kookaburra ontleend, of had Men at Work ook zelf tot die twee maten kunnen komen? Het eerste, oordeelt de rechter. Er bestaat een dusdanig grote gelijkenis tussen het nummer en het riffje dat dat geen toeval kan zijn. Het hielp natuurlijk ook niet dat frontman Colin Hay tijdens live-concerten ‘Kookaburra’ zong en zelfs een keer op de music video in een boom (voor de minder oplettende lezer: ‘Kookaburra sits in the old gum tree’) te zien is als het riffje wordt gespeeld. Inbreuk dus door Men at Work.
Van deze uitspraak kan de Nederlandse artiest twee dingen leren. Een: pas goed op met het overnemen van gedeeltes uit andere nummers. Twee maten kan al voldoende zijn voor auteursrechtinbreuk. En twee: neem een goede advocaat. Want na 20 jaar stilzitten kan de rechthebbende in Nederland in beginsel niet meer optreden. Dat noemt men ‘verjaring van een vordering’. Van 1979 tot nu is een stuk meer dan 20 jaar. En dan zijn de pants van de muzikant dus niet langer on fire.
Columns eerder gepubliceerd in MusicMaker
Advocaten intellectueel eigendom Evert van Gelderen en Elise Menkhorst publiceren 6 keer per jaar een column over muziek en recht in vaktijschrift MusicMaker. Lees alle columns hier.
Neem contact op