Op straat, in de trein, in winkels, je hoort ze overal. Met een standaard trrring kun je tegenwoordig niet meer voor de dag komen. Nee, anno 2010 moet er een cool realtone muziekje klinken als je mobiel gaat. Op een advocatenkantoor is dat niet veel anders. Regelmatig ontstaat er bij ons een kakofonie van klanken als ‘De Indische Waterlelies’ van mijn kantoorgenoot weer zo nodig door mijn mooie ‘Boards of Canada’ heen moet tetteren.
Juridisch gezien maakt het op het eerste gezicht weinig verschil of je nu in het openbaar via je gsm muziek laat klinken of via een live band met een gigantische muur van luidsprekers. Wanneer je in de publieke ruimte aan anderen muziek laat horen – ook al is het slechts een fragment aan een klein groepje mensen – dan heeft dat in beginsel te gelden als het ‘openbaar maken’ van een werk in de zin van de Auteurswet. Het muziekwerk wordt immers ter beschikking van het publiek gesteld. Daarvoor is de toestemming vereist van de auteursrechthebbende c.q. de collectieve rechtenorganisatie (de Buma) waaraan de rechten zijn overgedragen. Deze laatste zou in ruil voor die toestemming een vergoeding kunnen vragen.
Daar valt nog wat te halen, moet de American Society of Composers, Authors and Publishers (ASCAP, een soort Amerikaanse Buma) gedacht hebben en spande een rechtszaak aan tegen een verkoper van ringtones, Verizon. Daarin kwam de volgende interessante vraag aan de orde: maakt een willekeurige mobiele beller, die zijn ringtone in een publieke ruimte laat afgaan, inbreuk op het auteursrecht van de betreffende rechthebbende? Dit zou nogal vergaande consequenties hebben. Behalve de vergoeding die je (normaal gesproken) al betaalt voor het downloaden/kopiëren van de ringtone naar je mobiel, zou je nu ook nog eens moeten aftikken voor iedere keer dat je mobieltje overgaat! De Amerikaanse rechter oordeelde in deze zaak dater geen sprake is van auteursrechtinbreuk, onder verwijzing naar de Amerikaanse Copyright Act.
De Amerikaanse Copyright Act verschilt nogal van onze Auteurswet en kent – anders dan onze Auteurswet – wél een artikel waarop de mobiele beller zich in dit geval zou kunnen beroepen. Section 110 (4) van de Copyright Act stelt namelijk dat er geen sprake is van inbreuk op auteursrechten zolang de uitvoering (openbaarmaking) van het muziekwerk geschiedt ‘without any purpose of direct or indirect commercial advantage’.
De vraag is nu natuurlijk hoe deze zaak in Nederland zou uitpakken, nu de Nederlandse wet deze zogenaamde ‘fair use’ bepaling niet kent. In juni 1979 heeft de Hoge Raad echter uitspraak gedaan in een zaak waarbij een werknemer in een grote fabriekshal een transistorradio aan had staan. Door al het lawaai konden maar een paar mensen de muziek horen. ‘Een openbaarmaking!’ vond Buma. ‘Nee,’ zei de hoogste Nederlandse rechter. Als je ‘uitsluitend ten eigen genoegen’ muziek afspeelt maar je er verder geen belang bij hebt dat anderen die muziek ook kunnen horen, dan is dat geen openbaarmaking in de zin van de Auteurswet. En dus hoeft er niet aan Buma afgedragen te worden.
Ik kan mij voorstellen dat de rechter ook in het geval van de ringtones zal oordelen, dat iemand er geen belang bij heeft dat anderen de muziek kunnen horen als zijn telefoon afgaat. Voorlopig denk ik dus niet dat er na “Trrring” ook “Ketjing” komt in Nederland.
Columns eerder gepubliceerd in MusicMaker
Advocaten intellectueel eigendom Evert van Gelderen en Elise Menkhorst publiceren 6 keer per jaar een column over muziek en recht in vaktijschrift MusicMaker. Lees alle columns hier.
Neem contact op