We gaan veertig jaar terug in de tijd. Paul McCartney maakt bekend dat de Beatles uiteen gaan, de rockband Queen wordt juist opgericht en Brazilië wordt wereldkampioen voetbal. In die periode wil jouw band een nieuw contract sluiten met het platenlabel. Na lang onderhandelen spreken jullie een bepaald percentage af voor iedere verkochte LP of (toen al heel vooruitstrevend) ieder cassettebandje dat over de toonbank gaat.
In de 21e eeuw worden de LP en het cassettebandje al snel als “retro” bestempeld. LP’s zijn wel weer hip, maar je kunt nu niet meer met goed fatsoen met cassettebandjes aankomen. In plaats daarvan hebben we CD’s, DVD’s met live-optredens, iTunes, realtone ringtones en muziek die wordt gestreamd, zoals bij YouTube. Maar wat gebeurt er nu met artiestencontracten die zijn aangetast door de tand des tijds?
Zowel Bassie en Adriaan als de rechthebbenden op Soldaat van Oranje liepen tegen dit probleem aan. Zij hadden contracten gesloten waarin de verkoop van videobanden werd geregeld, maar wisten niet goed hoe het nu precies met de verkoop van DVD’s zat. Beide partijen kregen van de rechter te horen dat daar waar in hun contract ‘videoband’ staat, ook DVD gelezen kan worden. Het doel en het gebruik van video en DVD zijn hetzelfde en de DVD kan als opvolger van de video worden beschouwd, aldus de rechter. Op grond van diezelfde redenering kan het dus zijn dat de CD gelijkgesteld wordt met de LP of de cassette.
Met betrekking tot iTunes is die vraag al wat lastiger te beantwoorden. Daar oordeelde de Amerikaanse rechter laatst over in een procedure tussen Eminem en met FBT Productions tegen Universal’s Aftermath. Het contract tussen de partijen was in 1998 opgesteld en daarna nooit echt ingrijpend gewijzigd. Het telde twee bepalingen over de exploitatie van muziek: Aftermath zou tussen de 12 en de 20% afdragen voor verkochte CD’s, ofwel ‘full price records sold in the United States through normal retail channels’. Daarnaast kende het contract een restbepaling voor Masters waarvoor een licentie (een gebruiksrecht) was verleend aan derden. Daarvoor gold een percentage van 50%.
Aftermath stelt dat iTunes vallen onder de bepaling voor CD’s en dat het hoge tarief alleen geldt voor verzamelalbums en gebruik van de nummers in films, TV-shows en reclamespotjes. Eminem en F.B.T. daarentegen – je voelt hem al aankomen – stelden dat iTunes juist onder die restbepaling valt. Haar inkomsten door downloads zouden daarmee verdriedubbelen. Tel uit je winst.
In eerste instantie besliste een Amerikaanse jury dat Aftermath gelijk had. Op 3 september oordeelde de rechter in hoger beroep echter dat iTunes gezien moeten worden als het verlenen van een licentie en dus onder het hoge tarief valt, mede omdat Aftermath op ieder moment kan besluiten de nummers weer uit de iTunesshop te verwijderen.
Naar Amerikaans recht zijn iTunes dus niet volledig gelijk te stellen met ‘gewone’ CD’s, maar het is natuurlijk de vraag hoe een Nederlandse rechter hier over denkt. Ook zal het sterk afhangen van de artiestencontracten zelf, en dan vooral de vraag of de bepalingen dusdanig ruim zijn opgesteld dat ook nieuwe vormen van exploitatie hier onder te scharen zijn.
Hoe dan ook lijkt het ons goed om oude contracten eens met een frisse blik te bezien. Want als je niks over iTunes en ringtones in je contract hebt staan, dan word je voor je het weet ook “retro” genoemd!
Columns eerder gepubliceerd in MusicMaker
Advocaten intellectueel eigendom Evert van Gelderen en Elise Menkhorst publiceren 6 keer per jaar een column over muziek en recht in vaktijschrift MusicMaker. Lees alle columns hier.
Neem contact op