Bij een “merk” denk je al snel aan van die wereldberoemde namen zoals Coca-Cola, Hugo Boss of Mercedes-Benz. Als muzikant sta je er misschien niet bij stil dat veel (bekende) bandnamen ook merken zijn. Neem bijvoorbeeld Metallica. Zij hebben hun bandnaam op verschillende manieren als merk geregistreerd.
Dat doen ze natuurlijk niet voor niets. De belangrijkste reden is, dat potentiële kapers op de kust niet onder de naam “Metallica” (ongeveer) hetzelfde kunnen gaan doen. Tenminste, laten we het zo zeggen, dat Metallica gerechtigd is hier tegen op te treden. Ook wordt de bandnaam vaak als merk voor merchandise, zoals kleding, gedeponeerd. Dan kan je iemand verbieden om een string met je bandnaam in de schappen te leggen; als iemand dat al zou willen doen.
Als je bandnaam geen merk is, kun je in principe andere bands niet verbieden om dezelfde naam te gebruiken. Ook niet als je die bandnaam eerder had dan een ander. Een bandnaam is pas als merk beschermd, wanneer je deze laat inschrijven bij een (internationaal) merkenbureau. Voor zo’n inschrijving gelden wel bepaalde voorwaarden (zoals betaling van de registratiefee, vergelijkbaar met de gage van een avondje optreden). De bandnaam zal “onderscheidend vermogen” moeten hebben. Het mag geen beschrijvende naam zijn. De naam “het bandje” gaat dus niet werken. Ook is het verstandig om een naam te deponeren die niet al een ander bandje heeft.
Onder bepaalde omstandigheden bestaat de mogelijkheid dat je kunt optreden tegen iemand die dezelfde bandnaam gebruikt, zelfs als je deze nog niet hebt ingeschreven als merk. Je moet dat wel onder die bandnaam een onderneming drijven, zodat de bandnaam als “handelsnaam” kan worden bestempeld. Zodra een ander jouw bandnaam dan gaat gebruiken als handelsnaam voor zijn band, kun je daar– onder bepaalde voorwaarden – tegen optreden. Voor (quasi-)amateurgroepen heeft deze mogelijkheid niet zoveel betekenis.
Dat registratie van je bandnaam als merk nog steeds niet de allesomvattende bescherming biedt, blijkt wel uit een rechtszaak van begin dit jaar. Daarin deed de (ex-)gitarist van de Britse glamrock band The Sweet, Andy Scott, een beroep op zijn merkenrecht. Scott kwam in het geweer tegen de Limburgse budget Cd-distributeur Galaxy Music. Deze onderneming zou een Cd-box op de markt brengen onder de titel “Remember the 70’s”, met daarop onder meer drie oude hits van The Sweet in een relatief nieuwe uitvoering (uit 1995). De bandnaam was op verschillende plekken gebruikt in het artwork – vijftien keer in totaal –, waaronder (natuurlijk) in de tracklist.
Scott was kennelijk ‘not amused’ dat zijn band op deze Cd-box was vertegenwoordigd, want hij spande een kort geding aan tegen Galaxy om te voorkomen dat deze de release (verder) zou exploiteren. Hij voerde in de eerste plaats inbreuk op het merk THE SWEET aan, waarvan hij sinds 2005 houder is. Galaxy zou zonder toestemming van Scott het teken “Sweet” of “The Sweet” gebruiken in het artwork bij de Cd-box en daardoor inbreuk maken op zijn merk. De rechter was het duidelijk niet eens met Scott. De vermelding van het teken Sweet of The Sweet kon namelijk volgens de rechter in deze zaak niet worden beschouwd als “gebruik” van het merk, omdat de Cd-box niet onder deze naam werd aangeboden. Bovendien, zo overwoog de rechter, voor zover er al sprake van zou zijn dat Galaxy gebruik maakte van de merknaam, was dat toegestaan omdat zij anders niet zou kunnen aanduiden dat de nummers van de groep The Sweet afkomstig waren.
Columns eerder gepubliceerd in MusicMaker
Advocaten intellectueel eigendom Evert van Gelderen en Elise Menkhorst publiceren 6 keer per jaar een column over muziek en recht in vaktijschrift MusicMaker. Lees alle columns hier.
Foto: Stefan Brending, Creative commons license,
Neem contact op