De Corona app (die in de media veel aandacht kreeg) is niet het enige ijzer in het vuur als het gaat om het gebruik van mobiele data in het kader van de COVID-19 epidemie. Ook via de drie in Nederland actieve telecomproviders – Vodafone, KPN en Deutsche Telekom (T-Mobile en Tele2 NL) – wil de Nederlandse overheid telecomdata gebruiken in het kader van de bestrijding van het Corona-virus. Het gebruik van deze telecomdata is, in tegenstelling tot het gebruik van de Corona-app, niet op vrijwillige basis. Daarvoor is een wetsvoorstel gemaakt inzake de Tijdelijke wet informatieverstrekking RIVM i.v.m. COVID-19
Wetswijziging noodzakelijk
Van iedere mobiele telefoon worden de locatiedata gebruikt. Ook als je een Nokia uit 1999 gebruikt. Een opt-out (of opt-in) is er niet. Al eerder gaf de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) aan dat verwerking van telecomdata in het kader van een COVID-19 bestrijding niet mogelijk is zonder wetswijziging.
De AP heeft kritisch naar het concept wetsvoorstel gekeken en bracht haar advies uit op 19 mei 2020. Publicatie van het advies volgde op 29 mei 2020. Ook het uiteindelijke wetsvoorstel (waarin rekening is gehouden met het advies van de AP van 19 mei 2020) is op 29 mei 2020 openbaar gemaakt. Het wetsvoorstel, de memorie van toelichting en het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State vindt u hier, het advies van de AP vindt u hier. Het wetsvoorstel zoals het er nu ligt, is nog niet beoordeeld door de AP.
Wat behelst het wetsvoorstel eigenlijk?
De overheid wil data van mobiele telecomproviders gebruiken om (reis)bewegingen van de bevolking in kaart te kunnen brengen. Het idee daarbij is dat deze gegevens het RIVM kunnen helpen bij het voorspellen van nieuwe hot spots / gebieden waarbij verhoogd risico bestaat op een uitbraak. Het doel is overigens niet om individuele personen te traceren of om de naleving van de social distancing-regels te monitoren.
Hoe wil men gebruik maken van locatie- en verkeersgegevens?
De telecomproviders moeten volgens het wetsvoorstel geaggregeerde gegevens verstrekken aan het CBS. Daarbij gaat het om gegevens over aantallen telefoons in een gemeente (per uur) en de herkomstgemeente van die telefoons. Het gaat dus niet om het aanleveren van ruwe data, maar om het aanleveren van data die reeds een bewerking heeft ondergaan bij de telecomprovider. Het CBS combineert de gegevens van de verschillende telecomproviders en doet (statistische) correcties daarop. Deze gegevens worden vervolgens aan het RIVM verstrekt.
Tijdelijke wijziging Telecommunicatiewet
De Telecommunicatiewet wordt tijdelijk gewijzigd. Behoudens de mogelijkheid van verlengingen van steeds 2 maanden, geldt de wijziging in de wet in beginsel voor een jaar. Ook is in de wet de verplichting opgenomen om de maatregel te bezien op effectiviteit: draagt het in kaart brengen van de gegevens over verplaatsingen van telefoons inderdaad bij aan de bestrijding van het Corona-virus? Iedere zes maanden dient de minister hierover te rapporteren aan de Tweede Kamer.
Draagt het verwerken bij aan de bestrijding van het Corona-virus?
Het laatste punt haakt mooi aan bij de vraag die zich opdringt: gaat het verwerken van onze locatie- en verkeersgegevens nu echt zoveel bijdragen aan de bestrijding van het Corona-virus dat het een inbreuk van deze omvang op de privacy rechtvaardigt? Het RIVM zal ongetwijfeld “iets” met de betreffende informatie kunnen, maar is het gebruik van die informatie dusdanig essentieel voor het werk van het RIVM dat sprake is van proportionaliteit (effectiviteit)? Het zou goed zijn als de minister / het RIVM zich uitgebreider uit zou laten over de effectiviteit van het gebruik van deze data. En daarbij ook over het precieze doel van het RIVM bij het gebruik van de gegevens. Uit de inleiding bij de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel lijkt te volgen dat het doel is het meten van de effecten van de exit maatregelen. Maar dat kan toch ook anders? Een ander genoemd doel is de mogelijkheid om de data te gebruiken voor het voorspellen van nieuwe hot spots. Maar gaat deze wetenschap bij gebrek aan een medicijn / inenting daadwerkelijk bijdragen aan de bestrijding van COVID-19?
Het kritisch bekijken van de doelen en de effectiviteit van het gebruik van verkeers- en locatiedata is des te belangrijker nu niet uit te sluiten is (ondanks veiligheidsmaatregelen zoals het verbod voor het RIVM en het CBS om de gegevens aan derden te verstrekken en de verplichting gegevens een jaar na ontvangst te deleten) dat derden op enig moment (kwaadschiks) de beschikking weten te krijgen over de data en deze de data met hen ter beschikking staande middelen toch weer terug kunnen toveren tot gegevens die te herleiden zijn tot individuele personen. De Afdeling advisering van de Raad van State merkt in haar advies terecht op: “Bepaalde derde partijen kunnen daar belang bij hebben omdat deze gegevens een potentieel belangrijke (ook commerciële) waarde vertegenwoordigen.” Alle reden dus om te bezien of het verwerken van deze data echt zinvol is.
Het is van het grootste belang om de Corona-crisis te bestrijden en om zo snel als mogelijk weer terug te kunnen naar normaal. Maar daarbij moeten we er voor waken niet met een kanon op een mug te schieten.
Vragen?
Heeft u naar aanleiding hiervan vragen? Neemt u dan gerust contact op met een van onze specialisten van de sectie Privacy.
Neem contact op