Namaakkleding kopen op vakantie en meenemen naar Nederland, mag dat eigenlijk wel? In deze blog lees je of dit mag en of je geen inbreuk maakt op de rechten van de kledingfabrikant.
Daar sta je dan bij de douane met je koffertje vol namaakkleding uit te leggen dat het allemaal voor ‘eigen particulier gebruik’ is. En dat je daarom geen inbreuk maakt op de merkrechten van de kledingfabrikant. De fabrikant trapt niet in de smoezen van de vakantieganger en start een procedure. De Rechtbank ziet wel iets in het verhaal van de reiziger en oordeelt dat er geen sprake is van inbreuk. In hoger beroep ging de vakantieganger alsnog aan de (kleding)haak.
Off-White namaakkleding kopen op vakantie en meenemen naar Nederland uit Turkije
Op 22 oktober 2022 landde een vakantieganger uit Nederland op vliegveld Düsseldorf International Airport met 22 namaakkledingstukken van het merk Off-White in zijn bagage. Het ging om 1 regenjas, 6 paar sokken en 15 truien/hoodies. De kleding was in Turkije op een markt aangeschaft voor 5.780 Turkse Lira (omgerekend ongeveer € 330).
Er werd door Off-White een rechtszaak gestart. Volgens Off-White heeft de vakantieganger zich schuldig gemaakt aan merkinbreuk, nu de namaakkleding was voorzien van de merken van Off-White.
Om te kunnen komen tot merkinbreuk, moet er sprake zijn van gebruik van een merkteken ‘in het economisch verkeer’ (zo volgt uit artikel 9 Uniemerkenverordening). Als iemand een merkteken alleen gebruikt voor eigen persoonlijk gebruik, dan is dat geen gebruik in het economisch verkeer.
Merkinbreuk of eigen persoonlijk gebruik?
Volgens de vakantieganger was de kleding in zijn bagage bestemd voor hemzelf en zijn gezin. Hij heeft de kledingstukken niet verhandeld en is dit ook nooit van plan geweest.
Off-White stelt dat wel degelijk sprake is van ‘gebruik in het economisch verkeer’ en wijst in dat verband op de hoeveelheid namaak kledingstukken waar het in dit geval om gaat (waaronder 15 truien) en de diversiteit in de maten. Als het originele kleding was geweest, dan zou de marktwaarde ongeveer $ 11.700,- zijn geweest, aldus Off-White. Off-White heeft verder gesteld dat juist partijen van (ongeveer) deze hoeveelheid kledingstukken worden doorverkocht op platforms zoals Marktplaats, Instagram en Facebook.
Het Hof van Justitie over ‘gebruik in het economisch verkeer’
Over het criterium ‘gebruik in het economisch verkeer’ heeft de hoogste Europese rechter (het Hof van Justitie EU) eerder geoordeeld dat hiervan sprake is, wanneer het gebruik van een merk plaatsvindt in het kader van een handelsactiviteit waarmee een commercieel doel wordt nagestreefd en niet in de particuliere sfeer (o.a. HvJ EU 12 november 2002, ECLI:EU:C:2002:651, Arsenal/Reed).
Het Hof van Justitie heeft gepreciseerd dat een natuurlijk persoon die verkopen pleegt die wegens hun volume, frequentie, of andere kenmerken buiten de sfeer van een privéactiviteit vallen, handelt in het economisch verkeer (HvJ EU 12 juli 2011, ECLI:EU:C:2011:474, L’Oréal/eBay).
Oordeel van de rechtbank in de Off-White-zaak
Volgens de rechtbank heeft Off-White onvoldoende onderbouwd dat sprake is van gebruik (of dreiging van gebruik) in het economisch verkeer. De aanwezigheid van 22 kledingstukken in persoonlijke bagage leidt niet zonder meer tot de conclusie van het bestaan van een handelsintentie of van het houden van een voorraad met het doel te verkopen of anderszins te verhandelen, aldus de Rechtbank. Dat geldt volgens de Rechtbank te meer nu het gaat om truien in verschillende maten, met binnen één maat verschillende opdrukken. Dat past bij de verklaring van de vakantieganger, dat hij voor zichzelf en zijn gezinsleden ieder drie truien heeft gekocht. Off-White heeft niets aangevoerd waaruit blijkt dat de vakantieganger de kleding daadwerkelijk buiten de particuliere sfeer zou gaan gebruiken met het doel een commercieel voordeel te behalen, bijvoorbeeld door verkoop via een account op Facebook, Instagram of Marktplaats.
De conclusie van de Rechtbank: geen inbreuk op de merkrechten van Off-White.
Ander oordeel in hoger beroep
Off-White ging tegen het vonnis van de Rechtbank in hoger beroep. Het Gerechtshof kwam vervolgens tot een ander oordeel. Niet omdat het Gerechtshof van mening was dat de Rechtbank op basis van de hierboven genoemde feiten ten onrechte had geoordeeld dat er geen sprake was van gebruik in het economisch verkeer. Aan die beoordeling kwam het Gerechtshof niet toe.
Het oordeel was simpelweg anders, omdat de vakantieganger tijdens een zitting van het Gerechtshof had verklaard dat hij toch ook van mening was dat hij inbreuk had gemaakt op de merkrechten van Off-White. Waarom de vakantieganger van mening is veranderd blijkt niet uit de uitspraak.
Hoe dan ook, het meenemen van namaakkleding vanaf je vakantieadres blijft een risico. Al is het niet altijd zwart-wit. Misschien eerder Off-White…?
Neem contact op