Onlangs heeft de Minister van Financiën het ontwerp uitvoeringsbesluit (het “Uitvoeringsbesluit”) Wet ter voorkoming witwassen en financiering van terrorisme (Wwft) naar zowel de Eerste als de Tweede Kamer gestuurd. In dit Uitvoeringsbesluit worden nadere regels gegeven voor de vaststelling van het begrip Ultimate Beneficial Owner (UBO).
Wat is een UBO?
Nieuw is dat er aparte UBO definities worden geïntroduceerd voor verschillende soorten juridische entiteiten. Rode draad in deze definities is dat de UBO de natuurlijke persoon is die de juridische entiteit uiteindelijk controleert. In veel gevallen wordt deze “controle” aangenomen indien een natuurlijk persoon (in)direct eigenaar is van meer dan 25% van de onderneming. Dat betekent bijvoorbeeld dat een natuurlijk persoon die meer dan 25% van de aandelen of certificaten in een kapitaalvennootschap houdt (en in het geval van certificaten geen zeggenschap heeft) wordt aangemerkt als UBO.
Echter ook andere vormen van “controle” over een onderneming kunnen leiden tot de kwalificatie als UBO. Zo kan een natuurlijk persoon die geen eigenaar is maar wel een minimale hoeveelheid zeggenschap heeft onder omstandigheden ook als UBO worden aangemerkt. Voor stichtingen geldt volgens het Uitvoeringsbesluit dat zowel de oprichter(s), bestuurder(s), de begunstigde(n) en elke natuurlijke persoon die via andere middelen uiteindelijke zeggenschap over de stichting uitoefent, aangemerkt wordt als UBO.
Indien er binnen een juridische entiteit niemand kan worden aangewezen als UBO of indien onduidelijk is of iemand de uiteindelijke zeggenschap heeft, dan is de juridische entiteit verplicht iemand van het ‘hoger leidinggevend personeel’ aan te wijzen als pseudo UBO. Wat onder ‘hoger leidinggevend personeel’ moet worden verstaan vermeldt het Uitvoeringsbesluit echter niet. Deze “aanwijzing” betreft overigens een noodscenario dat door de juridische entiteit alleen mag worden ingezet indien alle andere manieren om een UBO te identificeren op niets zijn uitgelopen.
Belang: Register van UBO’s
Het wel of niet zijn van UBO of pseudo UBO is van belang omdat UBO’s uiteindelijk zullen worden opgenomen in een UBO register dat naar verwachting in 2019 zal worden geïntroduceerd. De definities van UBO die in het Uitvoeringsbesluit worden genoemd zullen naar alle waarschijnlijkheid ook van toepassing zijn op het UBO begrip dat gehanteerd zal worden voor het UBO register.
De bedoeling van het UBO register (waarvan de gegevens door de rechtspersonen zelf moeten worden bijgehouden) is te voorkomen dat het financiële stelsel wordt gebruikt c.q. misbruikt voor witwassen of de financiering van terrorisme.
Privacy vs UBO-register
Vooral vanuit de hoek van personen die straks in het register als (pseudo) UBO worden vermeld is veel kritiek op het voornemen om het UBO register te introduceren. Zij vinden dat door de vermelding als (pseudo) UBO hun privacy in het geding komt waardoor zij onder meer makkelijk(er) doelwit worden van criminelen. Dit bezwaar geldt eens temeer indien de nationale UBO registers ook toegankelijk worden voor andere Europese lidstaten hetgeen naar verwachting het geval zal zijn. In welke mate de privacy van (pseudo) UBO’s daadwerkelijk zal worden geschonden zal mede afhankelijk zijn van de omvang van de gegevens die over de (pseudo) UBO worden opgenomen in het register en de mate van openbaarheid van het register. Mede in het licht van de sterk toegenomen aandacht voor privacy issues kan dit nog interessante discussies opleveren en is het laatste woord hierover nog niet gesproken.
Wij houden u in ieder geval op de hoogte.
Neem contact op