De ‘gig economie’ wordt steeds populairder. Dit is een economie waarin bedrijven overeenkomsten aangaan met flexibele arbeidskrachten om voor korte periodes werkzaamheden te verrichten. Bijvoorbeeld voor de duur van een tijdelijk project of één opdracht. Bekende voorbeelden hiervan zijn de bedrijven Uber, Deliveroo, Werkspot en Helpling.
Deze arbeidskrachten worden ook wel ‘platformmedewerkers’ genoemd. Dit refereert aan de wijze waarop een opdracht overeengekomen wordt. Een bedrijf plaatst beschikbare opdrachten op een online platform, waarna de arbeidskracht zelf kan aangeven welke opdracht hij wenst te verrichten. De opdracht is veelal van beperkte omvang, bijvoorbeeld één taxirit of het bezorgen van één maaltijd.
Welke arbeidskrachten vallen onder de Richtlijn?
De platformmedewerker is een redelijk nieuw verschijnsel. Specifieke regels voor dergelijke arbeidskrachten bestaan niet. Ook is de kwalificatie van de rechtsverhouding tussen de platformwerker en de onderneming waarvoor de opdracht wordt verricht vaak onduidelijk.
De Europese Unie heeft op 16 april jl. de ‘Richtlijn inzake transparante en voorspelbare arbeidsvoorwaarden’ (hierna: de Richtlijn) aangenomen. Deze Richtlijn beoogt flexibele arbeidskrachten, in het bijzonder de platformmedewerkers, aanvullende bescherming te bieden.
De Richtlijn kent onder andere minimumrechten toe aan arbeidskrachten die kunnen worden gekwalificeerd als oproepkrachten en seizoensgebonden arbeidskrachten. Ook op stagiaires die minimaal drie uur per week en gemiddeld 12 uur per vier weken werken zal de Richtlijn van toepassing zijn. Zelfstandigen worden van de nieuwe regels uitgesloten.
De vraag is of de Nederlandse platformwerkers aanvullende bescherming zullen genieten op basis van de Richtlijn. Het Europese Hof van Justitie meent van wel. Zij heeft recent bepaald dat degene die voor bepaalde tijd tegen vergoeding diensten uitvoert onder leiding van een ander, dient te worden aangemerkt als een werknemer. Het verrichten van diensten door het aannemen van losse klussen via een platform, zoals bijvoorbeeld bij Uber of Deliveroo, zou daarmee ook onder de reikwijdte van deze Richtlijn komen te vallen.
In Nederland bestaat echter al lange tijd onduidelijkheid over de vraag wanneer iemand al dan niet als werknemer dient te worden aangemerkt. Dit wordt ook veroorzaakt door een gebrek aan duidelijke regelgeving. Werkgevers behandelen platformmedewerkers in de regel als zelfstandigen. Ook rechters komen geregeld, na afweging van alle relevante omstandigheden, tot het oordeel dat er geen sprake is van een werkgever-werknemer verhouding. Het gevolg hiervan is dat de arbeidskracht geen bijzondere bescherming geniet, bijvoorbeeld tegen ontslag of in geval van ziekte. Als deze lijn in Nederland onveranderd blijft, zou dit betekenen dat de platformarbeiders ook niet altijd onder de bescherming van de Richtlijn vallen.
Welke nieuwe regels?
De Richtlijn is bedoeld om een bepaalde groep arbeidskrachten extra bescherming te bieden. Het gaat onder andere om de volgende regels:
- De werknemers die onder de Richtlijn vallen dienen uiterlijk binnen zeven dagen na aanvang van de arbeidsrelatie te worden geïnformeerd over hun rechten en verplichtingen in het kader van de werkzaamheden;
- In het bijzonder dient aan werknemers met een wisselend werkrooster, zoals oproepkrachten, een indicatie te worden gegeven van dagen en uren waarop werkzaamheden dienen te worden verricht;
- Worden werknemers met een wisselend werkrooster buiten de genoemde momenten opgeroepen, dan dienen zij zonder gevolgen het verrichten van werk te kunnen weigeren;
- Ook dienen deze werknemers te worden gecompenseerd in geval de opdracht niet tijdig wordt afgezegd. De Richtlijn geeft niet aan hoever van tevoren de werknemer dient te worden geïnformeerd; en
- Werkgevers mogen de werknemers niet op enige wijze belemmeren om buiten de aangegeven dagen en uren elders werkzaamheden te verrichten.
De Richtlijn in Nederland
Alle lidstaten van de EU hebben drie jaar de tijd om deze regels te implementeren in de nationale wetgeving. Derhalve dienen deze regels uiterlijk in april 2022 te zijn vastgelegd in een Nederlandse wet.
Conclusie
Zoals aangegeven is beoogd ook de platformmedewerker meer bescherming te bieden met invoering van de Richtlijn. Daarvoor is echter vereist dat de platformmedewerker als werknemer wordt aangemerkt. Vaststaat dat Nederlandse platformmedewerkers op dit moment veelal worden behandeld als zelfstandigen. Wordt deze lijn doorgezet, dan zullen de platformmedewerkers ook in de toekomst niet door deze Richtlijn worden beschermd.
Vragen?
Heeft u vragen over de rechten van zelfstandigen of werknemers? Neem dan gerust contact op met één van de advocaten van ons Team Arbeidsrecht.
Neem contact op