In geval van arbeidsongeschiktheid hebben zowel de werkgever als de werknemer de verplichting om zich in te zetten voor de re-integratie van de werknemer. Daarnaast heeft de werkgever de plicht om het loon van de werknemer door te betalen (gedurende de eerste twee jaar van ziekte). In een recente uitspraak van de Hoge Raad stond de vraag centraal of de arbeidsongeschikte werknemer zijn re-integratieverplichtingen mag opschorten, in geval de werkgever het loon niet uitbetaald. De Hoge Raad oordeelde dat de re-integratieverplichtingen van de werknemer en de loondoorbetalingsverplichting van de werkgever als wederkerige verplichtingen moeten worden aangemerkt. Om die reden mocht de werknemer de re-integratieverplichtingen opschorten tot het moment dat de werkgever het loon heeft uitbetaald.
Casus
De betreffende werknemer is als tandartsassistente werkzaam bij een tandartsenpraktijk. Op een bepaald moment breekt de werknemer haar pols. Als gevolg hiervan kan de werknemer haar werkzaamheden niet meer uitoefenen. Gedurende een periode van zeven maanden is werknemer volledig arbeidsongeschikt. De bedrijfsarts adviseert de werkzaamheden daarna op te bouwen aan de hand van een opbouwschema. De werknemer wordt door de werkgever opgeroepen om conform dit schema haar werkzaamheden te hervatten. De werknemer verschijnt niet op werk. Zij informeert de werkgever dat zij pas op werk zal verschijnen als haar salaris over de voorliggende periode is uitbetaald. De werkgever is één maand na aanvang van de arbeidsongeschiktheid van werknemer gestopt met het uitbetalen van salaris.
De werknemer start een procedure waarin zij achterstallig loon vordert. In deze procedure ontstaat discussie over de vraag of de werknemer mocht weigeren haar werkzaamheden te hervatten. De werkgever stelt zich op het standpunt dat de verplichting tot loondoorbetaling losstaat van de re-integratieverplichtingen van de werknemer. Dat het salaris niet door de werknemer is ontvangen, geeft haar dan ook geen recht om niet mee te werken aan haar re-integratie. De werknemer is juist van mening dat zij niet hoeft mee te werken aan de re-integratie tot zij haar loon heeft ontvangen.
Oordeel Hoge Raad
De Hoge Raad is van oordeel dat de verplichting tot betalen van loon en de re-integratieverplichtingen van de werknemer tegenover elkaar staan en onderling voldoende samenhang hebben. De werknemer is derhalve in beginsel bevoegd de nakoming van re-integratieverplichtingen op te schorten als de werkgever niet voldoet aan de loondoorbetalingsverplichting tijdens ziekte. Dat de verplichtingen van de werkgever betrekking hebben op een periode uit het verleden – te weten de periode dat de werknemer volledig arbeidsongeschikt was – maakt dit niet anders.
Praktijk
Indien een werkgever zijn loondoorbetalingsverplichting tijdens ziekte niet of niet geheel nakomt, kan dit de werknemer een grond bieden om haar re-integratieverplichtingen op te schorten. Dit kan tot vertraging in het re-integratieproces leiden. Om te voorkomen dat dit proces wordt vertraagd, is het voor de werkgever raadzaam om het loon ook tijdens arbeidsongeschiktheid te blijven betalen. Let er daarbij wel op dat de werknemer mogelijk geen recht heeft op 100% loondoorbetaling, maar een ander percentage. Dit staat veelal vermeld in de arbeidsovereenkomst of toepasselijke CAO.
Heeft u vragen over arbeidsongeschiktheid van een werknemer, neem dan gerust contact op met één van onze specialisten van de sectie Arbeidsrecht.
Neem contact op