Nederland heeft zich aangesloten bij het Europees Sociaal Handvest (ESH). De Nederlandse wetgeving dient derhalve in lijn te zijn met de rechten en plichten die hierin zijn vastgelegd. In het ESH zijn onder meer de rechten van werknemers geregeld. De Europese Commissie voor Sociale Rechten (hierna: ECSR) heeft een onderzoek verricht naar de mate waarin het ESH in Nederland wordt nageleefd op het gebied van arbeidsrecht. Uit het rapport dat hierover is gepubliceerd blijkt dat Nederland op een aantal punten niet voldoet aan de regels voortvloeiend uit het ESH.
Kritiek
Het onderzoek heeft betrekking op de naleving van 23 regels op het gebied van arbeidsrecht. De ECSR komt tot de conclusie dat 11 van deze regels in Nederland worden nageleefd en dat 9 van deze regels onvoldoende worden nageleefd. Van 3 regels kan niet worden vastgesteld of deze worden nageleefd bij gebrek aan informatie. De regels die in Nederland niet worden nageleefd hebben onder andere betrekking op de volgende onderwerpen:
- Het minimum jeugdloon: De ECSR oordeelt dat het minimum jeugdloon ‘manifest oneerlijk’ is. Nederland heeft als rechtvaardiging voor een lager minimumloon voor jongeren aangevoerd dat zij veelal bij ouders inwonend zijn en om die reden lagere vaste lasten hebben. De ECSR oordeelt dat, deze rechtvaardiging in aanmerking genomen, het Nederlandse minimum jeugdloon onredelijk laag is.
- Verrichten van overwerk: In Nederland kan een werkgever aan een werknemer verzoeken overwerk te verrichten zonder dat zij hiervoor een aanvullende toeslag op het salaris ontvangt. Dit is naar het oordeel van de ESCR in strijd met hetgeen overeengekomen in het ESH.
- Onredelijke werktijden: In Nederland is de bescherming tegen onredelijke werktijden geregeld in de Arbeidstijdenwet. Echter, hierin is ook opgenomen dat een aantal beroepsgroepen is uitgezonderd. Het gaat bijvoorbeeld om artsen, kunstenaars, militairen en topsporters. De ESCR is om die reden van mening dat Nederland onvoldoende bescherming biedt aan bepaalde groepen werknemers.
- Recht op vakantie: Het minimum aantal vakantiedagen is in Nederland bij wet geregeld. Echter, niet is geregeld dat iedere werknemer per jaar het recht heeft om twee weken aaneengesloten vakantie op te nemen. Hierdoor wordt dit recht niet voor elke werknemer voldoende gewaarborgd en dit acht de ECSR in strijd met de Europese regelgeving.
- Compensatie bij ongezond of gevaarlijk werk: Uit het ESH vloeit voort dat aan werknemers die ongezond of gevaarlijk werk verrichten een passende compensatie dient te worden geboden. Daarbij zou bijvoorbeeld kunnen worden gedacht aan aanvullend betaald verlof of arbeidsduurvermindering. Dit is in Nederland niet voor iedere beroepsgroep (voldoende) geregeld en derhalve is strijd met het ESH.
- Opzegtermijn: Op grond van het ESH dient een werkgever een redelijke opzegtermijn in acht te nemen bij het beëindigen van de arbeidsovereenkomst met een werknemer. Volgens de ECSR kan het niet als redelijk worden bestempeld dat bij een ontslag in de proeftijd geen opzegtermijn in acht hoeft te worden genomen. Ook een opzegtermijn van zes weken in geval van faillissement kan volgens de ECSR niet als redelijk worden bestempeld in geval een werknemer langer dan vijf jaar in dienst is geweest.
Gevolgen
De ECSR benoemt in haar rapport dat Nederland het ESH niet zonder reden heeft getekend. Daarnaast is het ESH wettelijk bindend voor Nederland. Zij is derhalve verplicht om deze regels na te leven. Zoals volgt uit rapport, dient Nederland naar het oordeel van de ECSR in actie te komen.
Door de regering is nog niet op het rapport gereageerd. Het is nog onduidelijk of welke wijze hierop zal worden geanticipeerd. Zodra hierover meer bekend wordt, stellen wij u uiteraard op de hoogte.
Heeft u vragen over de rechten van werknemers? Neem dan gerust contact op met een van onze advocaten van het Team Arbeidsrecht.
Neem contact op