Als het aan de Tweede Kamer ligt, worden “vaste huurcontracten” weer de norm. De PvdA en de ChristenUnie hebben daartoe het initiatiefwetsvoorstel Wet vaste huurcontracten ingesteld dat door een meerderheid van de Tweede Kamer is gesteund.
Hoe zit het ook alweer?
Met de inwerkingtreding van Wet Doorstroming Huurmarkt (de “Wet Doorstroming”) op 1 juli 2016 is het voor zelfstandige woonruimte mogelijk geworden om een tijdelijke huurovereenkomst van maximaal twee jaar overeen te komen zonder dat de huurder huurbescherming geniet. Vóór de inwerkingtreding van de Wet Doorstroming waren vaste huurcontracten de standaard. Als “vast huurcontract” moet in dat kader worden aangemerkt een huurovereenkomst waarbij de huurder huurbescherming geniet en aldus de verhuurder in beginsel niet zonder tussenkomst van de rechter de huurovereenkomst kan beëindigen. De Wet Doorstroming werd onder meer ingevoerd om flexibiliteit op de huurmarkt te bevorderen en de prijs-kwaliteitsverhouding van huurwoningen te verbeteren. Het was bij de inwerkingtreding van de Wet Doorstroming wel de bedoeling dat de vaste huurcontracten ‘de standaard’ bleven. De evaluatie van de Wet Doorstroming bleek echter minder rooskleurig. Uit onderzoek is gebleken dat een derde van de nieuwe huurovereenkomsten met particuliere verhuurders een tijdelijke huurovereenkomst betreft. In Amsterdam zou het zelfs gaan om de helft. Daarnaast is uit onderzoek gebleken dat tijdelijke huurcontracten onder meer een negatief effect hebben op de leefbaarheid in buurten en wijken, alsmede op de huurprijs.
Met het wetsvoorstel Wet vaste huurcontracten (“het Wetsvoorstel”) wil de Tweede Kamer vaste huurcontracten weer de standaard maken. Het doel van het Wetsvoorstel is om huurders meer zekerheid te bieden en te beschermen tegen de negatieve gevolgen van de woningnood en ongelijke machtsposities tussen huurders en verhuurders. Met het Wetsvoorstel wordt de verruiming die was bewerkstelligd door de invoering van de Wet Doorstroming teruggedraaid. Daarmee worden vaste huurcontracten weer de norm en wordt de werking van de huurbescherming als het ware hersteld. In de regel kunnen verhuurders – bij inwerkingtreding van het Wetsvoorstel – aldus alleen vaste huurovereenkomsten aanbieden.
Verdwijnen tijdelijke huurcontracten?
Verdwijnen tijdelijke huurcontracten volledig? Het antwoord op deze vraag dient ontkennend beantwoord te worden.
De Wet vaste huurcontracten biedt de mogelijkheid om (studenten)kamers nog wel tijdelijk te verhuren. Door Beckerman en Boelakjar is evenwel een gewijzigd amendement ingediend die bewerkstelligt dat vaste huurcontracten ook voor onzelfstandige woonruimte (studenten)kamers de standaard worden.
Daarnaast biedt het huurrecht – buiten de Wet doorstroming en Wet vaste huurcontracten om – de mogelijkheid om onder specifieke voorwaarden of bij bijzondere omstandigheden tijdelijke huurcontracten aan te gaan. Deze mogelijkheden zijn niet gewijzigd. Het gaat hierbij om de navolgende voorwaarden/bijzondere omstandigheden:
- het opnieuw bewonen door de verhuurder of voorgaande huurder (tussenhuur/diplomatenclausule);
- doelgroepcontracten van vijf jaar, op basis van specifieke categorieën voor dringend eigen gebruik (bijvoorbeeld voor jongeren, studenten, promovendi, ouderen en gehandicapten);
- verhuringen naar aard van korte duur, zoals vakantieverhuur;
- ter voorkoming en vermindering van onnodige leegstand op basis van artikel 15 en 16 van de Leegstandswet
Handhaving
In het Wetsvoorstel is tevens een paragraaf gewijd aan handhaving van de Wet vaste huurcontracten. Hier wordt aangesloten bij een andere nieuwe wet “Wet goed verhuurderschap” waar wij eerder een blog over hebben gepubliceerd. Zoals ook in de Wet goed verhuurderschap is geregeld, komt ook de handhaving van de Wet vaste huurcontracten bij de gemeenten te liggen.
Vervolg
De Tweede Kamer heeft 16 mei 2023 gestemd over het Wetsvoorstel en het Wetsvoorstel is aangenomen. Ook het gewijzigd amendement van Beckerman en Boelakjar is door de Tweede Kamer aangenomen. Nu de Tweede Kamer heeft ingestemd resteert enkel nog instemming van de Eerste Kamer.
Vragen
Heeft u vragen naar aanleiding van het bovenstaande, dan kunt u geheel vrijblijvend contact opnemen met één van onze specialisten van de sectie Bouw en Vastgoed
Neem contact op