Kan een verstoorde arbeidsverhouding ontstaan door het handelen van iemand anders dan de werknemer zelf? In een recente zaak bij het Gerechtshof Den Haag werd hierover geoordeeld. Het betrof een werkneemster die werd ontslagen vanwege het feit dat haar (ex) partner werd verdacht van het plegen van fraude bij de werkgever. Hoewel werkneemster niet wordt verweten te hebben bijgedragen aan deze fraude, wordt zij ontslagen op basis van een verstoorde arbeidsverhouding.
Casus
Werkneemster heeft tijdens haar dienstverband jarenlang een relatie gehad met een collega. De relatie tussen beide werknemers is begin 2019 geëindigd. Kort na de uitdiensttreding van de collega komt de werkgever tot de conclusie dat hij, in samenwerking met anderen, een bedrag van ongeveer 1,5 miljoen euro aan de onderneming heeft onttrokken. Naar aanleiding hiervan heeft de werkgever werkneemster eind 2019 op non-actief gesteld. Werkneemster werd op dat moment niet verdacht van betrokkenheid bij de fraude. Het feit dat zij ten tijde van de fraude een relatie had met één van de verdachten, leidt volgens de werkgever echter tot een vertrouwensbreuk. De werkgever heeft de Kantonrechter daarom verzocht de arbeidsovereenkomst te ontbinden op grond van een verstoorde arbeidsverhouding. Dit verzoek is afgewezen, waarna de werkgever in hoger beroep is gegaan.
Het Hof
De werkgever heeft werkneemster niet verweten betrokken te zijn geweest bij de fraude. Zij noemt het echter opmerkelijk dat werkneemster zich nooit heeft afgevraagd hoe haar partner aan grote bedragen geld kwam. Ten tijde van de fraude was haar relatie met de betrokken werknemer immers nog niet beëindigd.
Het Hof oordeelt dat niet relevant is of werkneemster tenminste enige argwaan moet hebben gehad ten opzicht van haar partner. De verhouding tussen de werkgever en werkneemster is door de ontstane situatie hoe dan ook onherstelbaar verstoord geraakt. Werkneemster heeft, ook als zij daarover al die tijd onwetend is geweest, immers de vruchten van de fraude geplukt. Daarnaast is van belang dat het onderzoek naar de fraude nog niet is afgerond. Er is een gerechtelijke procedure aanhangig tegen werkneemster. Van de werkgever kan derhalve niet verwacht worden dat zij werkneemster toelaat tot de werkvloer. Werkneemster heeft daar namelijk toegang tot de IT-systemen. Voor het voortbestaan van de arbeidsverhouding tussen de werkgever en werkneemster is wederzijds vertrouwen nodig. Het Hof oordeelt dan ook dat sprake is van een verstoorde arbeidsverhouding en ontbindt de arbeidsovereenkomst met werkneemster.
Conclusie
Uit deze uitspraak van het Hof blijkt dat sprake kan zijn van een verstoorde arbeidsverhouding tussen een werkgever en een werknemer, veroorzaakt door gedragingen van derden. Daarvoor is niet vereist dat de betreffende werknemer van deze gedragingen op de hoogte was. Hiervoor is de ernst van de gedraging uiteraard wel relevant en dient sprake te zijn van een nauwe relatie tussen de werknemer en deze derde persoon.
Vragen over Arbeidsrecht?
Mocht u hierover vragen hebben of overleg wensen, neemt u dan gerust contact op met één van onze advocaten van de sectie Arbeidsrecht.
Neem contact op