In een huurovereenkomst van een woning of bedrijfspand kan zijn opgenomen dat bepaalde onderhoudskosten voor rekening van de huurder komen. Dit kunnen bijvoorbeeld de kosten betreffen voor zaken die niet tot het gehuurde behoren. Dat was in de onderhavige zaak overeengekomen voor de zonwering. Is een zonweringsinstallatie bestanddeel van het gehuurde? In dat geval is de verhuurder, in tegenstelling tot wat in de huurovereenkomst staat, toch verantwoordelijk voor het onderhoud. In een recente uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden stond deze vraag centraal.
Casus
In deze zaak gaat het om een appartementencomplex met in totaal 21 appartementen. In de huurovereenkomst is opgenomen dat de huurder zorg draagt voor het onderhoud van verschillende zaken die niet tot het gehuurde behoren, waaronder keukenapparatuur en de zonweringsinstallatie. De huurder vraagt op een gegeven moment hulp van de verhuurder voor zijn defecte zonweringsinstallatie. Hierop stelt de verhuurder dat de huurder op grond van de huurovereenkomst zelf verantwoordelijk is voor het onderhoud, het herstel en de vervanging van de zonwering. De huurder start vervolgens een procedure bij de kantonrechter.
Oordeel kantonrechter
De kantonrechter oordeelt dat de zonweringsinstallatie onderdeel uitmaakt van het appartementencomplex. De verhuurder is verantwoordelijk voor het onderhoud en dient over te gaan tot herstel van de zonneschermen. Hiertoe wordt overwogen dat er bij de bouw van het complex bouwkundige voorzieningen zijn getroffen voor de zonweringsinstallatie. De verhuurder heeft zich niet neergelegd bij het oordeel van de kantonrechter en is in hoger beroep gegaan bij het gerechtshof.
Bestanddeel van het gehuurde?
Het gerechtshof stelt eveneens dat de zonweringsinstallatie een bestanddeel is geworden van het gehuurde. Hiertoe overweegt het gerechtshof dat de zonwering bij alle appartementen op uniforme wijze is aangebracht, dat zich aan de binnenzijde van het appartement elektrische bediening bevindt die uit het zicht is geplaatst en dat de constructie verzonken is in het kozijn. Bij de bouw van het complex is dus in verregaande mate rekening gehouden met de montage, de bediening en het wegwerken van de zonwering. Ook zijn de zonneschermen niet eenvoudig vervangbaar. Daarnaast is van belang dat het gehuurde in dit geval volgens het gerechtshof niet compleet zou zijn zonder adequate zonwering, vanwege het grote aantal ramen in het appartement.
Conclusie
Het gerechtshof concludeert dat het gebouw en de zonweringsinstallatie in zodanige mate op elkaar zijn afgestemd, dat de zonwering kan worden aangemerkt als een bestanddeel van het gehuurde. De verhuurder is om die reden verantwoordelijk voor het onderhoud, het herstel en de vervanging van de installatie. Uit de uitspraak blijkt dat het van de omstandigheden van het geval af hangt of een dergelijke zaak als bestanddeel van het gehuurde kan worden aangemerkt. Van belang is vooral in welke mate er sprake is van constructieve afstemming en of het gebouw zonder de zaak als voltooid kan worden beschouwd.
Vragen?
Heeft u vragen over huurrecht? Neemt u dan contact op met onze specialisten Bouw & Vastgoed.
Neem contact op