Op 5 maart 2019 vond opnieuw een bijeenkomst plaats van de NRC Live Serie over Mobiliteit. Deze vijfde en tevens laatste bijeenkomst stond in het teken van concrete stappen die overheid en bedrijfsleven kunnen nemen om de grote uitdagingen in de mobiliteitssector op het gebied van duurzaamheid en bereikbaarheid aan te gaan. Clairfort was hierbij aanwezig.
Elektrisch vervoer
Wat is de toekomst van de elektrische auto en hoe doet Nederland het op het gebied van de verduurzaming van het wagenpark? Auke Hoekstra ging tijdens deze sessie in op de huidige stand van zaken rond elektrisch rijden, waterstofauto’s, autonoom vervoer en laadpaalinfrastructuur. Auke Hoekstra is als onderzoeker verbonden aan de Technische Universiteit Eindhoven. Hoekstra is tevens oprichter en leider van het SparkCity initiatief. Met zijn bedrijf ZEnMo brengt Hoekstra met behulp van simulatiemodellen de toekomst van elektrisch rijden, hernieuwbare energie en mobiliteit in kaart. Volgens Hoekstra komt de transitie naar een energiesysteem dat is gebaseerd op alternatieve energie en elektrisch vervoer veel sneller dan veelal wordt aangenomen.
Volgens Hoekstra heeft elektrisch rijden de toekomst omdat de elektrische motor veel duurzamer, efficiënter, krachtiger, kleiner, betrouwbaarder en lichter in gewicht is dan conventionele verbrandingsmotoren. Zelfs als de productie van batterijen en elektriciteit in de huidige energiemix worden meegenomen in de berekening van het energiegebruik van elektrische auto’s, is de CO²-uitstoot nu al 50% minder dan conventionele auto’s. In de nabije toekomst neemt dit naar verwachting al verder af tot 1/5 van die uitstoot. Uitgaande van bepaalde randvoorwaarden verwacht Hoekstra dat in 2025 ongeveer de helft van de autoverkoop zal bestaan uit elektrische auto’s.
Het probleem van elektrisch rijden was altijd batterijcapaciteit en laadpaalinfrastructuur. De batterijcapaciteit is de afgelopen jaren echter exponentieel toegenomen en de verwachting is dat deze groei de komende jaren zal doorzetten. Naarmate de batterijcapaciteit verder toeneemt, zullen minder laadpalen nodig zijn. Ondanks de uitdagingen loopt Nederland in de wereld voorop op het gebied van laadpaalinfrastructuur en exporteert ons land een open standaard (OCPP) die wereldwijd wordt geïmplementeerd.
Voor elektrische vrachtwagens ontdekte Hoekstra met behulp van een model dat het verschil in de ‘total costs of ownership’ tussen conventioneel en elektrisch vervoer voor zware trucks veel beter is dan voor personenauto’s. Tot nu toe werd de lancering van volledig elektrische vrachtwagens belemmerd door regels over de toegestane maximummassa op de weg. Door nieuwe Europese regels mogen elektrische vrachtwagens nu twee ton meer wegen, wat het mogelijk maakt dat zwaardere batterijen in vrachtwagens worden geplaatst met meer capaciteit. Ook technologische ontwikkelingen omtrent autonoom vervoer gaan volgens Hoekstra razendsnel. Over tien jaar zullen de meeste auto’s autonoom kunnen rijden. Uit modellen van Hoekstra blijkt dat autonoom vervoer op den duur met ongeveer 1/10 van de kosten, 1/5 van het aantal auto’s en 1/30 van de hoeveelheid staal in dezelfde mobiliteitsvraag kan voorzien.
Smart mobility
Door Ellen Lastdrager van TNO werd ingegaan op de verschillende trends op het gebied van slimme mobiliteit en de mogelijkheden van datagebruik voor verduurzaming van mobiliteit. Lastdrager is sinds januari 2018 Managing Director Traffic & Transport bij TNO. TNO doet momenteel veel onderzoek naar slimme mobiliteit. Zo concludeerde TNO recentelijk op basis van onderzoek dat het zogenaamde ‘Truck Platooning’ op de openbare weg is toe te passen. Deze techniek maakt het mogelijk om veilig met peletons van tenminste drie vrachtwagens geautomatiseerd, en door datacommunicatie onderling met elkaar verbonden, op 0,3 seconden afstand van elkaar te rijden. Daarnaast werkt TNO aan de toepassing van innovaties op het spoor, zoals de proef met automatisch rijden op het spoor van de Betuweroute.
Volgens Lastdrager zijn er diverse maatschappelijke trendbreuken die van invloed zijn op de toekomst van slimme mobiliteit: urbanisatie, digitalisering (AI), duurzaamheid en elektrificatie, automatisering, deeleconomie en het internet of things. Vooralsnog zijn er echter nog veel problemen die moeten worden opgelost, voordat er echt gebruik kan worden gemaakt van slimme mobiliteit. Zo is validatie één van de grootste obstakels voor de lancering van zelfrijdende voertuigen. De onvoorspelbaarheid van het menselijk handelen op de weg botst hier met de behoefte van het voorspelbaar functioneren van autonome voertuigen. Bij Mobility-as-a-Service (MaaS) is de uitdaging meer economisch van aard, doordat de toegang tot data van vervoersmodaliteiten in veel gevallen slechts bij enkele marktpartijen, zoals vervoerders, berust.
Het Grote Mobiliteitsdebat
In het slotdebat ging een panel van vertegenwoordigers uit het bedrijfsleven en politiek met elkaar in discussie over concrete stappen die moeten worden genomen om de grote mobiliteitsuitdagingen aan te gaan. Nederland dreigt dicht te slibben door de toename van de vervoersvraag, waardoor er na 2030 grote knelpunten op de weg en het spoor dreigen te ontstaan. Daarnaast zal de mobiliteitssector volgens het klimaatakkoord in 2030 circa 7,3 megaton minder moeten uitstoten aan CO². Annemieke Nijhof is voorzitter van de sectortafel mobiliteit van het Klimaatakkoord. Volgens haar is het tijd voor een doorbraak naar een nieuw soort ‘mobiliteitsdenken’. Mobiliteit moet minder worden benaderd als een systeem en moet worden gedepolitiseerd, aldus Nijhof. Dit betekent ook een andere vorm van bekostiging (met gesloten beurs) en meer ruimte voor een gebiedsgerichte aanpak.
Volgens Frits van Bruggen, Directeur van de ANWB en voorzitter van de Mobiliteitsalliantie, zal het mobiliteitssysteem een verandering moeten doormaken van aanbod gestuurde mobiliteit naar een meer vraag gestuurde mobiliteit. Van Bruggen meent dat er veel meer moet worden geïnvesteerd in infrastructuur. Waar nu slechts 0,8% van het BNP in infrastructuur wordt geïnvesteerd, pleit Van Bruggen voor een investeringsnorm van 1,4%. Die 1,4% biedt meer ruimte voor investeringen in verkeersveiligheid, duurzaamheid en een socialere mobiliteit met betaalbare toegang tot vervoer. De Mobilteitsalliantie werkt momenteel aan een Deltaplan Mobiliteit, waarin oplossingen worden aangedragen om de Nederlandse infrastructuur klaar te stomen voor de toekomst.
Ook de CEO van ProRail, Pier Eringa, meent dat er meer moet worden geïnvesteerd in infrastructuur. Bovendien moet de trein volgens Eringa open baan krijgen in Nederland, reden waarom hij pleit voor het verwijderen van spoorwegovergangen. Nederland zou het spoornet veel beter moeten benutten door treinen sneller en meer te laten rijden. Nederland heeft veel belang bij een hoogfrequent spoor, aldus Eringa. Veelbelovend is de invoering van het European Rail Traffic Management System (ERTMS). Dat zorgt ervoor dat de capaciteit op het spoor toeneemt en dat er minder techniek nodig is.
Harriët Tiemens, wethouder duurzaamheid en mobiliteit van de Gemeente Nijmegen, onderschrijft het belang van een hoogfrequent spoorgebruik met name tussen de grote steden. Op het gebied van stadsmobiliteit moet volgens Tiemens echter de nadruk liggen op investeringen in fietsinfrastructuur. De gemeente Nijmegen heeft de afgelopen jaren circa EUR 60 miljoen geïnvesteerd in voornamelijk fietsinfrastructuur, waaronder bijvoorbeeld de uitbreiding van het fietspad van de Waalbrug als onderdeel van het RijnWaalpad. Actieve mobiliteit is volgens Tiemens behalve duurzaam, ook nog eens veel gezonder en socialer.
Clairfort & Mobiliteit
Mobiliteit is één van de speerpunten van Clairfort. Clairfort bedient diverse cliënten die actief zijn in openbaar vervoer (trein, bus, veerdienst), mobiliteitskaarten, displays/software voor bushaltes, collectief taxivervoer, mobiliteitsdiensten, rekening rijden, innovatie en logistieke infrastructuur. Clairfort is ook betrokken bij de juridische compliance van duurzaamheidsinitiatieven.
Deze blog maakt onderdeel uit van een serie over de NRC Live Sessies. Onze eerdere blogs verschenen hier, hier en hier.
Neem contact op