Op 1 juli 2020 is de Tijdelijke wet Groningen in werking getreden. Deze wet regelt de onafhankelijke afhandeling van alle vormen van schade als gevolg van bodembeweging die veroorzaakt wordt door de gaswinning in het Groningerveld of door de gasopslag bij Norg. Op 13 oktober 2020 is het Wetsvoorstel Versterken Groningen ingediend bij de Tweede Kamer, welk wetsvoorstel een wijziging – en dan met name een uitbreiding – van de Tijdelijke Wet Groningen inhoudt.
Met het Wetsvoorstel Versterken Groningen komt de versterkingsoperatie in het aardbevingsgebied – net als eerder de schadeafhandeling – definitief in publieke handen. Dat betekent dat de NAM geen invloed meer heeft op welke woning al dan niet versterkt moet worden. Wel dient de NAM de kosten van de versterkingsoperatie te betalen.
Eigenaren centraal
In de kamerbrief behorende bij het Wetsvoorstel wordt benadrukt dat eigenaren en bewoners meer centraal komen te staan in de versterkingsoperatie. Zij behouden de controle over wat er wel of niet met hun gebouw gebeurt en kunnen waar nodig een beroep doen op rechtsbescherming. Blijkens het Wetsvoorstel heeft daarnaast de Nationaal Coördinator Groningen (NCG) – een uitvoeringsorganisatie van het ministerie van BZK – een belangrijke rol in de versterkingsoperatie. De NCG beoordeelt de woningen in het aardbevingsgebied en stelt vast of deze voldoen aan de veiligheidsnormen.
Zo niet, dan neemt NCG – in overleg met de eigenaar – een versterkingsbesluit. In dat versterkingsbesluit wordt minimaal een overzicht van de te treffen maatregelen die nodig zijn om de woning te laten voldoen aan de veiligheidsnorm vastgelegd, alsmede de aanspraak van de eigenaar op de vergoeding van die kosten (mits de eigenaar zijn vordering op de NAM tot vergoeding van zijn schade overdraagt aan de NCG). De besluitvorming van het versterkingsbesluit verloopt gecoördineerd met de besluitvorming in het kader van (onder andere) de omgevingsvergunning, zodat de versterkingsmaatregelen in beginsel direct ten uitvoer kunnen worden gebracht.
De eigenaar heeft vervolgens de keuze om de versterkingsmaatregelen in eigen beheer uit te voeren en aanspraak te maken op vergoeding daarvan, of om NCG opdracht te geven om de versterkingsmaatregelen uit te voeren (vergoeding ‘in natura’). Daarnaast is in het Wetsvoorstel voor eigenaren van woningen die niet zijn opgenomen in het programma van aanpak (zie hierna) en die zich niet veilig voelen, de mogelijkheid opgenomen om te verzoeken om een opname van hun gebouw.
Planning en prioritering
Al met al lijken eigenaren voldoende mogelijkheden te hebben om invloed uit te oefenen op het versterkingsproces betreffende hun woning. Een belangrijk onderwerp waar ze geen invloed op hebben is de prioritering, oftewel het moment waarop hun woning aan bod komt. Met betrekking tot de planning zijn de gemeenten in het aardbevingsgebied aan zet.
Op basis van eerder door NCG vastgestelde risicoprofielen stellen de gemeenten een programma van aanpak op waarin een meerjarige planning wordt vastgelegd voor de beoordeling van woningen en voor de uitvoering van de versterkingsmaatregelen. Achterliggende gedachte is dat gemeenten het beste op de hoogte zijn van wat er lokaal speelt op het gebied van ruimtelijke ordening, en zij koppelingen kunnen maken tussen versterking, verduurzaming en gebiedsontwikkeling. Tegen het besluit over het programma van aanpak staat geen rechtsbescherming open.
Het is te hopen dat de Groningers met het Wetsvoorstel eindelijk het vertrouwen terugkrijgen in de versterkingsaanpak in het aardbevingsgebied.
Meer weten?
Wilt u meer weten over versterken en/of verduurzamen van woningen of over schade aan gebouwen, neem dan gerust contact op met Marius Strijker.
Neem contact op